Structurele problemen drukken resultaten

Letselschades halen resultaat autoverzekeraars onderuit

Rob van de Laar Rob van de Laar
• Laatste update:

De autoverzekeraars waren halverwege 2016 net druk bezig met het sleutelen aan de premies om de belabberde resultaten op te krikken, toen een enorme hagelstorm alle goede bedoelingen op een hoopje blies. Uit de recent bekendgemaakte cijfers van de toezichthouder (DNB) blijkt echter dat er nog andere problemen spelen met een meer structureel karakter. In totaal realiseerden de autoverzekeraars in 2016 een minimale omzettoename, ondanks de premieverhogingen die in de markt zijn doorgevoerd. De toename in brutoschade omzet lijkt met een kleine 4 procent nog mee te vallen; in casco daalt de schadelast zelfs.

Meer herverzekerd

De verhouding tussen premie-inkomsten en uitgaven aan schade is in 2016 wel verbeterd. De netto premie-inkomsten (na aftrek van herverzekeringspremie en vooruitbetaalde premie) nam met 4 procent af, maar de schadelast noteerde – ondanks hagelbuien en toenemende letselschadelast – een afname van 8 procent. Dat er toch een slechter resultaat uitrolt dan in 2015, komt doordat er veel meer kosten worden gemaakt: de bedrijfskosten stegen in 2016 met bijna 11 procent. Daar heeft de hagelstorm wel zijn stempel op gedrukt: meer schade betekent meer afhandelingskosten. Datzelfde geldt voor de toenemende kosten die met het behandelen van letselschadedossiers gemoeid zijn.

Hoe zit het ook alweer met de ratio’s?

De schaderatio
De schaderatio geeft aan welk deel van de verdiende premie wordt besteed aan het afhandelen van schades. In deze overzichten is een schaderatio berekend uitgaande van de netto verdiende premie: dat zijn alle premies die zijn binnengekomen, onder aftrek van premies die betrekking hebben op een ander boekjaar en de herverzekeringspremies. De schadelast is het bedrag aan netto geboekte schades, gecorrigeerd voor getroffen voorzieningen en schade die de herverzekeraar voor zijn rekening heeft genomen.

De combined ratio
Behalve de schaderatio is de combined ratio van belang. Daarin zijn ook de bedrijfskosten meegeteld; het cijfer geeft simpel gezegd dus aan of de verzekeraar aan de uitvoering van de verzekeringsactiviteiten onder de streep nog iets overhoudt. De combined ratio wordt bepaald door de schadelast plus de bedrijfskosten te delen door de verdiende premies.

Vooral Achmea ving, als hoge boom, veel wind. Alleen al aan schades betaalde de marktleider in autopolissen vorig jaar meer dan er aan premie werd verdiend. Over 2016 kwam de combined ratio in casco boven de 100 gekomen. Netto (na herverzekering) keerde de grootste autoverzekeraar van ons land voor 298 miljoen euro aan cascoschades uit.Bekijk alle cijfers en ratio’s in de Automotive Kennisbank.

Letsel zorgt voor grootste pijn

Maar de allergrootste pijn zit in de WA-markt. Daar boekt Achmea meer dan een half miljard aan premies. Die worden echter volledig doorgestort aan de schadeherstellers en verzekerden van tegenpartijen: de netto-schadelast is gestegen tot meer dan 600 miljoen euro. En dan moeten de kosten van het autoverzekeringsbedrijf nog betaald worden: die belopen voor de WA-tak nog eens 186 miljoen euro. De schaderatio in WA zit dus al boven de 100 procent en de combined ratio loopt op naar 141 procent.

De netto schadelast daalde met bijna 8 procent; de bedrijfskosten stegen in 2016 echter met bijna 11 procent.

Behalve Achmea zijn er nog twee autoverzekeraars waarbij de WA-schadelast hoger was dan de premieomzet: National Academic en Zevenwouden. Kijken we naar de combined ratio, het resultaat uit de pure verzekeringsactiviteiten, dan zijn er maar zeven verzekeraars die na aftrek van schade en operationele kosten iets overhouden. Daarbij valt de eigen verzekeringsdochter van Unilever op: kosten en schade bedragen maar 11 procent van de ontvangen premies. Er werd vorig jaar dan ook geen enkele WA-schade geboekt.
Op basis van die combined ratio doet Zevenwouden het ’t slechtst in de aansprakelijkheidsmarkt: kosten en schade zijn bij elkaar opgeteld 78 procent hoger dan de premie-inkomsten. Daarna volgt Nationale-Nederlanden, dat op een ratio van 144 procent staat. Alleen al aan claims werd 94 procent van de premieomzet uitgegeven. Daarbovenop komt het kostenniveau, dan met 50 procent relatief hoog is.

Premies

Aan de cijfers te zien, hebben vooral Achmea en ASR de premies verhoogd. ASR heeft in WA zelfs 25 procent meer omzet geboekt en geeft aan vooral in het volmachtkanaal de tarieven te hebben opgeschroefd. Bovendien heeft ASR met de aankoop van grote volmachtbedrijven als VKG en Dutch ID zelf meer grip gekregen op dat kanaal, wat mogelijk terug te zien is in de verkoopcijfers. In Casco groeit de omzet bij ASR met nog eens 22 procent. Delta Lloyd heeft duidelijk een keuze gemaakt: de omzet in WA gaat iets omlaag, maar in Casco wordt 16 procent meer premie geboekt.
Waar er grote plussen zijn, komen we ook dikke minnen tegen. Univé is een van de verliezers: in WA gaat de omzet 14 procent omlaag, in Casco is het verlies 10 procent. Aegon krimpt het allermeest en dat heeft te maken met de verkoop van de zakelijke (auto)schadeverzekeringstak aan Allianz. Daarom valt Aegon uit de top 10 met 63 miljoen euro WA-premie (was 102 miljoen) en nog 45 (88) miljoen premie in Casco.

Schadesturing

De in Schadegarant verenigde verzekeraars (onder meer ASR, Delta Lloyd, NN en Reaal) zijn samen goed voor 34,7 procent van alle bruto geboekte cascoschades. Achmea nam vorig jaar 24,5 procent voor zijn rekening. Allianz is met Topherstel ook een grote speler, maar rapporteert als onderdeel van Allianz Benelux geen cijfers aan toezichthouder DNB. Op basis van de bekende schadegegevens over 2015 (die dus mogelijk voor 2016 hoger uitpakken) is het Topherstel-netwerk in potentie goed voor ruim 12 procent van alle cascoschades. In potentie, want niet alle gemelde schades worden ook daadwerkelijk via het voorkeursnetwerk van de verzekeraars hersteld. Kijken we naar de bruto-premieomzet in casco, dan liggen de aandelen van Schadegarant en Achmea wat lager. De verzekeraars zelf kijken natuurlijk alweer vooruit. Zo worden de netwerken ingericht op het toekomstige schadebeeld waarin de toenemende complexiteit van (ruit)schades, merkerkenningen en de verwachte lagere schade-aantallen van grote invloed zijn.

Geplaatst in rubriek:
Rob van de Laar
Rob van de Laar

Rob van de Laar is als freelance journalist verbonden aan Automotive. Zijn expertise: de autoschade- en verzekeringsbranche.