Autodelen geniet volop aandacht en de nieuwe initiatieven vliegen je dan ook om de oren. Zo gaat BMW peer2peer (consumenten onderling) autodelen, is Ford een concept in Londen gestart en lanceerde Reinald Bronkhorst, directeur van autobedrijf Van Leeuwen Auto's, het deelautoconcept Stapp.in in Barneveld. Het businessmodel van een deelauto is echter nog geen cashcow en een definitieve doorbraak van delen blijft dan ook al jaren uit. Een van de grote problemen voor autodelen zijn de hoge verzekeringspremies. In juni ondertekenden dertig partijen de Green Deal Autodelen (zie kader) om de deelauto een impuls te geven. In die Green Deal is op het gebied van verzekeringen te lezen dat er meer verzekeringsproducten voor autodelen op de markt moeten komen, meer aanbieders en dat de bestaande verzekeringsproducten verder moeten worden ontwikkeld. Niels de Greef is directeur van het concept Parkflyrent, dat een eigen verzekeringsproduct heeft laten ontwikkelen. “Deelautoverzekeringen zijn nog niet winstgevend voor verzekeraars, voor hen is het ook een ontdekkingsreis wat wel en niet werkt.” Volgens Bronkhorst hebben veel verzekeraars nog altijd koudwatervrees als het gaat om deelautoverzekeringen.

Risicoprofiel inschatten

Centraal Beheer (Achmea) was de eerste verzekeraar die het aan durfde om deelauto's te verzekeren. Centraal Beheer sprong in 2011 in het diepe door als eerste verzekeraar een peer2peer deelautoconcept te verzekeren: Snappcar. Het gaat in dit geval om een vrij nieuwe vorm van verzekeren: de vervangende verzekeringspolis. Een – meestal particulier – verhuurt zijn auto aan een ander. De autoverzekering van deze consument staat het niet toe dat deze verhuurd wordt. Er komt een all-risk polis overheen, geldig tijdens de verhuurperiode. Op die manier blijven ook de no claim, schadevrije jaren en eigen risico van een bestuurder buiten schot. De premies voor deze autodelers zijn vrij hoog. Hoger dan voor autobezitters, dat bevestigt Centraal Beheer. Dat komt volgens de verzekeraar doordat het risicoprofiel van een deelauto in het begin werd gelijkgeschakeld aan dat van een huurauto. “In het allereerste begin, toen er nog geen ervaringscijfers voorhanden waren, was dit de meest logische stap. We hebben toen enkele risico's hoger ingeschat, bijvoorbeeld identiteitsfraude en verduistering, en andere risico's weer lager, vanuit de gedachte dat mensen voorzichtiger omgaan met een auto van een particulier dan met een bedrijfs- of zakelijke auto”, legt Centraal Beheer-woordvoerder, Viola Teepe, uit. Inmiddels worden peer2peer-deelautoconcepten Snappcar, Wego en Mywheels allemaal door Centraal Beheer verzekerd. Ook Share2use is met de verzekeraar in gesprek, maar die onderhandelingen lopen ook met andere maatschappijen, benadrukt directeur Cees Klaassen. Bovemij is via Parkflyrent in het peer2peer-delen gestapt.

Vertrouwen winnen

Niet alleen het risicoprofiel heeft invloed op de prijs van de verzekering. Volgens Mark Brussen, consultant en eigenaar van het consultancybureau voor autoverzekeraars Assumotive, valt ook op gebied van inkoop nog veel te verbeteren. “Na de afschrijving is de verzekering de hoogste kostenpost van een deelauto. In de exploitatie moet een prijs zo laag mogelijk zijn. Om dat te bereiken, moet je scherp inkopen, dat geldt ook voor verzekeringen. Vooral de hoge premies van verzekeraars houden de kostprijs van autodelen op dit moment hoog.” Dat beaamt ook De Greef, zijn bedrijf Parkflyrent biedt reizigers een gratis parkeerplek bij Schiphol als zij hun auto laten verhuren tijdens hun vliegreis. Ook hij heeft een tweede verzekering die de primaire verzekering afdekt tijdens de huurperiode. “Een verzekering maakt al gauw 15 tot 20 procent uit van de kostprijs van een deelauto. Het is een cruciaal onderdeel van het autodelen om het vertrouwen van berijders te winnen.”

