Ontmanteling van een pionier

Wat gaat nieuwe eigenaar Schadenet doen met het failliete Care?

Redactie Redactie

Tekst: Luberto van Buiten, rob van de Laar en Floor Vink

Care Schadeservice werd in 1992 opgericht door leasemaatschappij Athlon Car Lease, met als strategie om de schades van de eigen – en later ook van andere – leasemaatschappijen af te handelen. Het toen opgezette profiel is in de jaren erna nauwelijks gewijzigd, ook niet toen Care in 2006 werd verkocht aan investeringsmaatschappij NPM en de toenmalige directie, onder leiding van Johan van Klinken. Onder diens leiding werd een groot aantal bedrijven aangekocht, met als grootste wapenfeit de overname van Van Leeuwen in Brabant, toen nog ABS-lid.

Care nam in de loop der jaren niet alleen diverse bedrijven over, maar stootte er ook weer een aantal af; vandaar dat het aantal vestigingen nu op 51 staat, evenveel als in 2009. Volgens de laatste directeur Bouwe van Wijk een keurig ­aantal, met één probleem: de bezetting. “We kunnen er 140 duizend schades kwijt, maar we herstellen er 100 duizend”, vertelde hij al eens aan Automotive. Dit hiaat werd bovendien eerder groter dan kleiner, nadat onder andere een grote opdrachtgever (Alphabet Car Lease) na 25 jaar de opdracht aan een andere partij gunde.

Goodwill

De afgelopen vijf jaar noteerde Care louter rode cijfers; in 2011 bedroeg het nettoresultaat 1,3 miljoen euro in de min, in 2013 was het verlies al opgelopen tot ruim 18 miljoen euro (voornamelijk als gevolg van een grote afboeking van de goodwill, waarschijnlijk na een herwaardering van het bedrijf en reorganisatiekosten). Dit verklaart het grote verschil met het resultaat voor belastingen en bijzondere lasten: dit resultaat (de ebitda) stond in 2013 op 6,2 miljoen euro positief. Eind 2013 stond er 64 miljoen euro aan goodwill geactiveerd op de balans. Goodwill moet worden geactiveerd bij overnames en wordt afgeschreven over een aantal jaren. Deze afschrijving drukte zwaar op de winst- en verliesrekening. Voormalig directeur Kees-Jan Bus, en ook zijn opvolger Bouwe van Wijk, lieten als eens weten dat Care operationeel niet eens zo slecht draait als de cijfers doen vermoeden. Buiten de eigen keten was de heersende gedachte dat het bedrijf te snel wilde groeien, in aantal vestigingen en in omzet, waarbij de grote afhankelijkheid van de lease het bedrijf mede parten speelde. De marges op leaseschades zijn doorgaans lager dan die op verzekeringsschade. Volgens ingewijden bedroeg de schadelast uit lease bij Care de laatste jaren ongeveer 800 euro gemiddeld, en bij verzekeraarswerk 950 euro.

Piloot

Het is zaak voor de huidige eigenaar van de boedel, Schadenet, om de balans in het gestuurde werk tussen lease- en verzekeringsschade niet te veel naar die eerste te laten doorslaan. Ook de overhead bij Care was te groot; daar werd in 2014 dan ook flink in gesneden. De vestigingen werden vanaf dat moment aangestuurd door clustermanagers, een wijziging die door Van Wijk bij zijn aanstelling weer ongedaan werd gemaakt: hij wilde de ‘piloot terug op de kist’, ofwel een manager op elke vestiging.

Schadenet, sinds het faillissement van Care vorige week de nieuwe eigenaar, is momenteel druk bezig om de Care-vestigingen onder te brengen in het huidige netwerk (zie ook tijdlijn). Naar verwachting worden er ongeveer 25 in het netwerk opge­nomen, waarbij nog onduidelijk is of deze met bestaande ­vestigingen worden samengevoegd of dat ze zelfstandig (maar wel onder de naam Schadenet) gaan opereren. Dat betekent dat voor veel van de achthonderd personeelsleden bij de vestigingen nog veel onduidelijkheid heerst. De kans dat de vestigingen die Schadenet niet opneemt snel onder een nieuwe eigenaar verdergaan, is zeer klein. De franchiseketen is namelijk van plan om de resterende vestigingen te ontmantelen, zodat ze niet opnieuw als schade­bedrijf worden gebruikt. Op deze manier moet er worden bij­gedragen aan de broodnodige sanering in de branche, waar de capaciteit vele malen groter is dan het aanbod.

