`je moet altijd het hele verhaal vertellen`
Hoe ben jij de zaak van je vader ingerold?
“Toen ik van school kwam wist ik al wel dat ik het bedrijf in wilde, maar nog niet wanneer. Ik was destijds 26 jaar en de vraag was: Gaan we iemand extern binnenhalen voor de positie van directeur Nissan, of wil ik het doen? Ik wist wel dat ik de ervaring voor deze functie miste, maar meteen bepaalde verantwoordelijkheden dragen leek me toch leuk en leerzaam.”
We zijn nu tien jaar verder, hoe bevalt het?
“Ik heb er geen spijt van. Ik had eerst bij een ander in loondienst kunnen gaan en dan later in kunnen stromen. Ik mis dus wel dat andere, bredere perspectief van werken voor een baas in een ander bedrijf of zelfs een andere branche. Maar ook daaraan kleven nadelen. Mijn jongere broer heeft een tijdje bij verschillende autobedrijven gewerkt en had het niet gemakkelijk. Mensen relateren onze naam toch aan dit autobedrijf.”
Jouw vader is nog vijf jaar in het bedrijf gebleven. Wat leerde hij jou?
“Hij probeerde vooral kennis over het aansturen van medewerkers over te dragen. Ik was destijds nogal kort voor de kop, kon snel een conclusie trekken over mensen en dan denken dat ik gelijk had. Dat was natuurlijk niet zo.”
Waar liep je tegenaan?
“Ik heb een prachtige studie gevolgd over zelf-sturende organisaties, dikke boeken doorgeworsteld en de informatie lijkt heel logisch. Maar in de praktijk lukt dat niet. Je verwacht dat mensen dingen uit zichzelf doen en dat blijkt niet het geval, ook niet als ze erop worden gewezen. Terwijl ik ervan uitging dat medewerkers dezelfde werkmentaliteit hebben als ik, voor 300% voor de zaak gaan. Maar zo werkt het niet. Iedereen maakt eigen keuzes, dat moet je respecteren. Ook als dat betekent dat het werk niet af is, of er klanten voor de deur staan. Die dynamiek begrijpen en zo goed mogelijk gebruiken binnen het bedrijf is de uitdaging. Al doende leer ik.”
Toen je vader in 2009 stopte, dook je direct de eerste crisis in. Hoe ging dat?
“De inkt van de overdracht was nog niet droog of ik kon niet anders dan impopulaire maatregelen nemen. Zo was er bijvoorbeeld een reeks verouderde secundaire arbeidsvoorwaarden die ik schrapte. Mijn doel was om zo veel mogelijk mensen aan boord te houden en toch op te schonen. Uiteraard werd me dat niet in dank afgenomen. Je komt aan de portemonnee van mensen, dus is het logisch dat ze ageren. Uiteraard vond ik de reacties wel vervelend. Aan de andere kant: mensen lezen wel dat er een crisis is, maar die geldt niet voor hen, zo denkt men. Zo werkt het dus niet.”
‘De inkt van de overdracht was nogniet droog of ik moest impopulaire maatregelen nemen.’
In 2010 zijn Bochane en de Mafait Groep gefuseerd. Je werkt nu nauw samen met directeur Jeroen van Hasselt, die eerder ook bij leasemaatschappijen en importeurs carrière maakte. Wat is jullie beider inbreng?
“Wij vullen elkaar mooi aan. Ik heb een ander soort studie gevolgd en puzzel meer op strategische vraagstukken. Terwijl hij zegt: ‘Dat is leuk en aardig, maar er moeten vandaag ook nog wat auto’s verkocht worden en we moeten factureren’. Zonder kortetermijn beleid geen langetermijn beleid. Verder hebben we steun aan de Raad van Advies, waar ook mijn vader in zit. Het is fijn om te kunnen klankborden.”
Wat vind je leuk aan deze branche?
“Je moet sturen op de dubbeltjes; de marges zijn klein, dus je blijft wel wakker. Interessant is ook dat we in de transitie zitten naar een heel nieuw retailmodel waarvan niemand weet hoe het eruit gaat zien. Je moet de juiste weg proberen te kiezen terwijl je eigenlijk in het duister tast. Wat we wel weten is dat er te veel showrooms zijn en dat er bijvoorbeeld meer buiten de showroom om verkocht moet worden. Dat betekent dat we ons callcenter, de buitendienst en de service flink hebben aangepakt.”
Thijs Bochane in ’t kort
Naam: Thijs Bochane / Geboortedatum: 16-6-1977 / Geboorteplaats: Utrecht / Woonplaats: Ede / Opleiding: Bedrijfswetenschappen in Nijmegen/ Carrière: Algemeen Directeur bij Bochane Groep / Getrouwd met: Carla / Kinderen: Sophie (8), Pepijn (6) en Anna (3) / Hobby’s: trekkerrijden.
‘Onze medewerkers werken slimmer en beter, daar ben ik trots op.’
