Hof verwerpt hoger beroep van dga autobedrijf over bijtelling
Een dga van een autobedrijf moet 49 duizend euro aan bijtelling nabetalen aan de fiscus. Dat is het vonnis van het hof van Arnhem in een rechtszaak over een aanslag inkomstenbelasting en de bijtelling over een Audi A8 met een cataloguswaarde van zo’n 200 duizend euro. De dga stelt dat hij het economisch eigendom van de auto bezat en er dus geen sprake was van terbeschikkingstelling van de auto door de zaak en dat hij daarom geen bijtelling hoeft te betalen. Het hof van Arnhem heeft het hoger beroep ongegrond verklaard.
Bijtelling
De dga van het Nederlandse autobedrijf woonde in 2013 en 2014 in Duitsland. Op 1 oktober 2013 wordt een Audi A8, met een cataloguswaarde van bijna 200 duizend euro, geleverd aan het autobedrijf. Een week later wordt het (Duitse) kenteken op naam van de dga gezet, nadat de potentiële koper was afgehaakt. Vanaf die datum tot en met december 2014 staat de auto ter beschikking aan de dga. De belastingdienst concludeert na een boekenonderzoek dat de auto door het bedrijf ter beschikking is gesteld en dat daarom het autokostenforfait van toepassing is. Dit betekent dat de ondernemer over 2013 een bijtelling van ruim 12 duizend euro en over 2014 zo’n 49 duizend euro verschuldigd is.
Ongegrond
De dga gaat daar niet mee akkoord en spant een rechtszaak aan, waarbij het beroep tegen de de aanslag over 2014 ongegrond wordt verklaard, maar de aanslag van 2013 wel gegrond wordt verklaard. De dga gaat in beroep en stelt dat er geen sprake kan zijn van een terbeschikkingstelling, omdat de auto economisch eigendom was. Het hof onderzoekt onder andere het juridisch eigendom en concludeert dat de auto door het autobedrijf ter beschikking is gesteld aan de dga, mede doordat de auto in de handelsvoorraad van het bedrijf stond en het bedrijf de onderhoudskosten betaalde. Ook stelt het hof dat de dga bekend zou moeten zijn met regels rondom bijtelling.