Voor Care is het nu wel van belang wat de zakelijke opdracht­gevers gaan doen. Bij de verzekeraars wachten de grote spelers rustig af; zij sturen immers op individueel niveau, en dat bekent dat ze op elk moment de sturing kunnen aanpassen om niet te veel werk bij één bedrijf dan wel keten onder te brengen. Bij Schadegarant staan er op dit moment relatief weinig Care-vestigingen hoog in de ‘sturingsranglijst’, die wordt samengesteld op basis van onder andere dossierafwikkeling, schadebedrag en klanttevredenheid. Het verzekeraarsnetwerk wil zelf niet zeggen hoeveel schades de 22 voormalige Care-vestigingen in het netwerk aan schades toebedeeld kregen, maar voor Schadenet is het vooral zaak om het kwaliteitsniveau van de aan te sluiten vestigingen snel op het niveau van de bestaande te krijgen.

Wij hebben tijd om ons huiswerk te doen.

Huiswerk

Bij lease­maatschappijen ligt dit anders: zij sturen immers naar een ge­selecteerd aantal ketens. Veel van hen hebben een contract met zowel Care als Schadenet. Nu Care failliet is, wordt veel van dat werk naar Schadenet gestuurd.

Door bedrijven te ontmantelen wil Schadenet een bijdrage leveren aan de sanering in de branche.

Dat is echter nog geen besluit voor de lange termijn. Leasemaatschappijen gebruiken de komende weken om hun huiswerk te maken. Dat bekent vooral dat ze het risicoprofiel van hun schadeportefeuille zullen afwegen, omdat ze niet te afhankelijk willen worden van één ­speler. Andere schadeketens en -bedrijven zullen daarom al voorzichtig op een sigarendoosje wat berekeningen maken. Want als Schadenet de helft van het aantal Care-schades ­binnenboord weet te houden – wat al optimistisch is, gezien het feit dat vooral leasemaatschappijen hun schades zullen herverdelen – dan ­blijven er dus 50 duizend over voor de andere marktspelers. Voornamelijk die spelers die lid zijn van een keten, want daar gaat de meeste leaseomzet naartoe. En dat is ook waar Care zich volgens ingewijden vooral op heeft stukgebeten.

Eieren in het mandje

Van de top 25 leasemaatschappijen hebben vele een contract met zowel Care als Schadenet. Wat gaan zij nu doen? 

ALD Automotive heeft het afgelopen jaar op Benelux-niveau een tender uitgeschreven voor het schadeherstel. Care en Schadenet kwamen daar als partners uit. Frank Alofs, operationeel directeur van ALD Automotive, had zijn lopende schades bij Care al na de surseance naar Schadenet overgebracht. Ook als tussenoplossing is Schadenet een ideale partner. “Onze berijders worden goed ge­holpen en wij hebben de tijd om ons huiswerk te doen. Enkele jaren ­geleden hebben we de policy ingevoerd om met meerdere leveranciers te werken. Daardoor word je niet te veel afhankelijk van één partner.”

Ook Rogier van Ewijk, directeur van Terberg Leasing met Care en Schadenet als schadepartners, had zo’n ­zestig auto’s die ingepland stonden bij Care naar Schadenet overgeheveld. “Voor de tussentijd; we zijn nu bezig analyses te maken zodat we strategisch onze herverdeling kunnen ­kiezen. Willen we wel of niet al onze eieren in één mandje stoppen? Of zoeken we er een nieuwe partner bij? Wat doet dat met onze inkooppositie? Dat zijn vragen waar we ons nu over buigen.”

Tussenoplossing

Friesland Lease brengt volgens de Automotive Top 24 Leasemaatschappijen 90 procent van de duizend jaarlijkse schades naar Care. “Dat was al afgebouwd naar 75 procent”, vertelt directeur Jan Baljeu. Friesland Lease werkt verder met regionale spelers in Friesland, onder meer Autoland Van den Brug, dat direct na het faillissement bekend maakte de vestigingen in Heerenveen en Drachten over te nemen. Van den Brug is ook aan­deelhouder bij Friesland Lease. 

