Daarmee is de Scénic – na de Peugeot 307 de Volkswagen Golf – nummer drie op de Nederlandse markt. Renault heeft mede daardoor na twee maanden een marktaandeel van 10,94%. Nummer twee – Peugeot – volgt met 10,31%, gevolgd door Ford, Volkswagen en Opel. De afstand tussen leider Renault en Opel bedraagt inmiddels 4.000 verkopen.

Mank
Natuurlijk, we weten dat de vergelijking met begin 2003 een beetje mank gaat (terugval door subsidiestop per eind 2002), daarom is de marktontwikkeling in februari licht teleurstellend. Januari begon nog met een opgewekt plusje van 1,5%; in de tweede maand valt er nauwelijks vooruitgang te bespeuren: + 0,8%. Cumulatief loopt de markt nu 1,2% voor op vorig jaar. Mogelijk dat er enig remmend effect uitgaat van de almaar stijgende autoprijzen. Vrijwel alle importeurs hebben dit jaar alweer nieuwe prijslijsten laten drukken. En dat terwijl er in de ons omringende landen een gestage daling aan de gang is.

Japan plust
Op Nissan na maken alle Japanse merken dit jaar grote sprongen voorwaarts. Helemaal terug van weggeweest zijn Daihatsu (+101%) en Suzuki (+59%), maar – eerlijk is eerlijk – merken met bescheiden aantallen fluctueren nu eenmaal wat meer: soms zit het productaanbod mee, soms zit het tegen. Die kwetsbaarheid is veel minder van toepassing op een merk als Toyota. Zeer gestaag sluipt deze winnaar van alle mogelijke kwaliteitsprijzen richting de top. Toyota nestelt zich vooralsnog vlak achter Opel op een fraaie zesde plek. Het is een trend die overigens in heel Europa waarneembaar is: de Japanse auto’s zijn na jaren van teruggang weer aan de winnende hand. Even voor de beeldvorming: in 1997 kwam 21,2 procent van de nieuwe auto’s in ons land uit Japan, in 2001 was dat gedaald naar 14,8 procent, terwijl dit jaar de negen Japanse merken samen weer op 16,7 procent zitten. Een omgekeerd verband met het economisch tij lijkt zich hier af te tekenen. De Europese merken zullen dus behoedzaam met hun prijsbeleid moeten omgaan, wil men zichzelf niet deerlijk in de voeten schieten.

Daarmee is de Scénic – na de Peugeot 307 de Volkswagen Golf – nummer drie op de Nederlandse markt. Renault heeft mede daardoor na twee maanden een marktaandeel van 10,94%. Nummer twee – Peugeot – volgt met 10,31%, gevolgd door Ford, Volkswagen en Opel. De afstand tussen leider Renault en Opel bedraagt inmiddels 4.000 verkopen.

Mank
Natuurlijk, we weten dat de vergelijking met begin 2003 een beetje mank gaat (terugval door subsidiestop per eind 2002), daarom is de marktontwikkeling in februari licht teleurstellend. Januari begon nog met een opgewekt plusje van 1,5%; in de tweede maand valt er nauwelijks vooruitgang te bespeuren: + 0,8%. Cumulatief loopt de markt nu 1,2% voor op vorig jaar. Mogelijk dat er enig remmend effect uitgaat van de almaar stijgende autoprijzen. Vrijwel alle importeurs hebben dit jaar alweer nieuwe prijslijsten laten drukken. En dat terwijl er in de ons omringende landen een gestage daling aan de gang is.

Japan plust
Op Nissan na maken alle Japanse merken dit jaar grote sprongen voorwaarts. Helemaal terug van weggeweest zijn Daihatsu (+101%) en Suzuki (+59%), maar – eerlijk is eerlijk – merken met bescheiden aantallen fluctueren nu eenmaal wat meer: soms zit het productaanbod mee, soms zit het tegen. Die kwetsbaarheid is veel minder van toepassing op een merk als Toyota. Zeer gestaag sluipt deze winnaar van alle mogelijke kwaliteitsprijzen richting de top. Toyota nestelt zich vooralsnog vlak achter Opel op een fraaie zesde plek. Het is een trend die overigens in heel Europa waarneembaar is: de Japanse auto’s zijn na jaren van teruggang weer aan de winnende hand. Even voor de beeldvorming: in 1997 kwam 21,2 procent van de nieuwe auto’s in ons land uit Japan, in 2001 was dat gedaald naar 14,8 procent, terwijl dit jaar de negen Japanse merken samen weer op 16,7 procent zitten. Een omgekeerd verband met het economisch tij lijkt zich hier af te tekenen. De Europese merken zullen dus behoedzaam met hun prijsbeleid moeten omgaan, wil men zichzelf niet deerlijk in de voeten schieten.