Op Bezoek | Startup-voorman Prins Constantijn hekelt Hollandse borstklopperij

Natuurlijk was het bovenal een feestje, gisteravond in het Louwman Museum Den Haag. In een mooie ambiance kwamen 270 managers uit de Nederlandse automotive industrie en retail samen om de uitreiking van de Innovation Awards bij te wonen. En innovatie, daar zijn wij als Hollanders toch hartstikke goed in? Zijn we niet wereldwijd vermaard en geroemd om onze deltawerken, handelsgeest en kennis?

De innovaties zélf waren stuk voor stuk een toonbeeld van waar we goed in willen zijn, op het gebied van mobiliteit. Een rijbewijs voor de zelfrijdende auto, een modulair opgebouwd elektrisch busje, een gezinsauto met zonnepanelen en een op waterstof, diverse brandstofbesparende technieken en datagerelateerde innovaties. Het niveau stijgt ook duidelijk met de jaren.

“Er wordt ten onrechte gedacht dat we aan de leiband lopen van de internationale industrie.

Peter Niesink, directeur van organisatiepartner Bovag, toonde zich op het podium in een vraaggesprek met dagvoorzitter Roelof Hemmen dan ook trots. “Er wordt ten onrechte gedacht dat we aan de leiband lopen van de internationale industrie, maar er komen heel veel innovaties uit onze eigen branche zelf. Dat willen we met dit tweejaarlijkse evenement laten zien. Wat ons betreft doen we dit echter vaker, om startups met het bedrijfsleven te binden. Dat zou in samenwerking met Startup Delta kunnen.” Prins Constantijn van Oranje, ambassadeur van Startup Delta dat startups helpt bij het opschalen van hun idee, was zuiniger. “Het is niet aan de Bovag, en ook niet aan ons. Wij zijn slechts intermediairs. Het zijn uiteindelijk de leden van de Bovag die het moeten willen.” Dat zou wellicht de link kunnen zijn die er nu nog mist: want de kloof tussen de retailers in de achterban en de getoonde innovaties op het podium lijkt beperkt. Een rol die de Bovag hier zou kunnen oppakken is die van motivator voor zijn leden om markt voor innovaties te creëren, door funding of afname van de getoonde diensten en producten.

Slip of the tongue

Over het gematigde enthousiasme van onze prins later meer. Want bij een evenement dat mede is georganiseerd door de brancheverenigingen Bovag en RAI Vereniging, hoort natuurlijk een presentatie over de relatie tussen de innoverende autobranche en de overheid. Die kwam van Annemieke Nijhof, topvrouw van het jaar 2015 en deelnemer aan de klimaattafel mobiliteit. De speerpunten op het gebied van mobiliteitsinnovaties moeten in haar ogen zorgen voor schonere, slimmere en andere vervoersoplossingen. “We moeten loskomen uit het concurrentiedenken en samen de mobiliteit efficiënter maken. Dat kan alleen op regionaal niveau, omdat de behoefte in Amsterdam nu eenmaal anders is dan in de kop van Overijssel.”

Ook Automotive draagt graag zijn steentje bij aan het innoveren van de autoretail. En wel met het tweejaarlijkse evenement Automotive Inspiration Day, met diverse inspirerende cases van binnen en buiten de autobranche. Op het gebied van mobiliteit, filosofie, wetenschap en kunst. Bekijk hier het programma en meld je aan.

De elektrificering moeten we niet laten betalen door mensen die dat niet kunnen, stelde ze, en ze is een warm pleitbezorger van “de vervuiler betaalt.” Rekeningrijden dus. En: de vervuiler betaalt. Maar haar slip of the tongue “In de trein kom ik weer tussen de normale mensen” geeft aan waar op dit vlak de werkelijke pijn zit: in de kloof tussen de mensen aan die klimaattafels en de mensen die elke dag gewoon om 9 uur op hun werk moeten zijn en hiervoor niet de beschikking hebben over een leaseauto, maar wél over een leuke Twingo uit 2012. Of een OV-kaart, wat op de meeste trajecten nog altijd een forse stijging van de reistijd betekent.Lees ook: Het akkoord dat niemand wilde.

Beperkt draagvlak

Nijhof blaakt echter van vertrouwen, dankzij de innovatiekracht van ons land, en dat doet ook juryvoorzitter Jan-Peter Balkenende. Nee, de VOC-mentaliteit werd niet genoemd, wel stelde hij dat “wij het in ons hebben om een winnaar te zijn”. Maar er is werk aan de winkel. “In strijd met landen als China moeten we heel innovatief zijn.” Gelukkig sloot Balkenende af met deze opbeurende woorden, uitgesproken na de uitreiking van de Innovation Awards, want daar draaide het natuurlijk allemaal om.

Voor hem was Prins Constantijn van Oranje toch minder enthousiast. Of realistischer. Hij dreigde enige tijd geleden de Startup Delta als directeur te verlaten omdat hij het idee heeft dat de draagvlak, onder andere bij de overheid, te beperkt is om de doelstelling te realiseren: een ecosysteem creëren waarbinnen de innovaties op de markt gebracht kunnen worden. “Nederland vindt zichzelf een koploper, maar waar is het peloton dan? Innovatief zijn is leuk, maar het gaat erom of een product of dienst bruikbaar en schaalbaar is. En daarin zijn andere landen ons ver voor. Terwijl wij nog met trots praten over onze DAF Variomatic, worden we ingehaald door Tesla.”

Terwijl wij nog met trots praten over onze DAF Variomatic, worden we ingehaald door Tesla.

‘Deense’ waterwerken

Andere landen investeren simpelweg meer in R&D en innovatie, stelt Constantijn. Met als voorbeeld Frankrijk waar de komende jaren 2 miljard euro wordt geïnvesteerd in kunstmatige intelligentie. “Ook doen we er te weinig aan om talenten binnen te houden. Als ze hier zijn opgeleid maar geen baan kunnen vinden, moeten ze weg. Er moet echt een hoop veranderen. We kloppen onszelf onterecht op de borst. Vraag een Chinees welk land bekend staat om zijn waterwerken en hij roept: Denemarken. Of kijk naar Israël, dat niet alleen kijkt naar het innovatieve karakter van een startup maar gelijk naar een markt zoekt. Schaalbaarheid, daar draait het internationaal om. Willen we de eerste in Europa zijn, dan moeten we er echt meer aan gaan doen.”