De Care-problematiek gaat voor de Friese leasemaatschappij verder dan alleen schadesturing. “Care deed voor ons ook het innameproces van eindecontract-auto’s. Daar bedenken we nu ook een tussenoplossing voor. Er zijn in ieder geval genoeg alternatieve partijen in de markt”, aldus Baljeu.

De Van Mossel Autoschadegroep had al negen Schadenet-vestigingen en directeur Eric Berkhof meldde deze week vijf Care-vestigingen over te nemen. “Wij hopen dat de omzet van de nieuwe vestigingen wordt gecontinueerd. Dat vullen we aan met omzetten van onze leasemaatschappij International Car Lease Holding.”

Care Schadeservice: van oprichting tot faillissement

aum01 pag14 opendossier care

1989
Hugo Pietersz richt herstelketen Vira op als onderdeel van Riva (nu Athlon). De keten is bedoeld om de eigen schades, en later ook schades van andere leasemaatschappijen, efficiënt te kunnen afwikkelen. 

1990
Riva koopt eerste schadebedrijf in Utrecht.

1992
Vira telt 5 vestigingen en wordt omgedoopt tot Care Schadeservice.

1994
Care groeit door naar 20 vestigingen; de omzet stijgt tot boven de 50 miljoen in ­guldens.

1999
De omzet komt voor het eerst boven de
50 miljoen euro.

2002
Het aantal vestigingen groeit naar 47. Omzet (rond de 90 miljoen) en winst ­(6 miljoen) bereiken een hoogtepunt.

aum01 pag14 opendossier care2

2003
Care zorgt voor ophef door particulieren met meer dan duizend euro schade tijdelijk een mountainbike cadeau te doen. Er maken meer dan tweeduizend klanten gebruik van.
Twee jaar later doet Care samen met Unigarant nog een fiets­actie: tussenpersonen die 15 polissen verkopen, mogen een ­gratis mountainbike komen ophalen. Schadegarant is woest en dreigt met een boycot. De actie wordt afgeblazen.

2004
Introductie accidentmanagement onder de naam Nexius. ­Veroorzaakte een storm (Care zou immers omzet naar de eigen keten gaan sturen, was de kritiek van fleetowners), maar ­uit­eindelijk alleen in een glas water.

2004
Care en Unigarant leggen de basis voor harde schadesturing: verzekerden worden verplicht naar Care te gaan.

2004
Omzet 74 miljoen euro, winst 2,6 miljoen.

2005
Oprichter/directeur Hugo Pietersz wordt opgevolgd
door Johan van Klinken.

2005 Omzet daalt naar 67 miljoen euro, winst 2,4 miljoen.

schermafbeelding 2017 01 23 om 14.25.45

2006
Van Klinken roept opdrachtgevers op rekening te houden met de marge van schadeherstellers: ‘Sterke partnerships zullen ­leiden tot een blijvend lage schadelast, tevreden verzekerden en een goede kwaliteit. Dan moet je de ­schadehersteller wel een marge gunnen om te investeren.’

2006
Athlon verkoopt Care aan NPM Capital en de directie
(Van Klinken en Ton van Dalen).

2007
Overname schadebedrijf Carflexs (9 vestigingen) en
JB Carrosserie in België van Leaseplan.

2008
De omzet is door een groot aantal overnames in de voorgaande jaren sterk gegroeid tot rond de 200 miljoen euro.

2010
AAC Capital neemt het meerderheidsbelang over van NPM. Care heeft op dat moment 66 ­vestigingen in Nederland en België.

schermafbeelding 2017 01 23 om 14.37.38

2011-2012
Care doet diverse over­names, ­waaronder Van Leeuwen (ex-ABS, 6 ­vestigingen; op de foto Van Klinken en Kjeld en Marly van Leeuwen.) 

