De grootste schadebedrijven behouden hun stevige marktpositie, zo blijkt uit de Schadebedrijf Top 15 van Automotive. Verder zijn er weinig verschuivingen: door corona maakten bedrijven pas op de plaats. De nieuwe zoektocht is niet die naar vestigingen, maar naar kennis.
De expansiedrift is door de coronacrisis weliswaar gedempt, maar schaalvergroting blijft ook in de schadebranche belangrijk. Er is, zo is de inschatting, veel volume nodig om voldoende omzet te genereren waarmee de benodigde investeringen in kennis en equipment kunnen worden gedaan. De verwachting is dan ook dat een aantal schadebedrijven, zoals Van Mossel, zijn groeistrategie weer oppakt zodra de wereld weer is genormaliseerd. Anderen, zoals Boekhorst, verwachten na de groei van de afgelopen jaren vooral te consolideren. “Ik geloof zeker in schaalvergroting, alleen al omdat je omvang nodig hebt om de nodige investeringen te kunnen blijven doen om de nieuwe auto van straks goed en veilig te kunnen repareren”, zegt Mark Bijkerk, directeur Van Straaten Schadenet (7 vestigingen).
Mini-keten
De omvang van de bedrijven zit niet alleen in omzet en de regionale marktpositie, maar levert ze een voorsprong in kennis, equipment en (merk)specialisme. En dankzij de hoge omzet kunnen ze investeren, wat zorgt voor een stevige basis. Alle kennis en (merk)specialisme binnenboord halen is voor een bedrijf met één vestiging een stuk ingewikkelder en kostbaarder, dan wanneer je die over meerdere locaties kunt spreiden. Zo zijn mini-ketens ontstaan met één of twee hoofdvestigingen en een aantal satellietvestigingen, die evenwel aangesloten blijven bij een landelijke schadeketen voor de centrale schadesturing en om binnen de landelijke keten makkelijker (merk)kennis uit te wisselen. Ook voor een mini-keten is het welhaast onmogelijk alle merkkennis of merkerkenningen in huis te hebben, al ligt dat voor dealerowned schadebedrijven genuanceerder.
Meer dan ooit draait het in de schadesector om vakmanschap, techniek en kennis. Alles begint vanuit het basisprincipe dat veilig herstel alleen maar belangrijker én noodzakelijker is nu de transitie naar de nieuwe auto steeds dichterbij komt. Gedegen vakmanschap van hoog niveau staat weer centraal. Zeker als vanaf mei volgend jaar alle nieuwe auto’s verplicht met tal van rijhulpsystemen worden uitgevoerd, is veilig repareren een noodzaak om te kunnen garanderen dat al die systemen na herstel weer doen wat ze moeten doen.
De markt over post-corona
“De markt is extreem moeilijk. Het is te hopen dat schadebedrijven het droog kunnen houden, maar bij omzetdalingen van wel 30 procent valt dat niet mee. Overigens zien wij grote verschillen: in de Randstad en grote steden gaat het beter dan daar buiten en in kleinere plaatsen. Nee, ik verwacht geen sanering in de branche als gevolg van corona.
– Peter Hubregtse, directeur ASN Autoschade
“Als het sein straks weer op groen staat en de maatregelen versoepelen, is de kans groot dat de mobiliteit enorm toeneemt. Juist omdat mensen er na zo’n lange tijd graag weer op uit willen. En dat betekent automatisch ook meer schadegevallen. Ik heb de indruk dat iedereen in de markt zich opmaakt voor het moment dat het leven weer normaliseert. We moeten vooral afwachten hoe het thuiswerken zich gaat ontwikkelen.”
– Guus van Dreven, directeur Autoschade Herstel Groep
“De tweede lockdown komt harder aan dan de eerste. Doordat de werkvoorraad op is en bedrijven al hebben afgeschaald, valt er weinig meer te bezuinigen. Ondertussen moet je er wel klaar voor zijn als alles straks weer opengaat; ook op het gebied van kennis en opleidingsniveau. Het is goed denkbaar dat mensen straks massaal weer in de auto springen om de schade van de afgelopen tijd in te halen.”
– Nico Stolk, directeur ABS Autoherstel
Crux
Al is de meerderheid van het schadewerk nu (nog) regulier schadewerk, de schadewerkplaats moet terdege voorbereid zijn op de komst nieuwe, ‘moeilijke’ schadegevallen. En nog belangrijker: beschikt het bedrijf niet zelf over de kennis en kunde om een complex geval te herstellen, moet hij in ieder geval weten naar welk collega-bedrijf/specialist hij die schade kan doorsturen. Het spreekt voor zich dat het onderling doorschuiven van werk binnen ketens al een stuk makkelijker aanvoelt. De crux is dat je precies moet weten wat je wel en niet kunt repareren en daar ook naar eer en geweten naar handelt. Natuurlijk, iedereen is voor veilig herstel, de vraag is vooral hoe je onbewust onbekwaam herstel voorkomt.
