‘Schadebedrijven kunnen veel leren van de horeca’

Interview | Stagge (Autoschadehuis): ervaring is belangrijker dan ik dacht

Viola Robbemondt Viola Robbemondt
• Laatste update:

Uw carrière begon in de food­industrie. Hoe is die branche?

“Samen met een vriend begon ik na de hotelschool in Maastricht een importbedrijf voor muffins, brownies en American cookies. Onze leverancier werd na een paar jaar overgenomen door CSM (nu Corbion, red) en men vroeg ons onze Europese business te integreren in CSM. Ik ben toen bij dochterbedrijf Honig gaan werken in de ‘commerciële premier league’. Maar zo’n grote, trage international paste me uiteindelijk niet, ik wilde een dynamischer werkkring.”

Bood uw volgende werkgever Shell die wel?

“Bij Shell kreeg ik veel kansen om me te ontwikkelen en delen van de wereld te zien die ik anders nooit had ervaren. Ik heb er grootschalig leren denken en leerde dat de automotive een wereldwijd spel is. We lopen hier in Noordwest-Europa misschien wel voorop in technologie, maar autofabrikanten produceren voor een bredere geografische afzetmarkt. Door de komst van de zelfrijdende auto speelt productaansprakelijkheid een steeds grotere rol en de wereldmarkt moet daar wel aan toe zijn. Denk bijvoorbeeld aan alle juridische implicaties. Daarvoor is behalve tijd ook een breed inzicht nodig en dat ligt veel ingewikkelder dan we denken.”

Waarom wilde u de automotive in?

“Een auto is voor mensen, op hun huis na, de grootste uitgave en daarmee relevant voor iedereen. Er zit emotie omheen en de markt is dynamisch. Via mijn werk voor Shell kwam ik in contact met de truckwereld, dealergroepen en universele ketens en dat vormde de basis van mijn netwerk in de automotive. Bij dealers en universelen is er aan de onderhoudskant al een sterke professionalisering en consolidatie doorgevoerd. Maar aan de schadeherstelkant niet. Daar hebben de universelen lang gedomineerd en die zijn – nog steeds – zeer gefragmenteerd. Nu komt merkherstel op, gestuurd door dealers. Bij schades aan moderne auto’s red je het niet meer met kennis van plaatwerk; je komt direct in de elektronica van de auto terecht. Een merkhersteller heeft de juiste training en opleiding en het juiste gereedschap in huis.”

Stagge in ‘t kortp10 interview stagge

Naam: Evert Jan Stagge / Geboortedatum: 7-6-1969 te Haren (Groningen) / Woonplaats: Baarn / Opleiding: Hogere Hotelschool Maastricht (1987-1992) / Carrière: 1992-1996 founder & general manager bij Peaberry Food & Beverage / 1996-1999 product & business development manager bij CSM / Honig Merkartikelen / 1999-2002 marketingmanager Lubricants Benelux bij Shell / 2002-2006 business unit manager Consumer Lubricants Benelux bij Shell / 2006-2009 B2B marketing manager Europe bij Shell Downstream Services International / 2009-2011 sales and business development EMEA bij Shell Sulphur Solutions / 2011-2012 European marketing director bij Lukoil / 2012-2014 divisiedirecteur Stern Groep / 2014-heden directeur Autoschadehuis / Relatie: Getrouwd met Eefke, opleidingsmanager ROC in Almere / Kinderen: Willem (17), Pieter (15) en Otto (13) / Hobby’s: hockey en zeilen.

Wordt uw bedrijf daarmee niet erg afhankelijk van de merken?

“Je moet een kant kiezen. Onze aanpak heeft onder meer als voordeel dat we aantrekkelijk zijn voor kwalitatief personeel in de werkplaats en we bieden ook perspectieven voor hun ontwikkeling. Daarmee zijn we in de extreem krappe markt een interessante werkgever. En heb je de kennis en kunde in huis om ingewikkeld schades af te handelen, dan kun je ook de kleine schades doen. Andersom wordt lastiger. Feit is dat de technische kennis in de OEM-lijn zit. Autofabrikanten zijn machtig en worden gesteund door overheden. Ze staan aan de bron van de veranderingen. Daar zet ik graag op in.”

Een grote, trage international past me niet, ik wil meer dynamiek.

Wat zijn de complicaties daarbij?

“Je moet wel bepaalde investeringen doen, speciaal gereedschap en apparatuur aanschaffen. En de opleidingskosten en de improductiviteit van de werknemers die daarmee gepaard gaat zijn natuurlijk uitdagingen. Er blijft altijd plaats voor universelen, maar ik zie een grotere markt ontstaan voor hoogtechnologisch schadeherstel en ik wilde met onze mensen in een ander ontwikkelniveau terecht komen. Voor ons is dit een goede route waarmee we ons onderscheiden.”

