van den Acker oogst lof

Van den Acker (Renault) vertaalt trends naar design

Bart Kuijpers Bart Kuijpers
• Laatste update:

Het is voor Laurens van den Acker weer even wennen om Nederlands te praten. Zijn taal­gebruik verraadt dat hij al lang weg is uit ons land. Na zijn studietijd heeft Van den Acker immers bijna uitsluitend in het buitenland gewerkt. Hij is een wereldburger die overal uit de voeten kan. Maar hij houdt zich verder niet bezig met zaken als standplaats of dienstverbanden.

Hij moet dan ook echt even nadenken als je hem vraagt hoelang hij nu bij Renault zit (acht jaar). Inmiddels – sinds dit jaar – is de hele line-up van het merk door de Nederlander getekend. “Je kunt niet in een modelgeneratie je stempel op een merk drukken en het imago ervan veranderen, daar ben je langer mee bezig. En dan nog is het bij Renault relatief snel gebeurd”, zegt Van den Acker. Hij kijkt met plezier terug op zijn ‘eerste’ designperiode. “We hebben een coherente, attractieve line-up die internationaal goed aanslaat. Daarnaast hebben we nu veel crossovers. Die waren er eigenlijk nog niet toen ik begon. Kortom, er ligt een sterk fundament onder Renault.” En het werk wordt alleen maar interessanter, verwacht Van den Acker, want er zijn meer uitdagingen dan ooit: “Er is een paar grote trends die een enorme invloed hebben op autodesign. Niet alleen autonoom rijden en elektrisch rijden, maar ook de trend van bezit naar gebruik. Hoe bied je alle nieuwe mogelijkheden aan op een simpele, intuïtieve manier? Dat zijn nu de grote vraagstukken.”

Als mobiliteit een commodity wordt waarbij iemand een auto vaak niet meer koopt, maar kiest voor gebruik als het nodig is, wat is dan nog de functie van design? “Ik denk dat mensen vaak kiezen voor functionaliteit, maar juist daardoor ook de mogelijkheid willen hebben om voor iets exclusievers te ­kiezen als het kan.” Bij de zelfrijdende auto van Google is het uiterlijk ondergeschikt aan de functionaliteit. “Dat is de filosofie van Google. Zij zorgen voor vervoer, zodat jij tijd hebt om Google te gebruiken voor andere zaken.

Benen over elkaar

Zij willen exclusiviteit hebben op de tijdsbesteding van de inzittenden. Auto­fabrikanten kijken hier anders naar. Wij willen mooie auto’s blijven maken waarin de rijbeleving nog altijd centraal staat.” Maar die rijbeleving ziet er over twintig jaar anders uit dan nu. Bij autonoom rijdende auto’s verandert het interieur fundamenteel. Zo moet er een mogelijkheid komen dat alle inzittenden elkaar aankijken. “Als je niet rijdt, dan wil je je stoel kunnen draaien zo­dat je met de mensen achter je kunt praten. Je wilt je benen over elkaar kunnen doen, of kunnen werken. Dat betekent dat het ­interieur veel efficiënter zal moeten worden ingericht.”

Als het gaat om het creëren van een ander, efficiënter interieur, heeft Van den Acker in de elektrische auto een natuurlijke vriend gevonden. “Batterijvermogen vraagt 60 procent ­minder volume ten opzichte van een verbrandingsmotor. Je kunt batterijen op veel manieren wegwerken. Daarnaast is er meer comfort, want er zijn minder trillingen en er is minder lawaai.” Voor Renault-topman Carlos Ghosn, maar ook voor Van den Acker, is de combinatie van EV’s en autonoom rijden daarom ideaal. “Het is een gelukkige combinatie, dat vonden wij al in 2009, ver voor anderen ook die richting op bewogen. Maar het vraagt wel een verandering in je manier van denken. De industrie dacht altijd heel verticaal, maar de toekomst is aan partnerships. Ook een grote autofabrikant moet samenwerken met techbedrijven als Google, Uber of startups die met nieuwe ideeën komen.” 

