‘Voertuigcriminaliteit wordt internationaler en digitaler’
Steeds meer gestolen voertuigen gaan de grens over om te worden ingezet in oorlogen en terrorisme. Dat vertelde Leon Verver, projectleider mobility crimes bij de Nationale Politie, op het gisteren gehouden congres Mobility Shift van RAI Vereniging.
Het aantal gestolen voertuigen is in de afgelopen 10 jaar afgenomen van 48 duizend naar 8 duizend auto’s. Criminelen zijn tegenwoordig vooral geïnteresseerd in de onderdelen (naast de auto’s die voor terreurdoeleinden worden gestolen). De handel in onderdelen is jaarlijks goed voor ruim 300 miljoen euro, rekende Verver voor. “Dat moet toch betekenen dat iedereen hier in de zaal er wel eens mee in aanraking is gekomen. Het raakt de autobranche, dus dit probleem moeten we samen oplossen”, hield hij zijn toehoorders voor.
Digicriminelen
Verder vertelde hij dat de politie zich voorbereid op de autonome auto. “We kunnen dankzij de data van die voertuigen het verkeer veel beter monitoren. En indien nodig de bediening van de auto overnemen”, zei hij. Hoe ver de politie daar in kan gaan – kun je bijvoorbeeld op afstand voorkomen dat iemand te hard rijdt – is voer voor de politiek. “Wij zijn handhavers, de politiek maakt de wet. Hoever we kunnen gaan in het inbreken in voertuigen en het gebruik van data, moet dus wettelijk worden vastgelegd.”
Hij gaf toe dat die autonome auto ook een andere uitdaging geeft: want wat als hij op afstand wordt bestuurd voor een terreurdaad? “Dat zijn zaken die we nu onderzoeken. Het is een constante strijd tussen de inventiviteit van criminelen en wij als handhavers. En wij gaan die strijd natuurlijk winnen”, antwoordde hij op de vraag van de dagvoorzitter of de politie die ‘digicriminelen’ wel kan bijbenen.