Het gemiddelde nettoresultaat van een autodealer is in het eerste kwartaal gedaald van 1,27 naar 0,67 procent. Dat blijkt uit de Bovag Branchebarometer. Volgens de Bovag worden dealers met meerdere problemen geconfronteerd. Zo daalden de verkoopmarges en het aantal gefactureerde uren per monteur. Over heel 2018 kwam het rendement uit op 0,65 procent.

De gemiddelde verkoopprijs steeg meer dan 7 procent, maar de bruto marge (per gecombineerde transactie) steeg maar 3 procent. “Dat duidt op grote druk op de marges”, schrijft Bovag. 

Het aantal medewerkers per dealervestiging steeg met ruim 8 procent naar bijna 17 in het eerste kwartaal dit jaar, terwijl de omzet per FTE meer dan 7 procent daalde. Door stijgende indirecte kosten daalde de absorptieratio (de mate waarin after sales de totale kosten van de onderneming dekt) tot 76,9 procent. Een jaar eerder was dat nog 81,7 procent. Het aantal gefactureerde uren per monteur daalde met 1,8 procent in vergelijk met de eerste drie maanden van 2018, waardoor de prognose voor heel 2019 op minder dan 1.300 uren uitkomt. In 2010 waren dat nog 1.450 uren per monteur.

Voorzitter van Bovag Autodealers, Bert de Kroon, meldt dat de denkbeeldige barometer weer in standje ‘regen’ is gezet. Hij blijft hameren op het optimaliseren van processen. “De personele bezetting afstemmen op de realiteit en de ontwikkelingen in de markt blijft een lastige exercitie, zo blijkt. Zo zien we wél bijna 7 procent omzetstijging in de werkplaats, maar het afdelingsresultaat neemt af en het personeelsbestand en de loonkosten stijgen. Efficiency en kostenbeheersing zijn cruciaal en moeten onder controle worden gekregen.”

Het gemiddelde nettoresultaat van een autodealer is in het eerste kwartaal gedaald van 1,27 naar 0,67 procent. Dat blijkt uit de Bovag Branchebarometer. Volgens de Bovag worden dealers met meerdere problemen geconfronteerd. Zo daalden de verkoopmarges en het aantal gefactureerde uren per monteur. Over heel 2018 kwam het rendement uit op 0,65 procent.

De gemiddelde verkoopprijs steeg meer dan 7 procent, maar de bruto marge (per gecombineerde transactie) steeg maar 3 procent. “Dat duidt op grote druk op de marges”, schrijft Bovag. 

Het aantal medewerkers per dealervestiging steeg met ruim 8 procent naar bijna 17 in het eerste kwartaal dit jaar, terwijl de omzet per FTE meer dan 7 procent daalde. Door stijgende indirecte kosten daalde de absorptieratio (de mate waarin after sales de totale kosten van de onderneming dekt) tot 76,9 procent. Een jaar eerder was dat nog 81,7 procent. Het aantal gefactureerde uren per monteur daalde met 1,8 procent in vergelijk met de eerste drie maanden van 2018, waardoor de prognose voor heel 2019 op minder dan 1.300 uren uitkomt. In 2010 waren dat nog 1.450 uren per monteur.

Voorzitter van Bovag Autodealers, Bert de Kroon, meldt dat de denkbeeldige barometer weer in standje ‘regen’ is gezet. Hij blijft hameren op het optimaliseren van processen. “De personele bezetting afstemmen op de realiteit en de ontwikkelingen in de markt blijft een lastige exercitie, zo blijkt. Zo zien we wél bijna 7 procent omzetstijging in de werkplaats, maar het afdelingsresultaat neemt af en het personeelsbestand en de loonkosten stijgen. Efficiency en kostenbeheersing zijn cruciaal en moeten onder controle worden gekregen.”