Generatiekloof

Ontwikkeling onderhoudskosten verschillen sterk per merk

Paul van den Bogaard Paul van den Bogaard
• Laatste update:
Beeld: CHE

De onderhoudsintervallen van nieuwe auto’s liggen steeds verder uit elkaar en het aantal te vervangen onderdelen is steeds kleiner. Hoe groot zijn de verschillen in kosten? En hoe zijn de kosten opgebouwd? Dataprovider Mivar bracht van drie automodellen van verschillende generaties in kaart wat er is veranderd in de afgelopen vijftien jaar. We vergeleken de vaste onderhoudskosten, de meest voorkomende reparaties en de vervanging van slijtdelen over een periode van 48 maanden en 120 duizend kilometer. Dit deden we bij drie populaire auto’s uit de afgelopen vijftien jaar: de tussen 1997 en 2003 gebouwde vierde generatie van de Volkswagen Golf en de huidige Golf VII, de eerste generatie van de Renault Mégane (1995-2002) en de Mégane III (2008-2016) en de eerste Volvo V40 met de V40 die nu in de showroom staat. 

Zweedse cashcow

De grootste verschillen zien we bij de Volvo V40. Deze compacte middenklasser kwam in 1995 op de markt als stationwagon en kostte in benzine uitvoering in 48 maanden bijna 2.800 euro aan reparaties en onderhoud, exclusief banden en brandstof. Zijn opvolger, die als hatchback op de wereld kwam, is bijna 1.100 euro goedkoper. Van de drie modellen in deze vergelijking is de oude V40 daarmee de duurste. Er is veel gebeurd bij Volvo, want de nieuwe V40 is met iets meer dan 1.700 euro juist de auto met de laagste RO-kosten. De V40 van destijds was vooral zo duur door de verversingsintervallen van de olie en het filter. In een periode van vier jaar en 120 duizend kilometer schreef Volvo voor de V40 stationwagen acht keer nieuwe olie voor. Bij de hatchback van nu is dat nog maar vier keer. Vloeistoffen zijn bij de oude V40 een kostenpost van bijna 800 euro. Bij de onderdelen zien we vervanging staan van de distributieriem en de spanrollen (goed voor bijna 340 euro). Bij de nieuwe V40 zijn deze onderdelen pas veel later aan de beurt. Bij de diesels is het verschil een stuk kleiner. De nieuwe V40 D2 is 189 euro goedkoper dan zijn voorloper.

De onderhoudskosten van een Volkswagen Golf IV 1.8 benzine bedroegen over 48 maanden ruim 1.220 euro. Achttien jaar later kost de nieuwe Golf VII 1.4 TSI iets meer dan 980 euro aan onderhoud. Het onderhoud van twee vergelijkbare auto’s van verschillende generaties is dus inderdaad goedkoper geworden. Als we ook veelvoorkomende kosten aan slijtdelen (remblokken, ruitenwissers en gloeilampen) meenemen, zien we dat de slijtkosten de afgelopen jaren wel opliepen. 

 


Bron: Mivar Micheck 

Onder de streep

Bij de Golf IV bedragen de slijtkosten ruim 807 euro, tegenover 1.008 euro bij de Golf VII. Onder de streep is de nieuwe Golf daarmee nog geen vier tientjes goedkoper dan zijn voorganger van zeventien jaar geleden. De verschillen bij de dieselmodellen van toen en nu zijn een stuk groter. De nieuwe 1.6 TDI kost inclusief veelvoorkomende reparaties en vervanging van slijtdelen 1.862,54 euro. Ruim 144 euro minder dan zijn voorganger drie generaties terug. Bij de Renault Mégane zijn de verschillen, net als bij de Volvo V40, een stuk groter tussen het oermodel en zijn nazaat. De fabrikant slaagde er in de kosten flink naar beneden te brengen. De Mégane l kostte met benzinemotor in 48 maanden nog 2.772,52 euro aan onderhoud. De Mégane lll maakt 825,12 euro minder kosten. In beide gevallen gaat het om de benzine-uitvoering. Zowel de Golf, de V40 als de Mégane zijn goedkoper geworden in reparatie en onderhoud, los van inflatie, hogere uurtarieven en lagere onderdelenprijzen. De onderlinge verschillen zijn echter wel enorm. Renault en met name Volvo slaagden er in de kosten te verlagen. Bij de Golf waren die op peil, maar Frankrijk en Zweden streven Wolfsburg nu voorbij. 

Inflatie

De inflatie bedroeg tussen 2000 en 2017 in totaal 36 procent. Dat is gemiddeld zo’n 15 euro bij een maandbedrag van 40 euro aan kosten.