Wat leert u over uzelf in deze omgeving?

“Ik heb geleerd dat het verstandig is om mijn energie te besteden aan wat goed gaat, samen met mensen die ook willen verbeteren. En ik heb geleerd dat wijsheid met de jaren komt. In mijn leveranciersrol bij Shell legde ik mijn automotive-klanten uit hoe alles in elkaar steekt. Nu zit ik aan de andere kant van het speelveld en denk: zo precies wist ik het dus niet. Langzamerhand kan ik de waarde van ervaring wel waarderen. Ik kijk nu door een scherpere bril.”

Wat is leuk aan ondernemen in de autoschade?

“Het is heel tastbaar. Je ziet een auto beschadigd binnen komen en soms mooier dan hij was de werkplaats weer verlaten. Daarbij hangt er emotie rondom schade. Mensen geven veel geld uit aan een auto en als ze er een ongeluk mee krijgen, vertellen ze daar nog lang over na tijdens verjaardagsfeestjes. We zien het opvangen van die mensen nu meer en meer als onze taak. Ik denk dat de automotive nog veel kan leren van de horeca. Daar is klantbeleving nummer één en de kostprijs is vaak losgekoppeld van wat iets ‘waard’ is. We proberen ons meer in te leven in de klant, in plaats van meteen over te gaan op de feitelijke afhandeling. Menselijkheid en empathie tonen is niet altijd efficiënt, maar wel noodzakelijk.”

Heeft u een tip voor uw collega’s in de ­branche?

“In de schadeherstelbranche is men over het algemeen terughoudend in het delen van een visie voor het bedrijf. Daardoor krijg je van een ander ook geen terugkoppeling. Je moet met elkaar in openheid delen om zelf wijzer te worden en de sector gezond te houden. Gelukkig heb ik inmiddels een prima omgeving waarmee ik kan sparren; uiteraard intern binnen de Spuigroep, maar ook met andere grote dealerclubs, waaronder PGA en Broekhuis, met wie we nauw samenwerken.”

Autoschadehuis heeft nu negen vestigingen, is er al een tiende op komst?

“We willen groeien om een bepaalde schaalgrootte te bereiken, zodat we meer kostenefficiënt kunnen worden. Zonder grote, centrale organisatie, maar met ondernemende vestigingsmanagers. Op dit moment is er nog geen plan voor een tiende vestiging.”

Hoe combineert u werk met privé?

“Ik vind mijn werk erg leuk en ik zie het niet als ballast om ’s avonds of in het weekend nog iets te doen. Mijn vrouw werkt ook voltijds, ze is opleidingsmanager op het ROC Almere. Met onze drie jongens van 17, 15 en 13 jaar oud is het best druk en we houden er dan ook een strak programma op na. Er is wel een gezonde balans. Maar als ik ‘s ochtend vroeg met de hond in het bos loop, begin ik al wat rond te bellen.”

Langzamerhand kan ik de waarde van ervaring wel waarderen.

Haalt u na zo’n internationale ­carrière nog wel bevrediging uit uw huidige werk?

“Ja, als ik vroeger op zaterdag bij mijn jongens voetbal ging kijken, en de zaterdag daarop weer, dan was ik ondertussen in drie verschillende landen geweest. Nu rijd ik ’s middags naar Leiden en misschien naar Rotterdam. Het hoort bij mijn levensfase, ik heb nu een gezin, een ander leven. Maar met Autoschadehuis is er natuurlijk een grote groeiambitie. Met de dunne marges is het verschil tussen geld verliezen en verdienen het verschil tussen ongeveer begrijpen en precies begrijpen. Dat zijn we nu met operationele details aan het fijnslijpen. En dat geeft ook weer bevrediging.”

Over Autoschadehuis

Autoschadehuis werd in 1978 geboren uit Motorhuis, een Opel- en Citroëndealer met 19 vestigingen. Aanvankelijk werden er alleen de eigen merken hersteld, maar snel volgden andere merken en een rappe groei. In 2014 nam Stagge 51 procent van de aandelen in Autoschadehuis over van de toenmalige eigenaar Markeur, die later werd overgenomen door Spuigroep. Op 1 april 2017 stapte Autoschadehuis uit Schadeketen ASN. Nu is Autoschadehuis een zelfstandige keten van negen moderne en identiek georganiseerde autoschadeherstelbedrijven en hun servicepunten in het westen van Nederland en in de regio Arnhem – Nijmegen. Autoschadehuis ‘doet’ ongeveer zeventienduizend schadedoorgangen op jaarbasis en is daarmee een van de grotere spelers in Nederland. Er werken ongeveer 135 mensen.