2013
Van Klinken wordt commissaris bij Care ­Inter­national. Kees-Jan Bus volgt hem op.

schermafbeelding 2017 01 23 om 14.31.30

2013
Naamswijziging in Care Autoschade.

2014
Verlies 27 miljoen euro. De vele overnames van de laatste jaren drukken zwaar op de balans. Daarnaast blijven de marges onder druk staan. In november maakt Care bekend het netwerk te gaan opdelen in vestigingen voor complexe, cosmetische en reguliere schades.

schermafbeelding 2017 01 23 om 14.32.14

Juni 2015
Rabo Private Equity neemt Care over. Van Klinken en Van Dalen trekken zich terug als aandeelhouder. Volgens Bus wordt het bestaande beleid, gericht op differentiatie tussen complexe en cosmetische schades, doorgezet. Care telt dan 54 vestigingen in Nederland en 14 in België. De overname door Rabo wordt mede ingegeven door een lening van 55 miljoen euro die het bankconcern heeft uitstaan bij Care. Koop, ­reorganisatie en verkoop moeten die lening veiligstellen. 

Begin 2016
Bus stapt op; Bouwe van Wijk wordt algemeen directeur.

Maart 2016
Met een saneringsslag is het resultaat verbeterd, zegt Van Wijk. Verder snoeien is niet aan de orde: nu moet er groei komen. ‘Ons probleem zit niet in het aantal mensen, maar in de ­werkplaatsbezetting.’

December 2016
De Belgische tak wordt verkocht aan Carglass. Er gaan ­geruchten over een overname van de Nederlandse vestigingen. Stern-baas Henk van der Kwast zegt geïnteresseerd te zijn. ‘Het bedrijf is in huidige vorm niet levensvatbaar. Maar ­Rabobank zal het niet zomaar failliet laten gaan.’ Later die maand krijgt Erac Beheer, moederbedrijf van Care, uitstel van betaling.

Januari 2017
Care wordt failliet verklaard; Schadenet neemt het bedrijf over. Bij het ter perse gaan van dit nummer is van de volgende bedrijven bekend dat ze een aantal Care-vestigingen in hun stal opnemen: Van Mossel (5 Care-vestigingen erbij), Möller (2), ­Van den Brug (2), Martin Schilder Groep (2), Bourguignon (1) en Van As (1). 

Geplaatst in rubriek:
Redactie
Redactie

De redactie van Automotive is dagelijks op zoek naar het laatste nieuws uit de autobranche. Heeft u een tip voor ons? Stuur dan een mail naar redactie@automotive-online.nl, of bel 010 - 280 1000.

Wat gaat nieuwe eigenaar Schadenet doen met het failliete Care? | Automotive Online
Ontmanteling van een pionier

Wat gaat nieuwe eigenaar Schadenet doen met het failliete Care?

Redactie Redactie

Tekst: Luberto van Buiten, rob van de Laar en Floor Vink

Care Schadeservice werd in 1992 opgericht door leasemaatschappij Athlon Car Lease, met als strategie om de schades van de eigen – en later ook van andere – leasemaatschappijen af te handelen. Het toen opgezette profiel is in de jaren erna nauwelijks gewijzigd, ook niet toen Care in 2006 werd verkocht aan investeringsmaatschappij NPM en de toenmalige directie, onder leiding van Johan van Klinken. Onder diens leiding werd een groot aantal bedrijven aangekocht, met als grootste wapenfeit de overname van Van Leeuwen in Brabant, toen nog ABS-lid.

Care nam in de loop der jaren niet alleen diverse bedrijven over, maar stootte er ook weer een aantal af; vandaar dat het aantal vestigingen nu op 51 staat, evenveel als in 2009. Volgens de laatste directeur Bouwe van Wijk een keurig ­aantal, met één probleem: de bezetting. “We kunnen er 140 duizend schades kwijt, maar we herstellen er 100 duizend”, vertelde hij al eens aan Automotive. Dit hiaat werd bovendien eerder groter dan kleiner, nadat onder andere een grote opdrachtgever (Alphabet Car Lease) na 25 jaar de opdracht aan een andere partij gunde.

