Overnamegolf in schadeherstel: ‘eten of gegeten worden’
In de schadeherstelsector vonden binnen korte tijd zes overnames plaats: twee binnen de schadeketen ABS Autoherstel, drie binnen ASN Autoschade en één bij Van Mossel (Schadenet). Voor een gezonde toekomst van een schadebedrijf lijkt schaalvergroting onontbeerlijk. Een stevige regionale marktpositie, uitwisseling van werk, kennis en personeel, goede positie bij landelijke opdrachtgevers en serieus meespelen in de strijd om merkerkenningen, zijn belangrijke redenen. De schadebranche volgt min of meer noodgedwongen de dealerwereld, waar overnames en schaalvergroting al langere tijd aan de orde van de dag zijn. Het merkkanaal wordt onmiskenbaar steeds belangrijker voor schadeherstel, niet alleen voor de onderdelentoelevering en technische informatie, maar ook voor de toekenning van merkerkenning. Onder het mom ‘jij bent groot, maar wij zijn ook groot’ reageert de schadebranche. Bedrijven met meerdere vestigingen zijn beter in staat om meer volume te verwerken, waarbij dealers maar met één aanspreekpunt van doen hebben.
Veel ketenloze bedrijven gaan nu merken dat ze het niet redden zonder keten en gestuurde schade
Hein Könings, dga van Autoschadegroep Limburg, telt na de recente overname van Petitjean in Geleen in totaal dertien bedrijven waaronder vier ASN schadebedrijven, één universeel schadebedrijf, een truckschadebedrijf en 7 innameloketten (6 bij dealers en 1 bij een autoverhuurbedrijf). “Het is eten of gegeten worden”, aldus Könings. Het is voor hem glashelder: wil je in de toekomst overleven, dan moet je je schaal vergroten zodat je daar op diverse fronten voordeel van hebt. “Wij verwachten dat er juist dit jaar nog veel gaat gebeuren. Er zijn veel ketenloze herstelbedrijven die juist nu gaan voelen dat ze het niet gaan redden zonder sturing vanuit een keten. Die ondernemers zijn nu veel meer geneigd om te praten over een overname.”
Könings streeft naar een optimale dekking in de Limburgse regio (van Venlo en Weert tot Heerlen, Maastricht en Beek) en zegt voortdurend rond te kijken naar nieuwe mogelijkheden. “Ik sluit verdere overnames zeker niet uit. Uitbreiding is vooral ook belangrijk met het oog op merkerkenningen, want ook dat is volgens onze visie onontbeerlijk in de toekomst.”
Een must
In de regio Arnhem bouwt ABS Autoherstel-ondernemer Martijn Boekhorst gestaag verder aan zijn bedrijf, dat na de overname van Hanegraaf en Heij uit Ede deze maand, nu in totaal acht vestigingen telt. Ook hij zegt dat het waarschijnlijk niet bij deze overname blijft en dat er dit jaar nog meerdere zullen volgen. “Schaalvergroting is bijna een must voor een schadehersteller. Je moet wel grootschaliger werken, alleen al om alle investeringen te kunnen blijven doen”, meent Boekhorst. Ook hij benadrukt dat juist de aansluiting bij een landelijke keten essentieel is. “Juist de combinatie van een sterke, eigen regionale positie én de kracht van een landelijke schadeketen zijn cruciaal voor de toekomst. Wij manifesteren ons heel sterk in ons eigen gebied en via de keten kunnen we de zakelijke markt goed bedienen. Alles is onderdeel van onze strategie van universeel dealergelieerd schadeherstel, waarbij we diverse samenwerkingen met dealerbedrijven hebben.”
Het is goed dat bedrijven binnen de keten blijven. Nico Stolk, directeur ABS Autoherstel
Ook bij Boekhorst zijn merkerkenningen belangrijk. “Dealers worden alleen maar groter. Je kunt veel makkelijker en gelijkwaardiger met elkaar praten als je als schadehersteller ook de nodige omvang en capaciteit te bieden hebt in een bepaalde regio. Het is voor dealerbedrijven alleen maar makkelijker om één aanspreekpunt te hebben in een bepaalde regio voor merkerkend herstel.” Wat betreft de uitwisseling van werk of personeel onder de verschillende vestigingen, is Boekhorst duidelijk: “Er wordt bij ons onderling niet gewisseld van personeel, maar we schuiven zeker met schadeauto’s en werk als het ergens te druk is of het een bepaald specialisme vraagt.” Boekhorst noemt nog een tweede reden voor de overnamegolf: veel schade-ondernemers zijn ondertussen de vijftig of zestig jaar gepasseerd en hebben geen opvolging. Zij praten daarom nu graag met collega-ondernemers.
Geen probleem
ABS-directeur Nico Stolk reageert positief op de overnames binnen zijn keten. Ook Stolk herkent de parallel met de consolidatieslag in dealerland. “Het is natuurlijk altijd goed als bedrijven binnen de eigen keten blijven. Daar zijn we alleen maar blij mee”, aldus Stolk. Er is geen actief overnamebeleid vanuit ABS. “Maar als we weten dat de één de intentie heeft om te verkopen en de ander wil graag uitbreiden, brengen we beide partijen natuurlijk met elkaar in contact. Er zijn nu eenmaal best aardig wat bedrijven die op dit moment met opvolgingsvraagstukken zitten. Dan is het alleen maar mooi dat een jongere generatie dat wil overnemen. Voor ons als keten is het geen enkel probleem dat één eigenaar meerdere vestigingen heeft. We stellen daar geen maximum aan.”
Merkerkenning is zeker niet heilig, zei Peter Hubregtse eerder in een interview met Automotive.
Minder ondernemers en meerdere vestigingen per ondernemer, is volgens ASN-directeur Peter Hubregtse een ontwikkeling die al langer gaande is. “We hebben ondernemers binnen ons netwerk die graag willen uitbreiden en leden die opvolging zoeken. Die twee dingen komen nu bij elkaar getuige alle recente overnames. Ik denk dat deze trend nog wel even zal doorzetten.”
In eigen hand
Voor Stephan Gamelkoorn, eigenaar van ABS Splinter in Amsterdam, die ABS schadebedrijf De Laat in Heerhugowaard begin dit jaar overnam, is merkerkenning een belangrijke reden. “Ik wil graag de mogelijkheid hebben om het schadeherstel en de bijbehorende klantbeleving van bepaalde merken in eigen hand te houden in deze regio. Met een sterke positie in de markt, kun je de relatie met dealers beter verstevigen en is het ook makkelijker om nog andere merkerkenningen binnen te halen.” Maar schaalgrootte biedt meer voordelen. “Wij hebben simpelweg meer te bieden, kunnen nu meer werk aan en zijn minder kwetsbaar”, aldus Gamelkoorn. “Ook kun je de medewerkers op meerdere fronten uitdagen, opleidingen en plezier in het werk bieden.” Gamelkoorn sluit verdere overnames niet uit, maar wil zich de komende zes maanden allereerst toeleggen op de recente overname van De Laat.