Interview | Stagge (Autoschadehuis): ervaring is belangrijker dan ik dacht | Automotive Online
‘Schadebedrijven kunnen veel leren van de horeca’

Interview | Stagge (Autoschadehuis): ervaring is belangrijker dan ik dacht

Viola Robbemondt Viola Robbemondt
• Laatste update:

Uw carrière begon in de food­industrie. Hoe is die branche?

“Samen met een vriend begon ik na de hotelschool in Maastricht een importbedrijf voor muffins, brownies en American cookies. Onze leverancier werd na een paar jaar overgenomen door CSM (nu Corbion, red) en men vroeg ons onze Europese business te integreren in CSM. Ik ben toen bij dochterbedrijf Honig gaan werken in de ‘commerciële premier league’. Maar zo’n grote, trage international paste me uiteindelijk niet, ik wilde een dynamischer werkkring.”

Bood uw volgende werkgever Shell die wel?

“Bij Shell kreeg ik veel kansen om me te ontwikkelen en delen van de wereld te zien die ik anders nooit had ervaren. Ik heb er grootschalig leren denken en leerde dat de automotive een wereldwijd spel is. We lopen hier in Noordwest-Europa misschien wel voorop in technologie, maar autofabrikanten produceren voor een bredere geografische afzetmarkt. Door de komst van de zelfrijdende auto speelt productaansprakelijkheid een steeds grotere rol en de wereldmarkt moet daar wel aan toe zijn. Denk bijvoorbeeld aan alle juridische implicaties. Daarvoor is behalve tijd ook een breed inzicht nodig en dat ligt veel ingewikkelder dan we denken.”

Waarom wilde u de automotive in?

“Een auto is voor mensen, op hun huis na, de grootste uitgave en daarmee relevant voor iedereen. Er zit emotie omheen en de markt is dynamisch. Via mijn werk voor Shell kwam ik in contact met de truckwereld, dealergroepen en universele ketens en dat vormde de basis van mijn netwerk in de automotive. Bij dealers en universelen is er aan de onderhoudskant al een sterke professionalisering en consolidatie doorgevoerd. Maar aan de schadeherstelkant niet. Daar hebben de universelen lang gedomineerd en die zijn – nog steeds – zeer gefragmenteerd. Nu komt merkherstel op, gestuurd door dealers. Bij schades aan moderne auto’s red je het niet meer met kennis van plaatwerk; je komt direct in de elektronica van de auto terecht. Een merkhersteller heeft de juiste training en opleiding en het juiste gereedschap in huis.”

Stagge in ‘t kortp10 interview stagge

Naam: Evert Jan Stagge / Geboortedatum: 7-6-1969 te Haren (Groningen) / Woonplaats: Baarn / Opleiding: Hogere Hotelschool Maastricht (1987-1992) / Carrière: 1992-1996 founder & general manager bij Peaberry Food & Beverage / 1996-1999 product & business development manager bij CSM / Honig Merkartikelen / 1999-2002 marketingmanager Lubricants Benelux bij Shell / 2002-2006 business unit manager Consumer Lubricants Benelux bij Shell / 2006-2009 B2B marketing manager Europe bij Shell Downstream Services International / 2009-2011 sales and business development EMEA bij Shell Sulphur Solutions / 2011-2012 European marketing director bij Lukoil / 2012-2014 divisiedirecteur Stern Groep / 2014-heden directeur Autoschadehuis / Relatie: Getrouwd met Eefke, opleidingsmanager ROC in Almere / Kinderen: Willem (17), Pieter (15) en Otto (13) / Hobby’s: hockey en zeilen.

Wordt uw bedrijf daarmee niet erg afhankelijk van de merken?

“Je moet een kant kiezen. Onze aanpak heeft onder meer als voordeel dat we aantrekkelijk zijn voor kwalitatief personeel in de werkplaats en we bieden ook perspectieven voor hun ontwikkeling. Daarmee zijn we in de extreem krappe markt een interessante werkgever. En heb je de kennis en kunde in huis om ingewikkeld schades af te handelen, dan kun je ook de kleine schades doen. Andersom wordt lastiger. Feit is dat de technische kennis in de OEM-lijn zit. Autofabrikanten zijn machtig en worden gesteund door overheden. Ze staan aan de bron van de veranderingen. Daar zet ik graag op in.”

Een grote, trage international past me niet, ik wil meer dynamiek.

Wat zijn de complicaties daarbij?

“Je moet wel bepaalde investeringen doen, speciaal gereedschap en apparatuur aanschaffen. En de opleidingskosten en de improductiviteit van de werknemers die daarmee gepaard gaat zijn natuurlijk uitdagingen. Er blijft altijd plaats voor universelen, maar ik zie een grotere markt ontstaan voor hoogtechnologisch schadeherstel en ik wilde met onze mensen in een ander ontwikkelniveau terecht komen. Voor ons is dit een goede route waarmee we ons onderscheiden.”

