2015 begon zoals de jaren er voor waren geeindigd. Dalende consumentenbestedingen aan onderhoud en reparatie. De aftersalesmonitor van Bovag en RAI Vereniging laat jaar op jaar een kleiner bedrag zien dat gemiddeld wordt besteed bij een garagebezoek. Partspoint-ceo Cor Baltus weet bijna zeker dat de monitor van 2015 een trendbreuk zal laten zien. “Het consumentenvertrouwen was de afgelopen jaren laag en de brandstofprijzen hoog. Dat is nooit goed voor de autobranche. Je kunt merken dat beide 180 graden zijn gedraaid. De CBS-cijfers zijn een bevestiging van de ontwikkeling die we bij onszelf zien. De volumes nemen toe, maar de marges blijven wel onder druk staan.” Baltus sprak eind vorig jaar de verwachting uit met Partspoint een omzet van 100 tot 150 miljoen euro te halen in 2016. “Zoals het er nu uitziet komen we op een dubbele omzet uit ten opzichte van die forecast. Dat komt voor een deel omdat we sindsdien veel overnames hebben gedaan en autonoom zijn we ook gegroeid. Je ziet dat de overnames een accumulerend effect hebben. Een overeenkomst als die met Bosch komt voort uit de overname van AD Benelux. Verder hebben we ons financiele resultaat kunnen verbeteren. Door de toegenomen schaalgrote kunnen we kosten van overhead en logistiek breder uitsmeren.”

Een van de bedrijven die Partspoint dit jaar inlijfde was USN-Centuri. Kwik-Fit besloot zijn grossierstak van de hand te doen omdat deze volgens directeur Martin Post niet goed genoeg meer paste bij de garageketen en te klein dreigde te worden. “In banden zijn we een van de grootste spelers van Europa en dat levert veel inkoopvoordeel op, maar in onderdelen waren we een relatief kleine speler. De rest van de marktpartijen groeit in een enorm hoog tempo, daar konden wij niet in mee. Ik verwacht een prijzenoorlog als deze bedrijven de integratie van de door hen overgenomen partijen afgerond hebben. Daar wil je als kleine speler niet tussen zitten”, zegt Post. “Verder maken we als Kwik-Fit een ontwikkeling door van fitter naar kwaliteitsonderhoud. Daar horen ook andere onderdelen bij die we als USN-Centuri niet zo breed op voorraad konden nemen en distribueren als ons huidige aanbod. Dit bestond vooral uit hardlopende slijtdelen voor de onderkant van de markt.” Vakgarage sloot dit jaar opnieuw een overeenkomst van vijf jaar met Vrooam, het samenwerkingsverband van grossiers met Sator/Fource als hoofdleverancier. Sator is marktleider in aftermarketonderdelen en Partspoints grootste concurrent.

Verbazing

Vakgarage-voorzitter Christien den Uil zegt de turbulentie bij grossiers en hun leveranciers met verbazing te volgen, maar er binnen Vakgarage weinig van te merken. “Je ziet dat de prijzen van onderdelen onder druk staan en iedereen zijn marges overeind probeert te houden. Toch kan het zo zijn dat je met minder marge genoegen moet nemen. De verkoop van auto-onderdelen via internet is weliswaar niet zo'n grote bedreiging gebleken als verwacht. Het heeft wel voor meer transparantie gezorgd.”