Dinosauriërs

Bang dat een fabrikant zijn plek verliest in de mobiliteitsketen, is hij niet. “De autofabrikant maakt juist de synthese tussen alle technologische en mobiliteits­­ontwikkelingen mogelijk. Alles komt uiteindelijk samen in een auto. Dat is natuurlijk bijzonder fascinerend om mee te maken, want tot pakweg vijftien jaar geleden waren fabrikanten dinosauriërs die alles zelf deden. Nu zoeken we actief de samenwerking.” Van den Acker denkt niet dat partijen als Google snel zelf auto’s zullen produceren, daarvoor is het proces te complex. “Maar iedereen is bezig zijn aandacht te verbreden en de omgeving te verkennen. En dan uiteindelijk komt het erop neer dat we de juiste experience bieden met al het comfort en gemak dat mogelijk is. In onze visie kunnen we ons daarmee ook onderscheiden van andere fabrikanten. Niet voor iedere parameter (zoals temperatuurregeling en rijmodus, red) honderden opties geven, maar vaste afstellingen in vijftien of twintig settings combineren, bijvoorbeeld comfort, sportiviteit of zakelijk, waardoor we aan iedere berijder van de auto – en in de deeleconomie kunnen dat er meerdere zijn – snel de juiste setting kunnen bieden.” Van den Acker piekert er nog niet over om de autobranche te verlaten. “Een auto is de samenvatting van ongeveer alle vormen van design. Van het maken tot sculpturen, productdesign het ­ontwerpen van alle elementen in en op een auto tot de interface met de ge­bruiker. Een auto staat ongeveer gelijk aan de ontwikkeling van vijfhonderd producten tegelijk. Daarom is het voor mij het summum van design.” 

Business in Parijs

Laurens van den Acker (52) studeerde aan de TU Delft. Via onder meer Audi en Ford, kwam hij in 2006 terecht bij Mazda, daar ontwierp hij de nieuwe designtaal van het merk. In 2009 stapte hij over naar Renault, waar hij senior vice-president corporate design werd. De eerste auto die hij voor Renault tekende was de Clio. Hij is verantwoordelijk voor het design van Dacia, Renault en Alpine, het sportwagenmerk van de fabrikant

Geplaatst in rubriek:
Bart Kuijpers
Bart Kuijpers

Bart Kuijpers (’80) werkt sinds 2008 bij Automotive. Hij is als redacteur verantwoordelijk voor de portefeuilles Merkkanaal en Occasions. Bart houdt van voetbal en van Radiohead. Hij rijdt sinds februari '23 een Tesla en is daar erg tevreden (relatief betaalbaar en fantastische software) mee, maar hij is verder geen fan van het merk.

Van den Acker (Renault) vertaalt trends naar design | Automotive Online
van den Acker oogst lof

Van den Acker (Renault) vertaalt trends naar design

Bart Kuijpers Bart Kuijpers
• Laatste update:

Het is voor Laurens van den Acker weer even wennen om Nederlands te praten. Zijn taal­gebruik verraadt dat hij al lang weg is uit ons land. Na zijn studietijd heeft Van den Acker immers bijna uitsluitend in het buitenland gewerkt. Hij is een wereldburger die overal uit de voeten kan. Maar hij houdt zich verder niet bezig met zaken als standplaats of dienstverbanden.

Hij moet dan ook echt even nadenken als je hem vraagt hoelang hij nu bij Renault zit (acht jaar). Inmiddels – sinds dit jaar – is de hele line-up van het merk door de Nederlander getekend. “Je kunt niet in een modelgeneratie je stempel op een merk drukken en het imago ervan veranderen, daar ben je langer mee bezig. En dan nog is het bij Renault relatief snel gebeurd”, zegt Van den Acker. Hij kijkt met plezier terug op zijn ‘eerste’ designperiode. “We hebben een coherente, attractieve line-up die internationaal goed aanslaat. Daarnaast hebben we nu veel crossovers. Die waren er eigenlijk nog niet toen ik begon. Kortom, er ligt een sterk fundament onder Renault.” En het werk wordt alleen maar interessanter, verwacht Van den Acker, want er zijn meer uitdagingen dan ooit: “Er is een paar grote trends die een enorme invloed hebben op autodesign. Niet alleen autonoom rijden en elektrisch rijden, maar ook de trend van bezit naar gebruik. Hoe bied je alle nieuwe mogelijkheden aan op een simpele, intuïtieve manier? Dat zijn nu de grote vraagstukken.”

Als mobiliteit een commodity wordt waarbij iemand een auto vaak niet meer koopt, maar kiest voor gebruik als het nodig is, wat is dan nog de functie van design? “Ik denk dat mensen vaak kiezen voor functionaliteit, maar juist daardoor ook de mogelijkheid willen hebben om voor iets exclusievers te ­kiezen als het kan.” Bij de zelfrijdende auto van Google is het uiterlijk ondergeschikt aan de functionaliteit. “Dat is de filosofie van Google. Zij zorgen voor vervoer, zodat jij tijd hebt om Google te gebruiken voor andere zaken.