Belletje
“Het gaat niet alleen om aantoonbaar veilig herstel, maar vooral ook de controleerbaarheid van herstel”, zegt Albèrt de Goey, directeur ABS Autoherstel Ad de Goey en bestuurslid van de keten. “Zodra je iets tegenkomt in herstel waar je geen verstand van hebt, moet er meteen een belletje gaan rinkelen: afblijven en doorsturen naar een specialist. Daarvoor moet je goede afspraken maken en een soort gedragscode met elkaar afspreken. Daarom is het zo belangrijk dat er een nieuwe branchenorm is met een objectieve standaard waar iedereen aan moet voldoen.”
Focwa-directeur Femke Teeling zei eerder al dat de branchenorm duidelijkheid moet verschaffen en discussies tussen herstellers en opdrachtgevers moet slechten over bijvoorbeeld de interpretatie van fabrieksvoorschriften.
Op dit moment zijn brancheorganisaties Focwa en Bovag druk bezig met een aanvulling op de bestaande branchenormering: de Plusnorm, die binnenkort aan het college van deskundigen zal worden voorgelegd. De details van de norm zijn nog niet bekend, wel is duidelijk dat drie punten centraal staan: opleidingen/permanente educatie, een objectief technisch filter voor veiligheidskritisch herstel en minder mogelijkheid tot uitbesteden van werk.
Het is goed dat er aan een nieuwe branchenorm wordt gewerkt, omdat er een serieus andere auto komt
“Het is goed dat er aan een nieuwe branchenorm wordt gewerkt, omdat er een serieus andere auto komt en dat betekent automatisch ook dat er ander herstel gaat komen”, aldus Nico Stolk, directeur schadeketen ABS Autoherstel, die in 2018 een eigen filter introduceerde die alle veiligheidskritische delen detecteert en na herstel controleert.
De markt over: de Plusnorm
“De Plusnorm is een vrijwillige aanvulling op de bestaande norm. Er is gekozen voor een technisch filter waarmee veiligheidskritische schade wordt herkend. Bedrijven met een Plusnorm doen in principe alles zelf. Uit pilots blijkt dat nu bij 3 tot 8 procent van de schades de Plusnorm van toepassing is, maar dat aandeel groeit. Het gaat over jonge auto’s met ADAS systemen, andere materiaalsoorten of verbindingstechnieken. Het uitgangspunt is controleerbaar veilig herstel.”
– Femke Teeling, directeur Focwa
“De Plusnorm is een ondernemerskeuze: welke schades wil ik kunnen repareren? Certificeren voor de Plusnorm vergt de nodige investeringen in kennis en opleidingen. De technische complexiteit van moderne voertuigen vergt steeds meer kennis. Er een moment komt waarop op basis van objectieve criteria wordt bepaald dat bedrijven bepaalde schades niet meer mogen repareren.”
– Frank Ruygrok, branchemanager Bovag Schadeherstelbedrijven
“Het is goed dat er een onafhankelijke Plusnorm is. Nu werken verschillende partijen met hun eigen systemen. Vooral voor opdrachtgevers is het belangrijk dat er een onafhankelijk norm is waaraan alles objectief wordt getoetst. Bij ons omvat het complexe herstelwerk aan moderne auto’s ondertussen al zo’n 25 procent.”
– Joost den Elzen, directeur ABS Autoherstel Den Elzen
Verzekeraars
Behalve herstellers hebben ook de meeste verzekeraars tijdens de afgelopen maanden pas op de plaats gemaakt. Er zijn geen indringende nieuwe tariefrondes geweest of nieuwe sturingsmodellen geïntroduceerd.
Als je iets tegenkomt waar je geen verstand van hebt, dan moet er een belletje gaan rinkelen
“Natuurlijk proberen we met herstellers mee te denken in deze moeilijke tijden”, vertelt Frank van Donk, directeur Schadegarant, dat vorig jaar in totaal op 15 procent minder schades uitkwam. “We zijn we er extra alert op betalingen, die om welke reden dan ook buiten het reguliere proces terecht zijn gekomen, snel te voldoen. Cash flow is belangrijk voor bedrijven in deze tijd.” Ook Van Donk signaleert dat de 2e lockdown aanzienlijk harder aankomt in de sector, dan de 1e lockdown vorig jaar toen er nog een buffer aan schadewerk was en bedrijven de nodige bezuinigingsmaatregelen konden nemen. Inmiddels hebben bedrijven afgeschaald, hun flexibele schil weggedaan en voelen sommige zich gedwongen om na te denken over ontslag van vaste mensen of krimp van het aantal vestigingen. Vraag is hoe dat uitpakt als de markt weer aantrekt.
Disclaimer: De lijst van schadeherstellers is met de grootste zorg samengesteld in overleg met de betreffende bedrijven. Er kunnen geen rechten aan worden ontleend.
Download
Om het gerelateerde document te kunnen downloaden dient u eerst in te loggen.
Heeft u nog geen account? Klik dan hier om u te registreren.