Rolf lauret: ik ben veel te jong om te stoppen
Autobinck Holding sluit in de komende jaren een belangrijk hoofdstuk af: dat van private importeur in Nederland. Het bedrijf werd groot met het Mazda-dealerschap, dat in 2008 na veertig jaar weer werd teruggenomen door de fabrikant. Met Hyundai ondergaat het bedrijf nu hetzelfde lot. In 1999 kocht Autobinck Greenib Car, dat sinds 1981 importeur van het merk was. President-eigenaar Rolf Lauret (1938) heeft zijn wonden gelikt en kijkt alweer vooruit. “Ik ben nog veel te jong om te stoppen.” Hij ziet voldoende potentie voor groei van zijn bedrijf, dat met Business Lease, onderdelenleverancier Brezan, dealerschappen in Nederland en dealerschappen en importorganisaties in Centraal-Europa, nog steeds een enorme omvang kent en per jaar rond een miljard euro omzet realiseert (zie kader).
Hoe is het nieuws dat Hyundai het importschap zelf gaat doen bij u gevallen?
“Dat was niet prettig om te vernemen. De beslissing is genomen in Korea. Wij zijn nog wel gaan praten op het Europese hoofdkantoor, maar als zo'n beslissing eenmaal is genomen, doe je er niets meer aan. Het lag ook wel in de lijn der verwachting. Hyundai had de import in de belangrijkste Europese landen al op zich genomen. Wij verloren in 2008 het importschap in Tsjechië en Slowakije, omdat Hyundai daar fabrieken bouwde. En als die lijn eenmaal is ingezet, dan weet je dat ze dezelfde keuze ook in andere landen kunnen nemen. Als je in Nederland dan ook nog te maken hebt met een overheid die de verkoop van auto's enorm beïnvloedt, waardoor wij vorig jaar onze Hyundai-omzet zagen halveren, dan ga je de bietenbrug op.”
Hoe verloopt de overdracht nu? Behoort een goodwill-vergoeding nog tot de mogelijkheden?
“Goodwill kennen ze niet in Azië. Ook Mazda wilde daar niet over praten toen dat importschap werd opgezegd. Wij zijn wel in gesprek met Hyundai. De fabriek snapt onze positie. Daarom zijn we in onderhandeling of we niet eerder dan 1 april 2016 kunnen stoppen. Zo kunnen wij zelf nog een deel van de goodwill (in de vorm van een verkoopfee, red) eruit halen. Vooralsnog verlopen die gesprekken positief.”
‘Ik heb geen behoefte aan geld. Ik wil het bedrijf verder zien groeien.’
Lauret vindt het jammer dat wij niet dezelfde wetgeving kennen als de Belgen. Daar kan een franchisecontract alleen worden opgezegd als er een goodwill-vergoeding tegenover staat. Mazda hield vast aan de opzegtermijn van twee jaar en dat leidde volgens Lauret tot spanningen. Zo'n situatie wil hij nu voorkomen. “Bij Mazda hadden we het geluk dat er in de laatste jaren door een gunstige valutakoers en de nieuwe Mazda6 toch nog een klein beetje compensatie was. Maar al waren we veertig jaar partner, goodwill zat er echt niet in.”
Hoe kijkt u terug op de tijd als Hyundai-importeur?
“We hebben een mooie tijd gehad. Alleen blijft het frustrerend dat het importschap ineens van je afgepakt kan worden, terwijl je de zaak goed op poten hebt. Ik hoop dat bedrijven als Louwman en Pon niet hetzelfde lot wacht, want ik vind dat zij fantastisch werk hebben gedaan. Maar je bent altijd afhankelijk van de willekeur van een toevallige fabrieksdirecteur. Als die anders kijkt naar de import in een land, dan kun je zo opgezegd worden. Een privaat importschap hangt altijd aan een zijden draadje.”
Veel merken doen het niet goed in Nederland en in de rest van Europa. Zouden jullie zo'n merk niet op kunnen pakken. Honda bijvoorbeeld?
“Wij denken daar zeker over na. Veel merken hebben het moeilijk, ook in Midden-Europa. Wij zeggen dan: ‘Laat ons proberen het merk op te bouwen. Wij hebben bewezen dat we het kunnen.’ We hebben al best wel wat businessplannen geschreven. Daar waren we erg trots op. En terecht, bleek later, want de fabrikanten pikten de krenten uit de pap, voerden door ons voorgestelde plannen uit, bedankten ons vriendelijk voor de moeite en gingen lekker zelf verder. Het is moeilijk om de kleine koninkrijkjes die merken opbouwen te doorbreken, maar we geven niet op. We zijn onder meer nog importeur van Jaguar en Hyundai in de rest van Europa en het zou fijn zijn als we in Midden-Europa nog wat importschappen kunnen toevoegen. Zeker omdat de organisatie al staat.”