Benen over elkaar

Zij willen exclusiviteit hebben op de tijdsbesteding van de inzittenden. Auto­fabrikanten kijken hier anders naar. Wij willen mooie auto’s blijven maken waarin de rijbeleving nog altijd centraal staat.” Maar die rijbeleving ziet er over twintig jaar anders uit dan nu. Bij autonoom rijdende auto’s verandert het interieur fundamenteel. Zo moet er een mogelijkheid komen dat alle inzittenden elkaar aankijken. “Als je niet rijdt, dan wil je je stoel kunnen draaien zo­dat je met de mensen achter je kunt praten. Je wilt je benen over elkaar kunnen doen, of kunnen werken. Dat betekent dat het ­interieur veel efficiënter zal moeten worden ingericht.”

Als het gaat om het creëren van een ander, efficiënter interieur, heeft Van den Acker in de elektrische auto een natuurlijke vriend gevonden. “Batterijvermogen vraagt 60 procent ­minder volume ten opzichte van een verbrandingsmotor. Je kunt batterijen op veel manieren wegwerken. Daarnaast is er meer comfort, want er zijn minder trillingen en er is minder lawaai.” Voor Renault-topman Carlos Ghosn, maar ook voor Van den Acker, is de combinatie van EV’s en autonoom rijden daarom ideaal. “Het is een gelukkige combinatie, dat vonden wij al in 2009, ver voor anderen ook die richting op bewogen. Maar het vraagt wel een verandering in je manier van denken. De industrie dacht altijd heel verticaal, maar de toekomst is aan partnerships. Ook een grote autofabrikant moet samenwerken met techbedrijven als Google, Uber of startups die met nieuwe ideeën komen.” 

Dinosauriërs

Bang dat een fabrikant zijn plek verliest in de mobiliteitsketen, is hij niet. “De autofabrikant maakt juist de synthese tussen alle technologische en mobiliteits­­ontwikkelingen mogelijk. Alles komt uiteindelijk samen in een auto. Dat is natuurlijk bijzonder fascinerend om mee te maken, want tot pakweg vijftien jaar geleden waren fabrikanten dinosauriërs die alles zelf deden. Nu zoeken we actief de samenwerking.” Van den Acker denkt niet dat partijen als Google snel zelf auto’s zullen produceren, daarvoor is het proces te complex. “Maar iedereen is bezig zijn aandacht te verbreden en de omgeving te verkennen. En dan uiteindelijk komt het erop neer dat we de juiste experience bieden met al het comfort en gemak dat mogelijk is. In onze visie kunnen we ons daarmee ook onderscheiden van andere fabrikanten. Niet voor iedere parameter (zoals temperatuurregeling en rijmodus, red) honderden opties geven, maar vaste afstellingen in vijftien of twintig settings combineren, bijvoorbeeld comfort, sportiviteit of zakelijk, waardoor we aan iedere berijder van de auto – en in de deeleconomie kunnen dat er meerdere zijn – snel de juiste setting kunnen bieden.” Van den Acker piekert er nog niet over om de autobranche te verlaten. “Een auto is de samenvatting van ongeveer alle vormen van design. Van het maken tot sculpturen, productdesign het ­ontwerpen van alle elementen in en op een auto tot de interface met de ge­bruiker. Een auto staat ongeveer gelijk aan de ontwikkeling van vijfhonderd producten tegelijk. Daarom is het voor mij het summum van design.” 

Business in Parijs

Laurens van den Acker (52) studeerde aan de TU Delft. Via onder meer Audi en Ford, kwam hij in 2006 terecht bij Mazda, daar ontwierp hij de nieuwe designtaal van het merk. In 2009 stapte hij over naar Renault, waar hij senior vice-president corporate design werd. De eerste auto die hij voor Renault tekende was de Clio. Hij is verantwoordelijk voor het design van Dacia, Renault en Alpine, het sportwagenmerk van de fabrikant

Geplaatst in rubriek:
Bart Kuijpers
Bart Kuijpers

Bart Kuijpers (’80) werkt sinds 2008 bij Automotive. Hij is als redacteur verantwoordelijk voor de portefeuilles Merkkanaal en Occasions. Bart houdt van voetbal en van Radiohead. Hij rijdt sinds februari '23 een Tesla en is daar erg tevreden (relatief betaalbaar en fantastische software) mee, maar hij is verder geen fan van het merk.