Goodwill

De afgelopen vijf jaar noteerde Care louter rode cijfers; in 2011 bedroeg het nettoresultaat 1,3 miljoen euro in de min, in 2013 was het verlies al opgelopen tot ruim 18 miljoen euro (voornamelijk als gevolg van een grote afboeking van de goodwill, waarschijnlijk na een herwaardering van het bedrijf en reorganisatiekosten). Dit verklaart het grote verschil met het resultaat voor belastingen en bijzondere lasten: dit resultaat (de ebitda) stond in 2013 op 6,2 miljoen euro positief. Eind 2013 stond er 64 miljoen euro aan goodwill geactiveerd op de balans. Goodwill moet worden geactiveerd bij overnames en wordt afgeschreven over een aantal jaren. Deze afschrijving drukte zwaar op de winst- en verliesrekening. Voormalig directeur Kees-Jan Bus, en ook zijn opvolger Bouwe van Wijk, lieten als eens weten dat Care operationeel niet eens zo slecht draait als de cijfers doen vermoeden. Buiten de eigen keten was de heersende gedachte dat het bedrijf te snel wilde groeien, in aantal vestigingen en in omzet, waarbij de grote afhankelijkheid van de lease het bedrijf mede parten speelde. De marges op leaseschades zijn doorgaans lager dan die op verzekeringsschade. Volgens ingewijden bedroeg de schadelast uit lease bij Care de laatste jaren ongeveer 800 euro gemiddeld, en bij verzekeraarswerk 950 euro.

Piloot

Het is zaak voor de huidige eigenaar van de boedel, Schadenet, om de balans in het gestuurde werk tussen lease- en verzekeringsschade niet te veel naar die eerste te laten doorslaan. Ook de overhead bij Care was te groot; daar werd in 2014 dan ook flink in gesneden. De vestigingen werden vanaf dat moment aangestuurd door clustermanagers, een wijziging die door Van Wijk bij zijn aanstelling weer ongedaan werd gemaakt: hij wilde de ‘piloot terug op de kist’, ofwel een manager op elke vestiging.

Schadenet, sinds het faillissement van Care vorige week de nieuwe eigenaar, is momenteel druk bezig om de Care-vestigingen onder te brengen in het huidige netwerk (zie ook tijdlijn). Naar verwachting worden er ongeveer 25 in het netwerk opge­nomen, waarbij nog onduidelijk is of deze met bestaande ­vestigingen worden samengevoegd of dat ze zelfstandig (maar wel onder de naam Schadenet) gaan opereren. Dat betekent dat voor veel van de achthonderd personeelsleden bij de vestigingen nog veel onduidelijkheid heerst. De kans dat de vestigingen die Schadenet niet opneemt snel onder een nieuwe eigenaar verdergaan, is zeer klein. De franchiseketen is namelijk van plan om de resterende vestigingen te ontmantelen, zodat ze niet opnieuw als schade­bedrijf worden gebruikt. Op deze manier moet er worden bij­gedragen aan de broodnodige sanering in de branche, waar de capaciteit vele malen groter is dan het aanbod.

Voor Care is het nu wel van belang wat de zakelijke opdracht­gevers gaan doen. Bij de verzekeraars wachten de grote spelers rustig af; zij sturen immers op individueel niveau, en dat bekent dat ze op elk moment de sturing kunnen aanpassen om niet te veel werk bij één bedrijf dan wel keten onder te brengen. Bij Schadegarant staan er op dit moment relatief weinig Care-vestigingen hoog in de ‘sturingsranglijst’, die wordt samengesteld op basis van onder andere dossierafwikkeling, schadebedrag en klanttevredenheid. Het verzekeraarsnetwerk wil zelf niet zeggen hoeveel schades de 22 voormalige Care-vestigingen in het netwerk aan schades toebedeeld kregen, maar voor Schadenet is het vooral zaak om het kwaliteitsniveau van de aan te sluiten vestigingen snel op het niveau van de bestaande te krijgen.

Wij hebben tijd om ons huiswerk te doen.

Huiswerk

Bij lease­maatschappijen ligt dit anders: zij sturen immers naar een ge­selecteerd aantal ketens. Veel van hen hebben een contract met zowel Care als Schadenet. Nu Care failliet is, wordt veel van dat werk naar Schadenet gestuurd.

Door bedrijven te ontmantelen wil Schadenet een bijdrage leveren aan de sanering in de branche.

Dat is echter nog geen besluit voor de lange termijn. Leasemaatschappijen gebruiken de komende weken om hun huiswerk te maken. Dat bekent vooral dat ze het risicoprofiel van hun schadeportefeuille zullen afwegen, omdat ze niet te afhankelijk willen worden van één ­speler. Andere schadeketens en -bedrijven zullen daarom al voorzichtig op een sigarendoosje wat berekeningen maken. Want als Schadenet de helft van het aantal Care-schades ­binnenboord weet te houden – wat al optimistisch is, gezien het feit dat vooral leasemaatschappijen hun schades zullen herverdelen – dan ­blijven er dus 50 duizend over voor de andere marktspelers. Voornamelijk die spelers die lid zijn van een keten, want daar gaat de meeste leaseomzet naartoe. En dat is ook waar Care zich volgens ingewijden vooral op heeft stukgebeten.

