Restwaarde EV’s | Een vloot van elektrisch goud
Er rijden inmiddels ruim honderdduizend EV’s rond in Nederland. Ruim de helft daarvan is ingezet door leasemaatschappijen. En die rekenen met hoge restwaarden. Nemen ze daarmee niet een groot risico? Nee, zeggen restwaarde-experts als Autotelex. Bij de restwaardebepaler zijn ze al langer positief over EV’s (zie kader restwaardeprognoses) en de Autonieuws-pagina met de Opel e-Corsa.
Een in 2019 verkochte Tesla Model 3 heeft over vijf jaar meer opties en mogelijkheden dan op dit moment.
Grootbank ING schat dat nieuwe elektrische auto’s na 5 jaar 40 tot bijna 50 procent van hun nieuwwaarde behouden. Dat is meer dan benzineauto’s (35% tot 42,5%) en diesels (27,5% tot 35%). ING baseert zich naast branchedata op onderzoek onder 48 duizend consumenten. Uit dit onderzoek blijkt dat ongeveer een kwart van hen de aanschaf van een elektrische occasion in 2025 overweegt. De bank houdt daarbij wel rekening met overheidsstimulering van elektrische occasions, die deze zomer van kracht wordt en is vastgesteld op 2.000 euro.
Black Friday
Bij remarketingbedrijf BCA werd vorig jaar de ‘Electric Friday’ geïntroduceerd. Directeur Iede Aukema heeft geen enkele twijfel over de verkoopgroei van EV’s. Ons land is daarbij cruciaal voor het vergaren van kennis en data over de EV-markt. “In Nederland zijn de meeste hobbels voor grootschalige inzet van EV’s genomen. In andere landen waar BCA actie is, nog niet. Logisch, want in veel landen is nog geen goede laadinfrastructuur of aantrekkelijk subsidiestelsel.”
Gloeiende plaat
Aukema maakt zich geen zorgen over de restwaarde van de nu rijdende EV-vloot. “Die auto’s zijn technisch goed en dankzij software-updates en accu-innovatie is de kwaliteit gewaarborgd.” Maar kan de markt 30 duizend in één maand ingezette EV’s verwerken? “Voor Nederlandse begrippen lijkt dertigduizend veel, maar in Europa is het een druppel op een gloeiende plaat”, zegt hij. “In andere landen wordt de infrastructuur ook beter dan nu. En de auto’s komen gespreid terug.”
Aukema wil uit concurrentieoverwegingen niet zeggen voor welke prijs EV’s nu verkocht worden via de Electric Friday-veilingen. “Maar de relatieve opbrengst (verkoopprijs ten opzichte van de nieuwprijs, red) is hoger dan bij onze andere veilingen”.
Bij Leasemaatschappij Autolease Midden Nederland (ALMN) durven ze te rekenen met hoge restwaarden. “Wij zijn enthousiast over de verwachte opbrengsten”, zegt directeur Bas van Vliet, maar kritisch blijft hij wel. “Als fabrikanten op korte termijn de kostprijs van EV’s sterk te verlagen, heeft dat een drukkend effect. Het niet doorzetten van de elektrificatie is ook een risico. Voor de rest zijn de te absorberen aantallen in de gebruikte wagenmarkt over een paar jaar prima te doen.”
Ook Marcel Voskuilen, directeur van Vectus Lease, verwacht dat over vijf jaar meer aanbod van nieuwe EV’s dan nu. “Deze kunnen dan wellicht sneller laden en hebben een grotere actieradius. Dat kan negatieve invloed hebben op de restwaarde van de auto’s die we nu inzetten.”
Tweede auto
Ook de laadsnelheid en actieradius zijn belangrijke variabelen. “Wij houden in onze restwaardecalculatie steeds meer rekening met de laadmogelijkheden”, zegt Voskuilen. Bij Autotelex scoren de auto’s met de laagste range het slechtst in de restwaarde. Terecht, ziet Aukema in de praktijk. “Een kleine range is een disqualifier, ook in drukbevolkte stedelijke gebieden.” Toch kan dat veranderen, benadrukt Aukema. “Naarmate er meer laadmogelijkheden zijn en het laden sneller verloopt, zal de behoefte aan een grote range afnemen.”
Een fabrikant als Mini biedt een range van ongeveer 200 kilometer voor zijn eerste echte EV. “De auto is bedoeld voor mensen die in stedelijke gebieden wonen. Die rijden maar zelden meer dan 200 kilometer op een dag”, vertelde BMW-topman Pieter Nota bij de introductie van de auto afgelopen zomer. De EV zal steeds meer als tweede auto gekocht worden, denken ze bij BMW. Ook laadsnelheid wordt steeds belangrijker.
Over-the-air
Bij EV-leasemaatschappij Mistergreen zien ze de restwaardetoekomst erg positief in. “Een vorig jaar verkochte Tesla Model 3 heeft nu minder opties en mogelijkheden dan over vijf jaar”, zegt dga Mark Schreurs. Dit komt door de Tesla-software, ook wel Full Self-Driving Software (FSD) genoemd. Elke Tesla die nu verkocht wordt bevat hardware waar deze software op kan draaien. Op dit moment kost de FSD software ruim zesduizend euro. Schreurs: “Men verwacht dat deze zelfrijdende FSD software komende jaren duurder wordt, naarmate nieuwe functies worden uitgebracht. Een koper van een Tesla zal deze software dus niet hoeven afschrijven. Dat is uniek in de autobranche, maar minder voor technologiebedrijven, die wij graag als voorbeeld zien.” Die focus op updates achteraf zal voor de erg traditionele autobranche wel even wennen zijn.
Onderhoudskosten
Wat de EV naast de hoge restwaarde ook gunstig maakt, zijn de lage onderhoudskosten. “Alleen de bandenkosten zijn relatief hoog (die op EV’s slijten sneller, red), maar de totale kosten liggen lager”, aldus Marien Kreuger, operationeel directeur bij Arval. Het Tesla-model brengt deze kosten verder omlaag. “Onderhoud is voor traditionele autofabrikanten belangrijk in het businessmodel, terwijl Tesla beweert dat er helemaal geen onderhoud meer nodig is”, aldus Kreuger. Niet iedereen is zo positief: een groep Amsterdamse taxichauffeurs die Tesla reed spande vorig jaar een rechtszaak aan tegen het merk omdat ze te vaak in de garage staan. En volgens garantieverzekeraar Autotrust zijn reparaties aan EV’s wel meer dan twee keer zo duur, meldt directeur Gerben van Dam, al wil hij geen concrete getallen noemen. Het grote restwaardevoordeel is echter dat EV’s technisch nauwelijks verouderen, denkt Autotelex. “Ook worden ze zonder uitzondering met 8 jaar garantie op de accu geleverd.”