Wat leert u over uzelf in deze omgeving?

“Ik heb geleerd dat het verstandig is om mijn energie te besteden aan wat goed gaat, samen met mensen die ook willen verbeteren. En ik heb geleerd dat wijsheid met de jaren komt. In mijn leveranciersrol bij Shell legde ik mijn automotive-klanten uit hoe alles in elkaar steekt. Nu zit ik aan de andere kant van het speelveld en denk: zo precies wist ik het dus niet. Langzamerhand kan ik de waarde van ervaring wel waarderen. Ik kijk nu door een scherpere bril.”

Wat is leuk aan ondernemen in de autoschade?

“Het is heel tastbaar. Je ziet een auto beschadigd binnen komen en soms mooier dan hij was de werkplaats weer verlaten. Daarbij hangt er emotie rondom schade. Mensen geven veel geld uit aan een auto en als ze er een ongeluk mee krijgen, vertellen ze daar nog lang over na tijdens verjaardagsfeestjes. We zien het opvangen van die mensen nu meer en meer als onze taak. Ik denk dat de automotive nog veel kan leren van de horeca. Daar is klantbeleving nummer één en de kostprijs is vaak losgekoppeld van wat iets ‘waard’ is. We proberen ons meer in te leven in de klant, in plaats van meteen over te gaan op de feitelijke afhandeling. Menselijkheid en empathie tonen is niet altijd efficiënt, maar wel noodzakelijk.”

Heeft u een tip voor uw collega’s in de ­branche?

“In de schadeherstelbranche is men over het algemeen terughoudend in het delen van een visie voor het bedrijf. Daardoor krijg je van een ander ook geen terugkoppeling. Je moet met elkaar in openheid delen om zelf wijzer te worden en de sector gezond te houden. Gelukkig heb ik inmiddels een prima omgeving waarmee ik kan sparren; uiteraard intern binnen de Spuigroep, maar ook met andere grote dealerclubs, waaronder PGA en Broekhuis, met wie we nauw samenwerken.”

Autoschadehuis heeft nu negen vestigingen, is er al een tiende op komst?

“We willen groeien om een bepaalde schaalgrootte te bereiken, zodat we meer kostenefficiënt kunnen worden. Zonder grote, centrale organisatie, maar met ondernemende vestigingsmanagers. Op dit moment is er nog geen plan voor een tiende vestiging.”

Hoe combineert u werk met privé?

“Ik vind mijn werk erg leuk en ik zie het niet als ballast om ’s avonds of in het weekend nog iets te doen. Mijn vrouw werkt ook voltijds, ze is opleidingsmanager op het ROC Almere. Met onze drie jongens van 17, 15 en 13 jaar oud is het best druk en we houden er dan ook een strak programma op na. Er is wel een gezonde balans. Maar als ik ‘s ochtend vroeg met de hond in het bos loop, begin ik al wat rond te bellen.”

Langzamerhand kan ik de waarde van ervaring wel waarderen.

Haalt u na zo’n internationale ­carrière nog wel bevrediging uit uw huidige werk?

“Ja, als ik vroeger op zaterdag bij mijn jongens voetbal ging kijken, en de zaterdag daarop weer, dan was ik ondertussen in drie verschillende landen geweest. Nu rijd ik ’s middags naar Leiden en misschien naar Rotterdam. Het hoort bij mijn levensfase, ik heb nu een gezin, een ander leven. Maar met Autoschadehuis is er natuurlijk een grote groeiambitie. Met de dunne marges is het verschil tussen geld verliezen en verdienen het verschil tussen ongeveer begrijpen en precies begrijpen. Dat zijn we nu met operationele details aan het fijnslijpen. En dat geeft ook weer bevrediging.”

Over Autoschadehuis

Autoschadehuis werd in 1978 geboren uit Motorhuis, een Opel- en Citroëndealer met 19 vestigingen. Aanvankelijk werden er alleen de eigen merken hersteld, maar snel volgden andere merken en een rappe groei. In 2014 nam Stagge 51 procent van de aandelen in Autoschadehuis over van de toenmalige eigenaar Markeur, die later werd overgenomen door Spuigroep. Op 1 april 2017 stapte Autoschadehuis uit Schadeketen ASN. Nu is Autoschadehuis een zelfstandige keten van negen moderne en identiek georganiseerde autoschadeherstelbedrijven en hun servicepunten in het westen van Nederland en in de regio Arnhem – Nijmegen. Autoschadehuis ‘doet’ ongeveer zeventienduizend schadedoorgangen op jaarbasis en is daarmee een van de grotere spelers in Nederland. Er werken ongeveer 135 mensen.