Nederlander wordt fabrikant EV-deelauto
Het bedrijf is deze week geïntroduceerd en er worden dertig van deze elektrische deelauto’s ingezet in Goes. Dat meldt Niels Visser in een gesprek met Automotive. Visser is geen bekende in de autobranche, tot voor kort was bij werkzaam bij vermogensbeheerder Robeco.
Hij heeft grote plannen, maar echt concreet kan en wil Visser nog niet worden. “Consumenten kunnen lid worden van ons bedrijf en via een app auto’s reserveren. Klanten betalen per minuut.” De prijs voor het gebruik is op basis van een all-in tarief. “We berekenen geen aparte kosten voor het elektriciteitsverbruik.” Over eventuele afspraken met energieleveranciers wil hij niets loslaten. “We zijn in gesprek met een paar partijen. Er zijn nog geen contracten getekend.”
Dealernetwerk
Ook over de productie van de auto’s houdt hij zich op de vlakte. “De productie en financiering vinden plaats in samenwerking met compagnons uit China en Canada.” Over hoe deze samenwerking is geregeld, door welke fabrikant de auto’s worden gemaakt en hoe de auto’s er uiteindelijk uit komen te zien, wil hij niets loslaten. “We houden dat stil, want we willen niet dat concurrenten er met ons idee ervandoor gaan.”
De deelauto’s hoeven na gebruik niet op dezelfde plek ingeleverd te worden.
Havelaar moet op termijn een opzichzelfstaand merk worden. “We beginnen met deelauto’s om consumenten kennis te laten maken met het merk, maar willen de modellen uiteindelijk ook in de showroom krijgen, zodat de consument ook een Havelaar kan kopen.” Over een eventueel dealernetwerk is nog niets te melden, volgens Visser.
Oneway
Havelaar start in Goes, Vlissingen en eventueel Rotterdam. “Dan breiden we uit naar heel Nederland en vervolgens is Europa aan de beurt.” Met schaalgrootte denkt het bedrijf uniek te kunnen zijn. “We onderscheiden ons van andere duurzame deelauto-aanbieders door extra services. Zo hoeven onze klanten de auto niet op dezelfde plek terug te brengen. Hierdoor kunnen auto’s in verschillende steden achtergelaten worden.”
De naam Havelaar is niet gekozen om de duurzame insteek van het initiatief te benadrukken, maar om te laten zien dat het om een Nederlands merk gaat. Dat neemt niet weg dat Visser wel aan het project begint omdat hij de wereld wil verbeteren. “Ik heb twee kleine kinderen en ook zij hebben recht op een leefbare wereld”, besluit Visser.