Navraag onder autobedrijven leert dat ze het jaar gemiddeld met een zes waarderen. Een meerderheid verwacht dat 2016 beter wordt en is ook optimistisch over de komende vijf jaar. De aantrekkende economie, herstel van consumentenvertrouwen, de toevoeging van nieuwe diensten en minder fiscale prikkels zijn hiervan de belangrijkste oorzaken. Zowel Vakgarage als Kwik-Fit zagen de omzet van hun leden en vestigingen in de loop van het jaar stijgen. “Het is druk geweest dit jaar”, zegt Vakgarage-voorzitter Christien den Uil. “Maar niet vanaf het begin. Januari en februari waren matig, maar in maart realiseerden onze franchisenemers een gemiddelde omzetstijging van 42 procent. Dat is natuurlijk waanzinnig veel in vergelijking met de afgelopen jaren. We hebben overigens nooit ingeleverd, maar van substanti”ele groei was geen sprake. De economie trekt weer aan, je ziet het op de weg er staan weer files. Mensen durven weer geld uit te geven ook aan auto-onderhoud. We horen van onze franchisenemers terug dat ze ook minder gezeur krijgen over de rekening.” Volgens Den Uil hebben veel garagebedrijven in de crisisjaren een efficiencyslag gemaakt en afscheid genomen van personeel. Met minder monteurs wordt nu meer werk verzet. De onderhoudsintervallen worden groter, maar er worden wel meer onderdelen versleuteld per bezoek, signaleert de Vakgarage-voorzitter. Er wordt wat meer vervangen dan gerepareerd en vaak gaat het dan complete units. Bij elektronica bijvoorbeeld. “Daar valt niet veel aan te repareren en wordt daarom vervangen.”

Strenger

Een trend dit zich ook in 2015 doorzet is de groei van de garageconcepten. Het aandeel universele garages dat geen lid is van een franchiseformule daalt gestaag. Bij Bovag is inmiddels een derde van de leden lid van een concept en Bovag verwacht dat uiteindelijk de helft van de leden aansluiting zoekt bij een werkplaatsformule. Vakgarage had zichzelf als doel gesteld dit jaar uit te groeien tot 275 leden. Het werden er uiteindelijk 250. “We krijgen ontzettend veel nieuwe aanvragen, zeker sinds Vakgarage Heinneman autobedrijf van het jaar werd en we met een acht de hoogste score haalden in het tevredenheidsonderzoek van Bovag. Vanuit het bestuur hebben we het verzoek gekregen om strenger te selecteren. We zeggen dus vaker nee en het verloop is groter. Normaal bedraagt dit zo'n vijf bedrijven per jaar. Dit jaar waren het er wat meer. De oorspronkelijke ambitie voor 2016 was 300 leden. We zetten nu in op 275 en ons einddoel is 350 Vakgarage's in Nederland maar daar plakken we geen datum op.” Op de onderhoudsmarkt blijft het wel dringen. In de afgelopen jaren hebben de dealers vol ingezet op het terugwinnen van de klant. Ze moeten want de lage nieuwverkoop leidt tot minder werkplaatsvulling. Vandaar dat dealers vol inzetten op occasions en universele serviceconcepten. Die laatste zijn inmiddels ruim voorradig en zoals uit het dealerholdingtop-overzicht uit dit nummer blijkt, hebben steeds meer dealers een universeel autobedrijf. Dat gaat met vallen en opstaan, want voor veel dealers is dit een nieuwe tak van sport. Voor dealers is de lage nieuwverkoop een groot probleem, voor de fitters zijn dat de zachte winters van de afgelopen jaren en de toegenomen prijstransparantie. Daarom sleutelen de fitters aan hun businessmodel.

Verdienmodel onder druk

Met alleen banden valt lastig geld te verdienen. Door de vele internetaanbieders van banden blijkt het lastig om nog marge te realiseren. Vandaar dat fitters proberen een groter deel van de onderhoudskoek mee te pikken. Bij Profile is de naam omgedoopt in Profile Car & Tyre, waarmee duidelijk wordt dat de keten meer onderhoud wil, al stootte het garageformule James op verzoek van de eigen leden af. Bij Kwik-Fit bieden inmiddels zo'n 100 van de 180 vestigingen merkservice aan jonge auto's met behoud van de fabrieksgarantie. “We hebben veel geïnvesteerd in speciaalgereedschap, een kennisbank en trainingen. Daardoor kunnen we op de meeste locaties nu distributieriemen vervangen bijvoorbeeld”, zegt directeur Martin Post. “We hebben de transitie ingezet van fitter naar totaal onderhoud van hoge kwaliteit. Maar dan wel voor prijzen die gemiddeld 30 procent lager liggen dan bij de dealer.”

