‘Minder dan helft medewerkers van Care naar Schadenet’
Uit het verslag blijkt verder dat de bezittingen voor ongeveer 5,2 miljoen euro zijn overgenomen. De grootste schuldeiser is de Rabobank zelf, dat een vordering van ongeveer 66,9 miljoen euro. De belastingdienst – die vooraan staat bij de uitbetaling – heeft een vordering van 5 miljoen euro op het bedrijf. De curator meldt aan het Financieele Dagblad dat de bank naar verwachting voor ongeveer 40 miljoen euro het schip in gaat. Lees hier het interview met Bouwe van Wijk uit maart 2016. Hierin vertelt hij hoe Rabobank denkt van Care toch weer een winstgevende organisatie te maken.
De curator noemt in het verslag de dalende markt en de te hoge capaciteit als belangrijkste oorzaken voor het faillissement, waar in de markt vooral de overhead (er werkten van de 803 mensen 110 op het hoofdkantoor) als oorzaak wordt aangemerkt. In eerste instantie probeerde directeur Bouwe van Wijk om de capaciteit – geraamd op 65 procent – op te schroeven; toen dit niet lukte werd overwogen om de helft van het aantal vestiging te sluiten. De daarmee gemoeide kosten van ongeveer 16 miljoen bleken te hoog, waarop werd besloten faillissement aan te vragen. De wel winstgevende Belgische tak was toen al verkocht; deze verkoop wordt nog onderzocht.
De omzet van Care, het grootste schadebedrijf van Nederland, daalde van 139 miljoen euro in 2013 naar 93 miljoen in 2016. De winst ging van -18 miljoen naar -8 miljoen in dezelfde periode. Het marktaandeel van Care was ongeveer 10 procent, aldus de curatoren.
De curator meldt in zijn verslag ook dat de doorstarts van Care Almere en Care Bourguignon Leeuwarden, Drachten en Heerenveen nog niet zijn afgekaart.