Nederlandse toppers in het buitenland: Lex Kerssemakers (Volvo)

Wim Oude Weernink Wim Oude Weernink
• Laatste update:

“Je bouwt een enorm brede ervaring op en je krijgt bovendien respect voor andere culturen en mensen; je wordt ook toleranter”, zegt hij. Een voorbeeld: “Vooral als Nederlanders zijn wij in staat ons aan te passen en snel te schakelen. In een raad van bestuur kun je meteen je internationale ervaring in het beslissingstraject gooien. Dat weten multinationals al jaren, voor dergelijke bedrijven moet je internationaal hebben gewerkt.” Natuurlijk beseft hij ook dat een loopbaan elders in de wereld negatieve kanten heeft: “Je kunt vanuit het buitenland geen sociaal leven opbouwen in je thuisland. Er zijn alleen de familiebanden. Maar wij hebben altijd een huis in Nederland aangehouden. In Zweden zaten onze kinderen op de internationale school, die kregen de brede internationale visie op de wereld ook daar al in een vroeg stadium mee, plus een uitstekende talenkennis. Daarvan profiteren zij inmiddels ook. Mijn advies is: neem de uitdaging van een functie in het buitenland altijd aan. Maar zorg er wel voor dat je je roots behoudt voor de tijd dat je carrière afloopt. Want dat heb ik ook in het buitenland geleerd: we hebben het in Nederland erg goed!” 

Nou, we voeren net als onze collega’s veel gesprekken in Washington, maar iedereen volgt toch wel zijn eigen koers.

Les Kerssemakers, senior vice-president Americas & president and ceo Volvo Car USA

Standplaats: New York, VS

Voordat Lex Kerssemakers naar de VS vertrok, werkte hij 33 jaar in allerlei functies binnen Volvo, veelal in het buitenland – eigenlijk werkte hij in Nederland maar vijf jaar voor Volvo. In de Verenigde Staten moet hij Volvo naar een marktaandeel van 1 procent helpen, iets dat mede door de bouw van een fabriek in South Carolina moet worden gerealiseerd.

Op zijn gat

Vanaf zomer 2018 gaat Kerssemakers de bouw van een nieuwe Volvo-fabriek begeleiden. Mooi getimed in het kader van president Trumps wens in Amerika zelf auto’s te bouwen en daarmee banen te creëren. Nuchter als altijd geeft de Brabander antwoord. “Hoe de sfeer is? Nou, we voeren net als onze collega’s veel gesprekken in Washington, maar iedereen volgt toch wel zijn eigen koers. Wij blijven gewoon ons ding doen. We scheppen directe werkgelegenheid voor tweeduizend mensen, plus tienduizend indirecte banen. In South Carolina, waar BMW en Mercedes-Benz al zo’n jaar of vijftien produceren, is men erg actief en ook coöperatief bij het opzetten van een nieuwe fabriek.” Toen Kerssemakers in 2014 naar Amerika werd uitgezonden, lag de verkoop daar met slechts 57 duizend eenheden zogezegd op z’n gat. Tien jaar eerder waren het er nog 140 duizend. Kerssemakers: “Dat was vooral een probleem van valutaschommelingen. Nu zitten we met een nieuw probleem: een tekort aan auto’s en dat is Amerika een ramp. Dealers kunnen hier niet vooruitkijken naar wat in de pipeline zit, maar willen altijd een gezonde voorraad. En dat lukt nu even niet, omdat onze verkoop eind 2016 sterk aantrok en met name de aanvoer van de XC90 stagneert. Onze doelstelling is uiteindelijk een afzet van 150 duizend stuks per jaar in de VS, dat is een marktaandeel van ongeveer 1 procent. Met als usp nog altijd veiligheid. Nog een aanvullende informatie: in het aankoopproces heeft een potentiële klant 16 keer op internet gekeken, 1,4 keer een dealershowroom bezocht en er 1 keer een proefrit gemaakt.”

