Volgens de nieuwe bepalingen in de Wet Werk en Zekerheid (WWZ) mag een tijdelijk ingehuurde medewerker niet meer na drie, maar pas na zes maanden opnieuw ingezet worden bij hetzelfde bedrijf. En dat betekent dat een bandenbedrijf tijdens de wisselperiodes niet zomaar meer dezelfde medewerkers kan inzetten. Jerry Knies, verantwoordelijk voor verkoop & marketing bij Van Klei Bandenimport, denkt dat het probleem voor Van Klei wel meevalt. “Ons verkoopteam is altijd even groot, maar in onze magazijnen hebben ze tijdens de wisselweken wel degelijk hulpkrachten nodig. Die komen via een uitzendbureau en zijn niet bij ons in dienst. Van de nieuwe WWZ-bepalingen hebben we dus geen last.” Erwin Holterhues, beleidsmedewerker sociale zaken bij de Vaco, plaatst daar kanttekeningen bij. Want waar het vroeger toegestaan was om werknemers drie maal een tijdelijk contract aan te bieden over een periode van 36 maanden, mag dat nu nog maar drie keer gedurende 24 maanden. De regeling voor uitzendbureaus is weliswaar iets soepeler, maar in principe niet anders. “Er moet vaker van werkgever gewisseld worden en daardoor neemt de bereidheid bij werkgevers om te investeren in kennis en kunde af. Bovendien brengt de wijziging in de WWZ extra administratieve controles met zich mee. Je moet immers zeker zijn dat je niemand vaker inhuurt dan is toegestaan.”

Grillige winters

Werknemers rekruteren via een uitzendbureau is dus geen waterdichte mogelijkheid om de inzet van tijdelijk personeel op piekmomenten te omzeilen. Maar gaan we ooit nog pieken zien bij de winterbandenwissels? Er is immers al jaren geen sprake meer van serieuze winterse omstandigheden. In november zaten de mensen nog op het terras en in januari werden er alweer temperaturen boven de 14° Celsius gemeten. Waarom zou je dan begin oktober al op winterbanden overstappen? Schijn bedriegt, zegt KNMI-woordvoerder Cees Molenaars. Over een langere periode gemeten zijn de winters niet warmer, maar door de gestegen temperatuur van het water in de Atlantische Oceaan verlopen ze wel grilliger. “Warmer zeewater zorgt voor meer neerslag en een lagere treksnelheid: buien blijven langer op één plaats hangen en dat kan lokaal overlast geven. De ijzel in het noorden van afgelopen januari is er een goed voorbeeld van.” Uit risicocalculaties blijkt volgens Molenaars niet dat de kans op winters weer afneemt of dat de periode korter wordt waarin dit zich kan voordoen: “We kunnen zó weer drie winters met een Elfstedentocht achter elkaar krijgen.” De zachte winters van de afgelopen jaren vormen dus geen goed excuus om de winterband gedag te zeggen. Bovendien: leasemaatschappijen schrijven ze hoe dan ook voor en wie op wintersport gaat, kan om wettelijke redenen niet zonder. Al accepteren steeds meer landen ook de vierseizoenenband.

De wisselweken duren langer dan vroeger.

‘Niet kortingen of premies, maar het weer bepaalt de wisselpiek.’

Betere spreiding

Maar het warme weer heeft wel invloed op de spreiding van de bandenwissels, constateert Vaco-branchemanager Edwin Brinksma. In de praktijk duren de wisselweken langer dan vroeger. Van de 2,5 miljoen theoretische bandenwissels die jaarlijks plaatsvinden, werd in 2014 92,5 procent (2.312.500 wissels) uitgevoerd voor de winter inviel. Een jaar later daalde dat aantal naar 85 procent (goed voor 2.125.000 wissels). “Daarnaast hebben de bandenspecialisten maatregelen genomen om capaciteitsproblemen tegen te gaan zoals die zich in de winter van 2010/11 voordeden. Er is bijvoorbeeld geïnvesteerd in extra hefbruggen voor een snellere afhandeling door een gelijk aantal werknemers.” De procedures zijn ook strakker geworden. Zowel de specialisten als de autobedrijven roepen hun klanten steeds vaker op tijdig een afspraak te maken voor de bandenwissel, merkt Brinksma. Belangrijk is verder dat leasemaatschappijen hun mailingen niet meer ineens versturen, maar uitgesmeerd over een wat langere periode. Ook dit gaat pieken en daarmee de noodzaak om tijdelijk extra personeel in te huren tegen. Maar extra inhuur blijft altijd nodig. Het gaat dan ook om grote aantallen. Grote fitters onderzoeken of ze een soort pool van arbeidskrachten kunnen oprichten waardoor medewerkers kunnen rouleren over bandenbedrijven. Maar soms volstaat wat creativiteit. DGA Maurice Nooteboom van Nooteboom Banden heeft het probleem op een bijzondere manier opgelost. “In de drukke maanden beginnen onze monteurs vroeger en werken ze 's avonds langer door. Dat kunnen ze 's zomers compenseren. Zo kunnen we het af zonder veel extra personeel.” Van de tien mensen die hij jaarlijks alsnog op tijdelijke basis inzet, komen er gemiddeld vijf of zes alsnog bij hem in vaste dienst. “Natuurlijk moet dat allemaal maar kunnen. Wij hebben een bandengroothandel, we maken deel uit van Profile Tyre Center en hebben ook een autobedrijf. Daardoor kan ik schuiven met mensen. Zo zet ik monteurs wel eens in als chauffeur op een vrachtwagen.” Particuliere klanten motiveren om hun banden eerder te laten wisselen, blijft lastig. “We hebben het geprobeerd met kortingen of premies, maar uiteindelijk geeft het weer de doorslag.”

