Hoge Raad: Auto met schade kan voor bpm ‘nieuw’ zijn
Een autobedrijf kocht in oktober 2015 een auto in Duitsland met schade. Op de factuur staat dat de kilometerstand 0 bedraagt. De auto was op 20 oktober 2015 in Duitsland geregistreerd. De auto is vervolgens op een oplegger naar Nederland gebracht, waar het autobedrijf de auto in november 2015 laat registreren bij de RDW, met een kilometerstand van 217. Vanwege een schade is het autobedrijf er bij de bpm-aangifte van uitgegaan dat de auto een gebruikte personenauto is. Daarom werd een vermindering toegepast. De fiscus ging daar echter niet mee akkoord en er werd een naheffingsaanslag opgelegd.Lees hier: Drie bedrijven zijn goed voor 95% van alle bpm-bezwaren.
Het bedrijf brengt de zaak voor de rechter. De Rechtbank Gelderland stelt de Belastingdienst in het gelijk, maar in hoger beroep oordeelt het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden in 2020 dat de auto moet worden aangemerkt als een gebruikte personenauto, aangezien hij al bij de aankoop schade had. Hierop ging de Belastingdienst in cassatie. De Hoge Raad verwierp daarop de eerdere uitspraak van het Hof, zo blijkt uit het rechtbankverslag van 12 november 2021: “Een personenauto die na de vervaardiging ervan niet of nauwelijks op de weg is gebruikt, blijft voor de toepassing van de artikelen 9 en 10 van de Wet een nieuwe personenauto. De omstandigheid dat een personenauto voorafgaande aan de eerste ingebruikneming op de weg schade in welke vorm dan ook heeft opgelopen, kan niet de conclusie rechtvaardigen dat die personenauto daadwerkelijk op de weg in gebruik is geweest.”
Bijna alle bpm-discussiepunten zijn importgerelateerd, schreef staatssecretaris Hans Vijlbrief in februari aan de Tweede Kamer.