Eieren in het mandje

Van de top 25 leasemaatschappijen hebben vele een contract met zowel Care als Schadenet. Wat gaan zij nu doen? 

ALD Automotive heeft het afgelopen jaar op Benelux-niveau een tender uitgeschreven voor het schadeherstel. Care en Schadenet kwamen daar als partners uit. Frank Alofs, operationeel directeur van ALD Automotive, had zijn lopende schades bij Care al na de surseance naar Schadenet overgebracht. Ook als tussenoplossing is Schadenet een ideale partner. “Onze berijders worden goed ge­holpen en wij hebben de tijd om ons huiswerk te doen. Enkele jaren ­geleden hebben we de policy ingevoerd om met meerdere leveranciers te werken. Daardoor word je niet te veel afhankelijk van één partner.”

Ook Rogier van Ewijk, directeur van Terberg Leasing met Care en Schadenet als schadepartners, had zo’n ­zestig auto’s die ingepland stonden bij Care naar Schadenet overgeheveld. “Voor de tussentijd; we zijn nu bezig analyses te maken zodat we strategisch onze herverdeling kunnen ­kiezen. Willen we wel of niet al onze eieren in één mandje stoppen? Of zoeken we er een nieuwe partner bij? Wat doet dat met onze inkooppositie? Dat zijn vragen waar we ons nu over buigen.”

Tussenoplossing

Friesland Lease brengt volgens de Automotive Top 24 Leasemaatschappijen 90 procent van de duizend jaarlijkse schades naar Care. “Dat was al afgebouwd naar 75 procent”, vertelt directeur Jan Baljeu. Friesland Lease werkt verder met regionale spelers in Friesland, onder meer Autoland Van den Brug, dat direct na het faillissement bekend maakte de vestigingen in Heerenveen en Drachten over te nemen. Van den Brug is ook aan­deelhouder bij Friesland Lease. 

De Care-problematiek gaat voor de Friese leasemaatschappij verder dan alleen schadesturing. “Care deed voor ons ook het innameproces van eindecontract-auto’s. Daar bedenken we nu ook een tussenoplossing voor. Er zijn in ieder geval genoeg alternatieve partijen in de markt”, aldus Baljeu.

De Van Mossel Autoschadegroep had al negen Schadenet-vestigingen en directeur Eric Berkhof meldde deze week vijf Care-vestigingen over te nemen. “Wij hopen dat de omzet van de nieuwe vestigingen wordt gecontinueerd. Dat vullen we aan met omzetten van onze leasemaatschappij International Car Lease Holding.”

Care Schadeservice: van oprichting tot faillissement

aum01 pag14 opendossier care

1989
Hugo Pietersz richt herstelketen Vira op als onderdeel van Riva (nu Athlon). De keten is bedoeld om de eigen schades, en later ook schades van andere leasemaatschappijen, efficiënt te kunnen afwikkelen. 

1990
Riva koopt eerste schadebedrijf in Utrecht.

1992
Vira telt 5 vestigingen en wordt omgedoopt tot Care Schadeservice.

1994
Care groeit door naar 20 vestigingen; de omzet stijgt tot boven de 50 miljoen in ­guldens.

1999
De omzet komt voor het eerst boven de
50 miljoen euro.

2002
Het aantal vestigingen groeit naar 47. Omzet (rond de 90 miljoen) en winst ­(6 miljoen) bereiken een hoogtepunt.

aum01 pag14 opendossier care2

2003
Care zorgt voor ophef door particulieren met meer dan duizend euro schade tijdelijk een mountainbike cadeau te doen. Er maken meer dan tweeduizend klanten gebruik van.
Twee jaar later doet Care samen met Unigarant nog een fiets­actie: tussenpersonen die 15 polissen verkopen, mogen een ­gratis mountainbike komen ophalen. Schadegarant is woest en dreigt met een boycot. De actie wordt afgeblazen.

