Kennisbank | Nieuwe bpm-tabel: Dweilen met de kraan open
De invoering van de nieuwe emissietest WLTP is voor de Nederlandse autobranche een hoofdpijndossier geworden. Eerst waren er bij meerdere merken leveringsproblemen. Die werden uiteindelijk redelijk goed geabsorbeerd, al kostte het veel manuren. Het ging niet overal goed: zo leverden Renault-dealers dit jaar ongeveer de helft van de registraties in ten opzichte van vorig jaar.
Los van de leveringsproblematiek zijn er de stijgende prijzen als gevolg van de ombouw van NEDC naar WLTP. Omdat in de WLTP-testcyclus een hogere CO2-uitstoot wordt gemeten, wordt tussen 2017 en juli 2020 de WLTP-waarde teruggerekend naar de oude NEDC-waarde. Daarbij werd door de branche terecht gevreesd dat de bpm ook na terug rekening zouden stijgen. Den Haag negeerde echter de roep om de bpm-tabellen aan te passen, en inde vorig jaar ruim 200 miljoen euro meer aan bpm-inkomsten. Volgens het ministerie van Financiën steeg de CO2-uitstoot namelijk niet door de nieuwe testcyclus, maar vooral doordat er grotere modellen verkocht werden. Gevolg: de nieuwverkoop aan particulieren ligt op een historisch laag peil, terwijl de import van jong gebruikt floreert. Tegelijkertijd is er de stijgende inzet van private lease. Dat compenseert deels in de nieuwverkoop, maar het aantal inruilers neemt wel fors af, evenals de verkoop van aanvullende producten en diensten.
588 euro
Bovag en RAI Vereniging hoopten dat de nieuwe bpm-tabellen, die juli volgend jaar van kracht worden, alsnog de bpm-verhoging ongedaan zou maken. Na doorrekening door zowel KPMG namens de brancheorganisaties als dataleverancier Jato op eigen initiatief, blijkt dat de bpm-inkomsten hoger blijven. Het ministerie stelt simpelweg dat de meetmethodiek van KPMG inferieur is aan die van TNO, waarop het ministerie zich baseert. En dus gaat volgend jaar de bpm op een groot aantal modellen omhoog. Vooral kleinere modellen zijn de dupe. Jato gaat uit van een gemiddelde verhoging van 588 euro ten opzichte van de NEDC 2.0 (teruggerekende WLTP-waarden).
Budgetneutraal
De schatkist zou ongeveer 200 miljoen euro extra bpm kunnen incasseren, mits de modellenmix niet enorm verandert. En dat laatste zou wel het geval kunnen zijn. Leveringsproblemen uitgezonderd zal het aandeel van EV’s in de nieuwverkoop volgend jaar richting de 15 tot 20 procent gaan. Importeurs als Pon en Louwman verwachten voor hun modellengamma gemiddeld onder de 90 gram CO2 per kilometer uit te komen en andere fabrikanten en importeurs werken hun voorraden grote, relatief onzuinige auto’s met fikse kortingen dit jaar al weg.
De totale bpm-inkomsten zouden volgend jaar dus wel eens gelijk kunnen blijven of kunnen dalen. Dan zou Den Haag dus best gelijk kunnen krijgen dat de totale bpm-inkomsten ongeveer op gelijk niveau liggen, maar daaronder ligt een enorme marktverstoring ten nadele van vooral kleinere auto’s waarop de bpm juist stijgt. Vooral de particuliere koper wordt daarvan de dupe.
Hand aan de kraan
Sterker: mocht het aantal EV’s volgend jaar substantieel hoger zijn dan 30 á 35 duizend eenheden (de prognose van het ministerie), dan kan de ‘hand aan de kraan’ bepaling van kracht worden. Met Prinsjesdag meldde het ministerie zichzelf het recht toe te kennen jaarlijks de belastingen aan te passen indien de verkoop afwijkt van de eigen prognoses, waardoor de inkomsten zouden kunnen dalen. Het ministerie heeft inmiddels aangegeven dat te doen als de afwijking 15 duizend eenheden betreft. Bovag en RAI verwachten een EV-verkoop van tussen de 40 en 45 duizend en importeurs en dealers houden rekening met nog veel grotere aantallen. In dat geval dalen de bpm-inkomsten en zal Den Haag waarschijnlijk wél ingrijpen.
De cijfers
16
Op deze positie is Van Mossel binnen gekomen in de ranglijst van grootste Europese autoretailers. Met een omzet van 2,1 miljard euro blijft nog 400 miljoen achter op Pon, dat met plek 11 de hoogst geklasseerde Nederlandse speler is in de lijst.
1,3 miljard
Zoveel is er vorig jaar omgezet in de EV-sector (exclusief retail van auto’s). Dat berekende de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland. De toegevoegde waarde ligt op ongeveer 420 miljoen euro. Circa de helft van de omzet komt uit de productie van elektrische bussen. De totale omzet in de ‘laad’sector kwam uit op 210 miljoen euro.
34 duizend
nieuwe auto’s werden er in oktober geregistreerd (+14%). Over heel 2019 ligt het aantal registraties 6 procent lager.
Zie zie www.automotive-kennisbank.nl voor actuele cijfers en trends