2015 begon zoals de jaren er voor waren geeindigd. Dalende consumentenbestedingen aan onderhoud en reparatie. De aftersalesmonitor van Bovag en RAI Vereniging laat jaar op jaar een kleiner bedrag zien dat gemiddeld wordt besteed bij een garagebezoek. Partspoint-ceo Cor Baltus weet bijna zeker dat de monitor van 2015 een trendbreuk zal laten zien. “Het consumentenvertrouwen was de afgelopen jaren laag en de brandstofprijzen hoog. Dat is nooit goed voor de autobranche. Je kunt merken dat beide 180 graden zijn gedraaid. De CBS-cijfers zijn een bevestiging van de ontwikkeling die we bij onszelf zien. De volumes nemen toe, maar de marges blijven wel onder druk staan.” Baltus sprak eind vorig jaar de verwachting uit met Partspoint een omzet van 100 tot 150 miljoen euro te halen in 2016. “Zoals het er nu uitziet komen we op een dubbele omzet uit ten opzichte van die forecast. Dat komt voor een deel omdat we sindsdien veel overnames hebben gedaan en autonoom zijn we ook gegroeid. Je ziet dat de overnames een accumulerend effect hebben. Een overeenkomst als die met Bosch komt voort uit de overname van AD Benelux. Verder hebben we ons financiele resultaat kunnen verbeteren. Door de toegenomen schaalgrote kunnen we kosten van overhead en logistiek breder uitsmeren.”

Een van de bedrijven die Partspoint dit jaar inlijfde was USN-Centuri. Kwik-Fit besloot zijn grossierstak van de hand te doen omdat deze volgens directeur Martin Post niet goed genoeg meer paste bij de garageketen en te klein dreigde te worden. “In banden zijn we een van de grootste spelers van Europa en dat levert veel inkoopvoordeel op, maar in onderdelen waren we een relatief kleine speler. De rest van de marktpartijen groeit in een enorm hoog tempo, daar konden wij niet in mee. Ik verwacht een prijzenoorlog als deze bedrijven de integratie van de door hen overgenomen partijen afgerond hebben. Daar wil je als kleine speler niet tussen zitten”, zegt Post. “Verder maken we als Kwik-Fit een ontwikkeling door van fitter naar kwaliteitsonderhoud. Daar horen ook andere onderdelen bij die we als USN-Centuri niet zo breed op voorraad konden nemen en distribueren als ons huidige aanbod. Dit bestond vooral uit hardlopende slijtdelen voor de onderkant van de markt.” Vakgarage sloot dit jaar opnieuw een overeenkomst van vijf jaar met Vrooam, het samenwerkingsverband van grossiers met Sator/Fource als hoofdleverancier. Sator is marktleider in aftermarketonderdelen en Partspoints grootste concurrent.

Verbazing

Vakgarage-voorzitter Christien den Uil zegt de turbulentie bij grossiers en hun leveranciers met verbazing te volgen, maar er binnen Vakgarage weinig van te merken. “Je ziet dat de prijzen van onderdelen onder druk staan en iedereen zijn marges overeind probeert te houden. Toch kan het zo zijn dat je met minder marge genoegen moet nemen. De verkoop van auto-onderdelen via internet is weliswaar niet zo'n grote bedreiging gebleken als verwacht. Het heeft wel voor meer transparantie gezorgd.”