Eigen Risico

Niet alleen de premies zijn hoger voor autodelers dan voor -bezitters, het eigen risico begint ook vaak pas bij 500 euro. “Op die manier voorkom je dat klanten oude schades aangeven. Het voorkomt een discussie”, aldus Brussen. Bij Parkflyrent staat het eigen risico standaard op duizend euro, maar dat is volgens De Greef te verlagen naar 250 euro. Gerard Scheenstra is mede-eigenaar van verzekeringsadviesbureau Inseur en de medearchitect van de Parkflyrent-verzekering. “Het zijn knopjes waar je aan kunt draaien, net als bij de zorgverzekering. Dan betaal je een hoger huurbedrag in ruil voor een lager eigen risico”, legt Scheenstra uit, die ook de Green Deel Autodelen ondertekende. Hij denkt dat er nog genoeg te optimaliseren is bij deelautoverzekeringen. “Het afdekken van risico's kost nu eenmaal geld en een auto is duur. De sociale impact van deelinitiatieven is duidelijk (Inseur ontwierp ook de verzekering van spullenleen-initiatief Peerby, red), maar er is vaak in het begin nog geen eenduidig verdienmodel. Er zijn nog geen betrouwbare cijfers over de schadelast en de premie- inkomsten. Meer ervaring en meer volume leveren daarnaast een beter beeld van de risico's, daar kan de premie op worden aangepast.”

Vaste Berijders

Volgens de assurantiespecialisten zijn er genoeg oplossingen waardoor de premies omlaag kunnen. De klassieke structuur van een verzekering moet daarvoor verdwijnen. Ook Centraal Beheer meent dat er op het gebied van tarifering, eigen risico's, condities en schadebehandeling nog voldoende te optimaliseren is, maar wil niet in details treden. Volgens Brussen moet het idee dat een deelauto een huurauto is, worden losgelaten. “Deelauto's worden vaak regionaal gebruikt. En anders dan bij huurauto's zijn het steeds terugkerende klanten. Een auto krijgt als het ware een groepje vaste berijders. Niet een eenmalige toerist, zoals in de traditionele verhuur vaak voorkomt. De discussie die nu speelt tussen de branche en de verzekeringswereld gaat er dan ook over dat wij vinden dat het risico van een deelauto veel lager ligt dan bij een huurauto en dat de premie dus ook lager zou moeten liggen.” Een andere oplossing zou volgens Brussen zijn dat er een vaste lage verzekering wordt betaald en vervolgens een variabel deel per kilometer. “Of je geeft vaste berijders korting bij goed rijgedrag. Je kan bijvoorbeeld een verzekering koppelen aan een rijbewijs, zodat je altijd je rijgedraghistorie meeneemt.” Een koppeling in de verzekering met de historie van een berijder is ook het uitgangspunt geweest van Scheenstra. Inseur koos voor Parkflyrent Bovemij als risicodrager voor de verzekering. In de nieuwe versie van die verzekering wordt die koppeling toegevoegd. Inseur kreeg in de Green Deal de opdracht met een whitelabel-oplossing te komen voor deelautoverzekeringen, waar verschillende verzekeraars als risicodrager aan kunnen deelnemen. “De risico's moeten natuurlijk gedekt worden, maar door een goede screening aan de voordeur en een historie van de berijder, is dat afgedekt. De deeleconomie wordt een persoonlijke zaak en door die persoonlijke data te gebruiken kunnen risico's heel nauwkeurig worden ingeschat.”