Boeing

Volvo gaat in zijn nieuwe fabriek de S60 produceren, op het zogenaamde SPA-platform. “Niet alleen voor de Amerikaanse markt, maar ook voor andere wereldmarkten,” zegt Kerssemakers. “Onze eerste doelstelling ligt bij 15 auto’s per uur, wat neerkomt op 60 duizend eenheden per jaar, maar we gaan uiteindelijk naar 130 duizend.” Bepaalde onderdelen en componenten zoals motoren en carrosseriedelen worden nog geïmporteerd. De plaatselijk toegevoegde waarde – local content – ligt tussen de 35-40 procent. Maar hoe zit zijn locale organisatie in elkaar? Kerssemakers: “We hebben veel Zweeds management dat ook in onze fabriek in het Chinese Chengdu ervaring opdeed. Aan de assemblagelijn vind je vooral werknemers uit South Carolina, de ‘witte boorden’ komen nog van buitenaf. Kwaliteit is natuurlijk van groot belang. Daarom werken we volgens onze ‘global bill of process’. Vakmanschap is bij de rekrutering niet zo’n probleem – dat kun je mensen leren. Maar betrokkenheid is juist enorm belangrijk en in zijn algemeenheid staat de arbeidsethiek hier op hoog niveau. De behoefte aan werknemersorganisatie is daarbij gering. Een paar mijl van van onze  fabriek staat een Boeing-vestiging. Daar heeft 73 procent van de werknemers tegen oprichting van een vakbond gestemd.”

Lees hier het interview met Martijn ten Brink.

Geplaatst in rubriek:
Wim Oude Weernink
Wim Oude Weernink

Wim Oude Weernink is als freelance journalist verbonden aan Automotive en geldt als een van de nestors van de Nederlandse autojournalistiek. Voor Automotive analyseert hij de ontwikkelingen in de internationale autobranche.

Nederlandse toppers in het buitenland: Lex Kerssemakers (Volvo) | Automotive Online

Nederlandse toppers in het buitenland: Lex Kerssemakers (Volvo)

Wim Oude Weernink Wim Oude Weernink
• Laatste update:

“Je bouwt een enorm brede ervaring op en je krijgt bovendien respect voor andere culturen en mensen; je wordt ook toleranter”, zegt hij. Een voorbeeld: “Vooral als Nederlanders zijn wij in staat ons aan te passen en snel te schakelen. In een raad van bestuur kun je meteen je internationale ervaring in het beslissingstraject gooien. Dat weten multinationals al jaren, voor dergelijke bedrijven moet je internationaal hebben gewerkt.” Natuurlijk beseft hij ook dat een loopbaan elders in de wereld negatieve kanten heeft: “Je kunt vanuit het buitenland geen sociaal leven opbouwen in je thuisland. Er zijn alleen de familiebanden. Maar wij hebben altijd een huis in Nederland aangehouden. In Zweden zaten onze kinderen op de internationale school, die kregen de brede internationale visie op de wereld ook daar al in een vroeg stadium mee, plus een uitstekende talenkennis. Daarvan profiteren zij inmiddels ook. Mijn advies is: neem de uitdaging van een functie in het buitenland altijd aan. Maar zorg er wel voor dat je je roots behoudt voor de tijd dat je carrière afloopt. Want dat heb ik ook in het buitenland geleerd: we hebben het in Nederland erg goed!” 

Nou, we voeren net als onze collega’s veel gesprekken in Washington, maar iedereen volgt toch wel zijn eigen koers.

Les Kerssemakers, senior vice-president Americas & president and ceo Volvo Car USA

Standplaats: New York, VS

Voordat Lex Kerssemakers naar de VS vertrok, werkte hij 33 jaar in allerlei functies binnen Volvo, veelal in het buitenland – eigenlijk werkte hij in Nederland maar vijf jaar voor Volvo. In de Verenigde Staten moet hij Volvo naar een marktaandeel van 1 procent helpen, iets dat mede door de bouw van een fabriek in South Carolina moet worden gerealiseerd.