Navraag onder autobedrijven leert dat ze het jaar gemiddeld met een zes waarderen. Een meerderheid verwacht dat 2016 beter wordt en is ook optimistisch over de komende vijf jaar. De aantrekkende economie, herstel van consumentenvertrouwen, de toevoeging van nieuwe diensten en minder fiscale prikkels zijn hiervan de belangrijkste oorzaken. Zowel Vakgarage als Kwik-Fit zagen de omzet van hun leden en vestigingen in de loop van het jaar stijgen. “Het is druk geweest dit jaar”, zegt Vakgarage-voorzitter Christien den Uil. “Maar niet vanaf het begin. Januari en februari waren matig, maar in maart realiseerden onze franchisenemers een gemiddelde omzetstijging van 42 procent. Dat is natuurlijk waanzinnig veel in vergelijking met de afgelopen jaren. We hebben overigens nooit ingeleverd, maar van substanti”ele groei was geen sprake. De economie trekt weer aan, je ziet het op de weg er staan weer files. Mensen durven weer geld uit te geven ook aan auto-onderhoud. We horen van onze franchisenemers terug dat ze ook minder gezeur krijgen over de rekening.” Volgens Den Uil hebben veel garagebedrijven in de crisisjaren een efficiencyslag gemaakt en afscheid genomen van personeel. Met minder monteurs wordt nu meer werk verzet. De onderhoudsintervallen worden groter, maar er worden wel meer onderdelen versleuteld per bezoek, signaleert de Vakgarage-voorzitter. Er wordt wat meer vervangen dan gerepareerd en vaak gaat het dan complete units. Bij elektronica bijvoorbeeld. “Daar valt niet veel aan te repareren en wordt daarom vervangen.”

Strenger

Een trend dit zich ook in 2015 doorzet is de groei van de garageconcepten. Het aandeel universele garages dat geen lid is van een franchiseformule daalt gestaag. Bij Bovag is inmiddels een derde van de leden lid van een concept en Bovag verwacht dat uiteindelijk de helft van de leden aansluiting zoekt bij een werkplaatsformule. Vakgarage had zichzelf als doel gesteld dit jaar uit te groeien tot 275 leden. Het werden er uiteindelijk 250. “We krijgen ontzettend veel nieuwe aanvragen, zeker sinds Vakgarage Heinneman autobedrijf van het jaar werd en we met een acht de hoogste score haalden in het tevredenheidsonderzoek van Bovag. Vanuit het bestuur hebben we het verzoek gekregen om strenger te selecteren. We zeggen dus vaker nee en het verloop is groter. Normaal bedraagt dit zo'n vijf bedrijven per jaar. Dit jaar waren het er wat meer. De oorspronkelijke ambitie voor 2016 was 300 leden. We zetten nu in op 275 en ons einddoel is 350 Vakgarage's in Nederland maar daar plakken we geen datum op.” Op de onderhoudsmarkt blijft het wel dringen. In de afgelopen jaren hebben de dealers vol ingezet op het terugwinnen van de klant. Ze moeten want de lage nieuwverkoop leidt tot minder werkplaatsvulling. Vandaar dat dealers vol inzetten op occasions en universele serviceconcepten. Die laatste zijn inmiddels ruim voorradig en zoals uit het dealerholdingtop-overzicht uit dit nummer blijkt, hebben steeds meer dealers een universeel autobedrijf. Dat gaat met vallen en opstaan, want voor veel dealers is dit een nieuwe tak van sport. Voor dealers is de lage nieuwverkoop een groot probleem, voor de fitters zijn dat de zachte winters van de afgelopen jaren en de toegenomen prijstransparantie. Daarom sleutelen de fitters aan hun businessmodel.

Verdienmodel onder druk

Met alleen banden valt lastig geld te verdienen. Door de vele internetaanbieders van banden blijkt het lastig om nog marge te realiseren. Vandaar dat fitters proberen een groter deel van de onderhoudskoek mee te pikken. Bij Profile is de naam omgedoopt in Profile Car & Tyre, waarmee duidelijk wordt dat de keten meer onderhoud wil, al stootte het garageformule James op verzoek van de eigen leden af. Bij Kwik-Fit bieden inmiddels zo'n 100 van de 180 vestigingen merkservice aan jonge auto's met behoud van de fabrieksgarantie. “We hebben veel geïnvesteerd in speciaalgereedschap, een kennisbank en trainingen. Daardoor kunnen we op de meeste locaties nu distributieriemen vervangen bijvoorbeeld”, zegt directeur Martin Post. “We hebben de transitie ingezet van fitter naar totaal onderhoud van hoge kwaliteit. Maar dan wel voor prijzen die gemiddeld 30 procent lager liggen dan bij de dealer.”