Begin dit jaar kocht Autobinck drie BMW-dealerschappen in Groningen. Gaan jullie toch meer retail doen?
“Ik heb tot voor kort tegen iedereen gezegd dat wij ons niet verder zouden begeven in de retail omdat je van het rendement tranen in je ogen krijgt. Maar we zijn erachter gekomen, onder meer in Slowakije (Autobinck heeft hier een BMW-dealerschappen, red), dat er toch echt een groot verschil is tussen premium- en volumemerken. Met BMW kun je als dealer nog brood verdienen. Ik sluit dus niet uit dat we meer premiumretail gaan doen. Maar we moeten niet verder springen dan onze stok lang is: het moet ook financieel passen. Gezonde bedrijven zijn duur en hoewel wij er goed voor staan, kunnen we niet onbeperkt bedrijven kopen.”
‘Als privé-importeur hang je aan een zijden draad.’
Moet groei dan vooral uit de retailhoek komen?
“Niet alleen. We proberen al jaren, met wisselend succes, onze activiteiten uit te breiden. We zijn met veel zaken bezig, maar het is moeilijk kiezen. Wel zijn het allemaal activiteiten waarvan we denken dat we er verstand van hebben.”
Wie is Autobinck Holding?
Autobinck Holding, opgericht in 1907, heeft vier grote divisies: import, retail, onderdelen en leasing. In de afgelopen jaren realiseerde het bedrijf een omzet van rond een miljard euro. Het bedrijf is erg actief in Nederland en in Midden- en Oost-Europa.
Jullie zijn een belangrijke speler in de leasebranche. Wat zijn de plannen met Business Lease?
“We willen zeker groeien met onze leaseportefeuille. Maar omdat we als leasemaatschappij niet bank- of merkgebonden zijn, hebben we het toch net iets zwaarder dan maatschappijen die deze link wel hebben. Deze achterstand kunnen we compenseren met schaalgrootte en door effectief te werken. Zeker in de minder ontwikkelde markten in Midden-Europa proberen we goede kleine leasemaatschappijen te kopen en die met onze kennis verder te laten groeien. Dan krijgen we wat meer vlees op de botten.”
Het zwaartepunt van het bedrijf verschuift steeds meer naar Midden- Europa. Wordt het tijd om het hoofdkantoor te verhuizen?
“De aansturing gaat prima vanuit Nederland, we hebben ook onlangs een nieuw pand betrokken in Den Haag. Er wordt nu gezocht naar een nieuwe ceo (Tim Tozer vertrok vorig jaar als ceo, red) en die moet het bedrijf vanuit Nederland aansturen. Naast Midden-Europa zijn we ook in Nederland en België zeer actief. Zo hebben we met Brezan een belangrijke dochter die hier zeer actief is.
Wat zijn de plannen met Brezan?
“We verwachten de komende jaren in Nederland en België behoorlijk te groeien. Maar we moeten daarbij goed opletten dat we de bestaande organisatie niet met teveel nieuwe zaken opzadelen, anders wordt geen van de taken goed gedaan. We zien een behoorlijke verbetering in het resultaat van Brezan, met dank aan onze nieuwe directeur Cor Baltus. Ik was onlangs op onze huisbeurs, de Brevak, en dan merk je hoe leuk de onderdelenbusiness is.”
U klinkt niet alsof u het allemaal wel gezien heeft en het tijd vindt om te stoppen.
“Aan de verkoop van het bedrijf of onderdelen ervan moet ik helemaal niet denken. Dan zit je daar met een zak met centen. Wat dan? De hele dag in aandelen handelen lijkt me helemaal niets. Ik heb geen behoefte aan geld, ik wil het bedrijf verder laten groeien. Er zijn nog zoveel mogelijkheden en kansen. Ik vind het wel jammer dat ik steeds minder ‘oude bekenden’ om me heen zie. En het is zonde dat we Hyundai kwijt raken. Maar zoals Johan Cruijff al zei: ‘ieder nadeel heb zijn voordeel’. We hebben nu de tijd en ruimte om ons vol op andere activiteiten te storten. En dat gaan we ook doen.”