Autodelen geniet volop aandacht en de nieuwe initiatieven vliegen je dan ook om de oren. Zo gaat BMW peer2peer (consumenten onderling) autodelen, is Ford een concept in Londen gestart en lanceerde Reinald Bronkhorst, directeur van autobedrijf Van Leeuwen Auto's, het deelautoconcept Stapp.in in Barneveld. Het businessmodel van een deelauto is echter nog geen cashcow en een definitieve doorbraak van delen blijft dan ook al jaren uit. Een van de grote problemen voor autodelen zijn de hoge verzekeringspremies. In juni ondertekenden dertig partijen de Green Deal Autodelen (zie kader) om de deelauto een impuls te geven. In die Green Deal is op het gebied van verzekeringen te lezen dat er meer verzekeringsproducten voor autodelen op de markt moeten komen, meer aanbieders en dat de bestaande verzekeringsproducten verder moeten worden ontwikkeld. Niels de Greef is directeur van het concept Parkflyrent, dat een eigen verzekeringsproduct heeft laten ontwikkelen. “Deelautoverzekeringen zijn nog niet winstgevend voor verzekeraars, voor hen is het ook een ontdekkingsreis wat wel en niet werkt.” Volgens Bronkhorst hebben veel verzekeraars nog altijd koudwatervrees als het gaat om deelautoverzekeringen.

Risicoprofiel inschatten

Centraal Beheer (Achmea) was de eerste verzekeraar die het aan durfde om deelauto's te verzekeren. Centraal Beheer sprong in 2011 in het diepe door als eerste verzekeraar een peer2peer deelautoconcept te verzekeren: Snappcar. Het gaat in dit geval om een vrij nieuwe vorm van verzekeren: de vervangende verzekeringspolis. Een – meestal particulier – verhuurt zijn auto aan een ander. De autoverzekering van deze consument staat het niet toe dat deze verhuurd wordt. Er komt een all-risk polis overheen, geldig tijdens de verhuurperiode. Op die manier blijven ook de no claim, schadevrije jaren en eigen risico van een bestuurder buiten schot. De premies voor deze autodelers zijn vrij hoog. Hoger dan voor autobezitters, dat bevestigt Centraal Beheer. Dat komt volgens de verzekeraar doordat het risicoprofiel van een deelauto in het begin werd gelijkgeschakeld aan dat van een huurauto. “In het allereerste begin, toen er nog geen ervaringscijfers voorhanden waren, was dit de meest logische stap. We hebben toen enkele risico's hoger ingeschat, bijvoorbeeld identiteitsfraude en verduistering, en andere risico's weer lager, vanuit de gedachte dat mensen voorzichtiger omgaan met een auto van een particulier dan met een bedrijfs- of zakelijke auto”, legt Centraal Beheer-woordvoerder, Viola Teepe, uit. Inmiddels worden peer2peer-deelautoconcepten Snappcar, Wego en Mywheels allemaal door Centraal Beheer verzekerd. Ook Share2use is met de verzekeraar in gesprek, maar die onderhandelingen lopen ook met andere maatschappijen, benadrukt directeur Cees Klaassen. Bovemij is via Parkflyrent in het peer2peer-delen gestapt.

Vertrouwen winnen

Niet alleen het risicoprofiel heeft invloed op de prijs van de verzekering. Volgens Mark Brussen, consultant en eigenaar van het consultancybureau voor autoverzekeraars Assumotive, valt ook op gebied van inkoop nog veel te verbeteren. “Na de afschrijving is de verzekering de hoogste kostenpost van een deelauto. In de exploitatie moet een prijs zo laag mogelijk zijn. Om dat te bereiken, moet je scherp inkopen, dat geldt ook voor verzekeringen. Vooral de hoge premies van verzekeraars houden de kostprijs van autodelen op dit moment hoog.” Dat beaamt ook De Greef, zijn bedrijf Parkflyrent biedt reizigers een gratis parkeerplek bij Schiphol als zij hun auto laten verhuren tijdens hun vliegreis. Ook hij heeft een tweede verzekering die de primaire verzekering afdekt tijdens de huurperiode. “Een verzekering maakt al gauw 15 tot 20 procent uit van de kostprijs van een deelauto. Het is een cruciaal onderdeel van het autodelen om het vertrouwen van berijders te winnen.”