Op zijn gat

Vanaf zomer 2018 gaat Kerssemakers de bouw van een nieuwe Volvo-fabriek begeleiden. Mooi getimed in het kader van president Trumps wens in Amerika zelf auto’s te bouwen en daarmee banen te creëren. Nuchter als altijd geeft de Brabander antwoord. “Hoe de sfeer is? Nou, we voeren net als onze collega’s veel gesprekken in Washington, maar iedereen volgt toch wel zijn eigen koers. Wij blijven gewoon ons ding doen. We scheppen directe werkgelegenheid voor tweeduizend mensen, plus tienduizend indirecte banen. In South Carolina, waar BMW en Mercedes-Benz al zo’n jaar of vijftien produceren, is men erg actief en ook coöperatief bij het opzetten van een nieuwe fabriek.” Toen Kerssemakers in 2014 naar Amerika werd uitgezonden, lag de verkoop daar met slechts 57 duizend eenheden zogezegd op z’n gat. Tien jaar eerder waren het er nog 140 duizend. Kerssemakers: “Dat was vooral een probleem van valutaschommelingen. Nu zitten we met een nieuw probleem: een tekort aan auto’s en dat is Amerika een ramp. Dealers kunnen hier niet vooruitkijken naar wat in de pipeline zit, maar willen altijd een gezonde voorraad. En dat lukt nu even niet, omdat onze verkoop eind 2016 sterk aantrok en met name de aanvoer van de XC90 stagneert. Onze doelstelling is uiteindelijk een afzet van 150 duizend stuks per jaar in de VS, dat is een marktaandeel van ongeveer 1 procent. Met als usp nog altijd veiligheid. Nog een aanvullende informatie: in het aankoopproces heeft een potentiële klant 16 keer op internet gekeken, 1,4 keer een dealershowroom bezocht en er 1 keer een proefrit gemaakt.”

Boeing

Volvo gaat in zijn nieuwe fabriek de S60 produceren, op het zogenaamde SPA-platform. “Niet alleen voor de Amerikaanse markt, maar ook voor andere wereldmarkten,” zegt Kerssemakers. “Onze eerste doelstelling ligt bij 15 auto’s per uur, wat neerkomt op 60 duizend eenheden per jaar, maar we gaan uiteindelijk naar 130 duizend.” Bepaalde onderdelen en componenten zoals motoren en carrosseriedelen worden nog geïmporteerd. De plaatselijk toegevoegde waarde – local content – ligt tussen de 35-40 procent. Maar hoe zit zijn locale organisatie in elkaar? Kerssemakers: “We hebben veel Zweeds management dat ook in onze fabriek in het Chinese Chengdu ervaring opdeed. Aan de assemblagelijn vind je vooral werknemers uit South Carolina, de ‘witte boorden’ komen nog van buitenaf. Kwaliteit is natuurlijk van groot belang. Daarom werken we volgens onze ‘global bill of process’. Vakmanschap is bij de rekrutering niet zo’n probleem – dat kun je mensen leren. Maar betrokkenheid is juist enorm belangrijk en in zijn algemeenheid staat de arbeidsethiek hier op hoog niveau. De behoefte aan werknemersorganisatie is daarbij gering. Een paar mijl van van onze  fabriek staat een Boeing-vestiging. Daar heeft 73 procent van de werknemers tegen oprichting van een vakbond gestemd.”

Lees hier het interview met Martijn ten Brink.

Geplaatst in rubriek:
Wim Oude Weernink
Wim Oude Weernink

Wim Oude Weernink is als freelance journalist verbonden aan Automotive en geldt als een van de nestors van de Nederlandse autojournalistiek. Voor Automotive analyseert hij de ontwikkelingen in de internationale autobranche.