2004
Introductie accidentmanagement onder de naam Nexius. ­Veroorzaakte een storm (Care zou immers omzet naar de eigen keten gaan sturen, was de kritiek van fleetowners), maar ­uit­eindelijk alleen in een glas water.

2004
Care en Unigarant leggen de basis voor harde schadesturing: verzekerden worden verplicht naar Care te gaan.

2004
Omzet 74 miljoen euro, winst 2,6 miljoen.

2005
Oprichter/directeur Hugo Pietersz wordt opgevolgd
door Johan van Klinken.

2005 Omzet daalt naar 67 miljoen euro, winst 2,4 miljoen.

schermafbeelding 2017 01 23 om 14.25.45

2006
Van Klinken roept opdrachtgevers op rekening te houden met de marge van schadeherstellers: ‘Sterke partnerships zullen ­leiden tot een blijvend lage schadelast, tevreden verzekerden en een goede kwaliteit. Dan moet je de ­schadehersteller wel een marge gunnen om te investeren.’

2006
Athlon verkoopt Care aan NPM Capital en de directie
(Van Klinken en Ton van Dalen).

2007
Overname schadebedrijf Carflexs (9 vestigingen) en
JB Carrosserie in België van Leaseplan.

2008
De omzet is door een groot aantal overnames in de voorgaande jaren sterk gegroeid tot rond de 200 miljoen euro.

2010
AAC Capital neemt het meerderheidsbelang over van NPM. Care heeft op dat moment 66 ­vestigingen in Nederland en België.

schermafbeelding 2017 01 23 om 14.37.38

2011-2012
Care doet diverse over­names, ­waaronder Van Leeuwen (ex-ABS, 6 ­vestigingen; op de foto Van Klinken en Kjeld en Marly van Leeuwen.) 

2013
Van Klinken wordt commissaris bij Care ­Inter­national. Kees-Jan Bus volgt hem op.

schermafbeelding 2017 01 23 om 14.31.30

2013
Naamswijziging in Care Autoschade.

2014
Verlies 27 miljoen euro. De vele overnames van de laatste jaren drukken zwaar op de balans. Daarnaast blijven de marges onder druk staan. In november maakt Care bekend het netwerk te gaan opdelen in vestigingen voor complexe, cosmetische en reguliere schades.

schermafbeelding 2017 01 23 om 14.32.14

Juni 2015
Rabo Private Equity neemt Care over. Van Klinken en Van Dalen trekken zich terug als aandeelhouder. Volgens Bus wordt het bestaande beleid, gericht op differentiatie tussen complexe en cosmetische schades, doorgezet. Care telt dan 54 vestigingen in Nederland en 14 in België. De overname door Rabo wordt mede ingegeven door een lening van 55 miljoen euro die het bankconcern heeft uitstaan bij Care. Koop, ­reorganisatie en verkoop moeten die lening veiligstellen. 

Begin 2016
Bus stapt op; Bouwe van Wijk wordt algemeen directeur.

Maart 2016
Met een saneringsslag is het resultaat verbeterd, zegt Van Wijk. Verder snoeien is niet aan de orde: nu moet er groei komen. ‘Ons probleem zit niet in het aantal mensen, maar in de ­werkplaatsbezetting.’

December 2016
De Belgische tak wordt verkocht aan Carglass. Er gaan ­geruchten over een overname van de Nederlandse vestigingen. Stern-baas Henk van der Kwast zegt geïnteresseerd te zijn. ‘Het bedrijf is in huidige vorm niet levensvatbaar. Maar ­Rabobank zal het niet zomaar failliet laten gaan.’ Later die maand krijgt Erac Beheer, moederbedrijf van Care, uitstel van betaling.

Januari 2017
Care wordt failliet verklaard; Schadenet neemt het bedrijf over. Bij het ter perse gaan van dit nummer is van de volgende bedrijven bekend dat ze een aantal Care-vestigingen in hun stal opnemen: Van Mossel (5 Care-vestigingen erbij), Möller (2), ­Van den Brug (2), Martin Schilder Groep (2), Bourguignon (1) en Van As (1). 

Geplaatst in rubriek:
Redactie
Redactie

De redactie van Automotive is dagelijks op zoek naar het laatste nieuws uit de autobranche. Heeft u een tip voor ons? Stuur dan een mail naar redactie@automotive-online.nl, of bel 010 - 280 1000.