Eigen Risico

Niet alleen de premies zijn hoger voor autodelers dan voor -bezitters, het eigen risico begint ook vaak pas bij 500 euro. “Op die manier voorkom je dat klanten oude schades aangeven. Het voorkomt een discussie”, aldus Brussen. Bij Parkflyrent staat het eigen risico standaard op duizend euro, maar dat is volgens De Greef te verlagen naar 250 euro. Gerard Scheenstra is mede-eigenaar van verzekeringsadviesbureau Inseur en de medearchitect van de Parkflyrent-verzekering. “Het zijn knopjes waar je aan kunt draaien, net als bij de zorgverzekering. Dan betaal je een hoger huurbedrag in ruil voor een lager eigen risico”, legt Scheenstra uit, die ook de Green Deel Autodelen ondertekende. Hij denkt dat er nog genoeg te optimaliseren is bij deelautoverzekeringen. “Het afdekken van risico's kost nu eenmaal geld en een auto is duur. De sociale impact van deelinitiatieven is duidelijk (Inseur ontwierp ook de verzekering van spullenleen-initiatief Peerby, red), maar er is vaak in het begin nog geen eenduidig verdienmodel. Er zijn nog geen betrouwbare cijfers over de schadelast en de premie- inkomsten. Meer ervaring en meer volume leveren daarnaast een beter beeld van de risico's, daar kan de premie op worden aangepast.”

Vaste Berijders

Volgens de assurantiespecialisten zijn er genoeg oplossingen waardoor de premies omlaag kunnen. De klassieke structuur van een verzekering moet daarvoor verdwijnen. Ook Centraal Beheer meent dat er op het gebied van tarifering, eigen risico's, condities en schadebehandeling nog voldoende te optimaliseren is, maar wil niet in details treden. Volgens Brussen moet het idee dat een deelauto een huurauto is, worden losgelaten. “Deelauto's worden vaak regionaal gebruikt. En anders dan bij huurauto's zijn het steeds terugkerende klanten. Een auto krijgt als het ware een groepje vaste berijders. Niet een eenmalige toerist, zoals in de traditionele verhuur vaak voorkomt. De discussie die nu speelt tussen de branche en de verzekeringswereld gaat er dan ook over dat wij vinden dat het risico van een deelauto veel lager ligt dan bij een huurauto en dat de premie dus ook lager zou moeten liggen.” Een andere oplossing zou volgens Brussen zijn dat er een vaste lage verzekering wordt betaald en vervolgens een variabel deel per kilometer. “Of je geeft vaste berijders korting bij goed rijgedrag. Je kan bijvoorbeeld een verzekering koppelen aan een rijbewijs, zodat je altijd je rijgedraghistorie meeneemt.” Een koppeling in de verzekering met de historie van een berijder is ook het uitgangspunt geweest van Scheenstra. Inseur koos voor Parkflyrent Bovemij als risicodrager voor de verzekering. In de nieuwe versie van die verzekering wordt die koppeling toegevoegd. Inseur kreeg in de Green Deal de opdracht met een whitelabel-oplossing te komen voor deelautoverzekeringen, waar verschillende verzekeraars als risicodrager aan kunnen deelnemen. “De risico's moeten natuurlijk gedekt worden, maar door een goede screening aan de voordeur en een historie van de berijder, is dat afgedekt. De deeleconomie wordt een persoonlijke zaak en door die persoonlijke data te gebruiken kunnen risico's heel nauwkeurig worden ingeschat.”