Jij hebt gekozen voor transparantie zodat alle medewerkers weten hoe de zaak ervoor staat. Kenmerkt die houding jou?
“Ja, we hebben geen geheimen en vertellen gewoon ieder kwartaal hoe de filialen ervoor staan. Dat schept draagvlak voor maatregelen. We laten ermee zien dat we bepaalde keuzes ook in hun belang nemen. Het nadeel van die openheid is dat negativiteit ook kan gaan rondzingen waardoor ten onrechte onrust of angst kan ontstaan bij klanten en leveranciers. Dus je moet altijd het hele verhaal vertellen, negatief én positief.”
Was jouw vader het eens met die openheid?
“Ja hoor. Hij bemoeit zich er eigenlijk niet mee. Ik vind het knap van hem dat hij zoveel vrijheid kan geven, terwijl ik in feite met zijn portemonnee ‘speel’. Misschien neemt hij wel steekproeven waar ik niets vanaf weet.” (lacht) “Zonder gekheid, er is veel vertrouwen.”
Bij de 400 medewerkers van Bochane ook?
“Sinds we in 2010 fuseerden met Mafait, hebben we nu voor het eerst een medewerkers-tevredenheidsonderzoek durven doen. Als je twee bedrijfsculturen samenvoegt en de mensen allerlei processen in ‘drukt’, hoor je sommigen knarsentanden. Ik ben blij dat ruim 70 procent van de medewerkers aangaf er trots op te zijn bij Bochane te werken. Als dat het onderliggende gevoel is, dan stralen de medewerkers dat ook uit naar de klant. Daarnaast vind ik het leuk dat de medewerkers die dit proces hebben doorstaan enorm zijn gegroeid. Er wordt slimmer en beter gewerkt. Dus ik ben ook erg trots op hen.”
Over Bochane Groep
Bochane Groep is dealer van de merken Renault, Dacia, Nissan, Hyundai, Fiat en sinds kort ook Alfa Romeo, Lancia en Jeep. Het bedrijf voert deze merken vanuit negentien dealervestigingen. Er werken circa vierhonderd mensen bij Bochane.
Wat zijn jouw zorgen als dealer?
“Wat me wel eens stoort aan de huidige markt is dat je nog zo’n mooie onderneming kunt neerzetten met uitstekende mensen, maar als je fiscaal verkeerde producten hebt, ben je als ondernemer de klos. Gelukkig hebben wij dan wel de ‘juiste’ producten, maar het zegt dus niets over hoe goed je kwalitatief bent als onderneming of ondernemer. Dat kan toch niet de bedoeling zijn?”
Renault en Nissan zetten vol in op elektrische auto’s. Jullie dus ook. Ben je blij met die ontwikkeling?
“Ja, hoewel het geen gemakkelijke businesscase is. Ik vind het leuk dat we iets in de markt mogen zetten wat redelijk revolutionair is. Meer elektrische auto’s verkopen is best ingewikkeld. Klanten zijn geneigd om voor een plug-in hybride te kiezen omdat ze dan de benzine-backup hebben. Kopers die voor puur elektrisch kiezen zijn vooral zakelijke rijders die subsidie krijgen. De Renault Twizy verkopen we nog wel particulier, aan ouders die hun kinderen van rond de zestien liever in een 45-kilometerauto met airbag zetten dan op een scooter.”
Jouw vrouw Carla werkte hier ook. Waarom nu niet meer?
“Toen ik kantoor ging houden in Veenendaal, waar zij als hr-medewerker werkte, merkten we dat we te dicht op elkaar zaten. Dan vertelde ik haar ’s avonds bijvoorbeeld over bepaalde maatregelen die ik wilde nemen. Terwijl zij daar de volgende dag dan mee te maken kreeg. Dus na een tijdje merkten we dat we het beter anders konden regelen. We gingen in die periode net ons huis bouwen en zij heeft toen zelf besloten: ik stop ermee.”
Jammer?
“Ja, aan de andere kant heeft ze het thuis ook druk genoeg. Ze is net vijf dagen met haar zus naar New York geweest en ik ben blij dat ze er weer is. Met drie kinderen moet je overal aan denken: broodtrommeltjes voor school, zwemspullen, ophalen, brengen. En dan hebben we thuis ook nog een beestenboel met paarden en kippen die verzorgd moeten worden. Dat trek ik niet lang in mijn eentje. Fijn is dat Carla begrijpt hoe het in het bedrijf toe gaat. Ze komt zelf uit een ondernemersgezin en weet dat dingen wel eens anders kunnen lopen dan gepland.”
Wat doe jij als je niet aan het werk bent?
“Op de trekker rondrijden. Ik maai daarmee het gras of ‘sleep’ de paardenbak. De dames vinden het leuk om op een paard van letter naar letter te rijden, dressuur. Ik begrijp daar weinig van, maar ik zorg dan dat die bak er netjes uitziet.”