Volgens de nieuwe bepalingen in de Wet Werk en Zekerheid (WWZ) mag een tijdelijk ingehuurde medewerker niet meer na drie, maar pas na zes maanden opnieuw ingezet worden bij hetzelfde bedrijf. En dat betekent dat een bandenbedrijf tijdens de wisselperiodes niet zomaar meer dezelfde medewerkers kan inzetten. Jerry Knies, verantwoordelijk voor verkoop & marketing bij Van Klei Bandenimport, denkt dat het probleem voor Van Klei wel meevalt. “Ons verkoopteam is altijd even groot, maar in onze magazijnen hebben ze tijdens de wisselweken wel degelijk hulpkrachten nodig. Die komen via een uitzendbureau en zijn niet bij ons in dienst. Van de nieuwe WWZ-bepalingen hebben we dus geen last.” Erwin Holterhues, beleidsmedewerker sociale zaken bij de Vaco, plaatst daar kanttekeningen bij. Want waar het vroeger toegestaan was om werknemers drie maal een tijdelijk contract aan te bieden over een periode van 36 maanden, mag dat nu nog maar drie keer gedurende 24 maanden. De regeling voor uitzendbureaus is weliswaar iets soepeler, maar in principe niet anders. “Er moet vaker van werkgever gewisseld worden en daardoor neemt de bereidheid bij werkgevers om te investeren in kennis en kunde af. Bovendien brengt de wijziging in de WWZ extra administratieve controles met zich mee. Je moet immers zeker zijn dat je niemand vaker inhuurt dan is toegestaan.”

Grillige winters

Werknemers rekruteren via een uitzendbureau is dus geen waterdichte mogelijkheid om de inzet van tijdelijk personeel op piekmomenten te omzeilen. Maar gaan we ooit nog pieken zien bij de winterbandenwissels? Er is immers al jaren geen sprake meer van serieuze winterse omstandigheden. In november zaten de mensen nog op het terras en in januari werden er alweer temperaturen boven de 14° Celsius gemeten. Waarom zou je dan begin oktober al op winterbanden overstappen? Schijn bedriegt, zegt KNMI-woordvoerder Cees Molenaars. Over een langere periode gemeten zijn de winters niet warmer, maar door de gestegen temperatuur van het water in de Atlantische Oceaan verlopen ze wel grilliger. “Warmer zeewater zorgt voor meer neerslag en een lagere treksnelheid: buien blijven langer op één plaats hangen en dat kan lokaal overlast geven. De ijzel in het noorden van afgelopen januari is er een goed voorbeeld van.” Uit risicocalculaties blijkt volgens Molenaars niet dat de kans op winters weer afneemt of dat de periode korter wordt waarin dit zich kan voordoen: “We kunnen zó weer drie winters met een Elfstedentocht achter elkaar krijgen.” De zachte winters van de afgelopen jaren vormen dus geen goed excuus om de winterband gedag te zeggen. Bovendien: leasemaatschappijen schrijven ze hoe dan ook voor en wie op wintersport gaat, kan om wettelijke redenen niet zonder. Al accepteren steeds meer landen ook de vierseizoenenband.

De wisselweken duren langer dan vroeger.

‘Niet kortingen of premies, maar het weer bepaalt de wisselpiek.’

Betere spreiding

Maar het warme weer heeft wel invloed op de spreiding van de bandenwissels, constateert Vaco-branchemanager Edwin Brinksma. In de praktijk duren de wisselweken langer dan vroeger. Van de 2,5 miljoen theoretische bandenwissels die jaarlijks plaatsvinden, werd in 2014 92,5 procent (2.312.500 wissels) uitgevoerd voor de winter inviel. Een jaar later daalde dat aantal naar 85 procent (goed voor 2.125.000 wissels). “Daarnaast hebben de bandenspecialisten maatregelen genomen om capaciteitsproblemen tegen te gaan zoals die zich in de winter van 2010/11 voordeden. Er is bijvoorbeeld geïnvesteerd in extra hefbruggen voor een snellere afhandeling door een gelijk aantal werknemers.” De procedures zijn ook strakker geworden. Zowel de specialisten als de autobedrijven roepen hun klanten steeds vaker op tijdig een afspraak te maken voor de bandenwissel, merkt Brinksma. Belangrijk is verder dat leasemaatschappijen hun mailingen niet meer ineens versturen, maar uitgesmeerd over een wat langere periode. Ook dit gaat pieken en daarmee de noodzaak om tijdelijk extra personeel in te huren tegen. Maar extra inhuur blijft altijd nodig. Het gaat dan ook om grote aantallen. Grote fitters onderzoeken of ze een soort pool van arbeidskrachten kunnen oprichten waardoor medewerkers kunnen rouleren over bandenbedrijven. Maar soms volstaat wat creativiteit. DGA Maurice Nooteboom van Nooteboom Banden heeft het probleem op een bijzondere manier opgelost. “In de drukke maanden beginnen onze monteurs vroeger en werken ze 's avonds langer door. Dat kunnen ze 's zomers compenseren. Zo kunnen we het af zonder veel extra personeel.” Van de tien mensen die hij jaarlijks alsnog op tijdelijke basis inzet, komen er gemiddeld vijf of zes alsnog bij hem in vaste dienst. “Natuurlijk moet dat allemaal maar kunnen. Wij hebben een bandengroothandel, we maken deel uit van Profile Tyre Center en hebben ook een autobedrijf. Daardoor kan ik schuiven met mensen. Zo zet ik monteurs wel eens in als chauffeur op een vrachtwagen.” Particuliere klanten motiveren om hun banden eerder te laten wisselen, blijft lastig. “We hebben het geprobeerd met kortingen of premies, maar uiteindelijk geeft het weer de doorslag.”