Geplaatst in rubriek:
Paul van den Bogaard
Paul van den Bogaard

Paul ('77) werkt sinds 2011 bij Automotive en richt zich in het bijzonder op Automotive Werkplaats. In zijn vrije tijd sleutelt hij aan klassiekers.

Ontwikkeling onderhoudskosten verschillen sterk per merk | Automotive Online
Generatiekloof

Ontwikkeling onderhoudskosten verschillen sterk per merk

Paul van den Bogaard Paul van den Bogaard
• Laatste update:
Beeld: CHE

De onderhoudsintervallen van nieuwe auto’s liggen steeds verder uit elkaar en het aantal te vervangen onderdelen is steeds kleiner. Hoe groot zijn de verschillen in kosten? En hoe zijn de kosten opgebouwd? Dataprovider Mivar bracht van drie automodellen van verschillende generaties in kaart wat er is veranderd in de afgelopen vijftien jaar. We vergeleken de vaste onderhoudskosten, de meest voorkomende reparaties en de vervanging van slijtdelen over een periode van 48 maanden en 120 duizend kilometer. Dit deden we bij drie populaire auto’s uit de afgelopen vijftien jaar: de tussen 1997 en 2003 gebouwde vierde generatie van de Volkswagen Golf en de huidige Golf VII, de eerste generatie van de Renault Mégane (1995-2002) en de Mégane III (2008-2016) en de eerste Volvo V40 met de V40 die nu in de showroom staat. 

Zweedse cashcow

De grootste verschillen zien we bij de Volvo V40. Deze compacte middenklasser kwam in 1995 op de markt als stationwagon en kostte in benzine uitvoering in 48 maanden bijna 2.800 euro aan reparaties en onderhoud, exclusief banden en brandstof. Zijn opvolger, die als hatchback op de wereld kwam, is bijna 1.100 euro goedkoper. Van de drie modellen in deze vergelijking is de oude V40 daarmee de duurste. Er is veel gebeurd bij Volvo, want de nieuwe V40 is met iets meer dan 1.700 euro juist de auto met de laagste RO-kosten. De V40 van destijds was vooral zo duur door de verversingsintervallen van de olie en het filter. In een periode van vier jaar en 120 duizend kilometer schreef Volvo voor de V40 stationwagen acht keer nieuwe olie voor. Bij de hatchback van nu is dat nog maar vier keer. Vloeistoffen zijn bij de oude V40 een kostenpost van bijna 800 euro. Bij de onderdelen zien we vervanging staan van de distributieriem en de spanrollen (goed voor bijna 340 euro). Bij de nieuwe V40 zijn deze onderdelen pas veel later aan de beurt. Bij de diesels is het verschil een stuk kleiner. De nieuwe V40 D2 is 189 euro goedkoper dan zijn voorloper.

De onderhoudskosten van een Volkswagen Golf IV 1.8 benzine bedroegen over 48 maanden ruim 1.220 euro. Achttien jaar later kost de nieuwe Golf VII 1.4 TSI iets meer dan 980 euro aan onderhoud. Het onderhoud van twee vergelijkbare auto’s van verschillende generaties is dus inderdaad goedkoper geworden. Als we ook veelvoorkomende kosten aan slijtdelen (remblokken, ruitenwissers en gloeilampen) meenemen, zien we dat de slijtkosten de afgelopen jaren wel opliepen. 

 


Bron: Mivar Micheck 

Onder de streep

Bij de Golf IV bedragen de slijtkosten ruim 807 euro, tegenover 1.008 euro bij de Golf VII. Onder de streep is de nieuwe Golf daarmee nog geen vier tientjes goedkoper dan zijn voorganger van zeventien jaar geleden. De verschillen bij de dieselmodellen van toen en nu zijn een stuk groter. De nieuwe 1.6 TDI kost inclusief veelvoorkomende reparaties en vervanging van slijtdelen 1.862,54 euro. Ruim 144 euro minder dan zijn voorganger drie generaties terug. Bij de Renault Mégane zijn de verschillen, net als bij de Volvo V40, een stuk groter tussen het oermodel en zijn nazaat. De fabrikant slaagde er in de kosten flink naar beneden te brengen. De Mégane l kostte met benzinemotor in 48 maanden nog 2.772,52 euro aan onderhoud. De Mégane lll maakt 825,12 euro minder kosten. In beide gevallen gaat het om de benzine-uitvoering. Zowel de Golf, de V40 als de Mégane zijn goedkoper geworden in reparatie en onderhoud, los van inflatie, hogere uurtarieven en lagere onderdelenprijzen. De onderlinge verschillen zijn echter wel enorm. Renault en met name Volvo slaagden er in de kosten te verlagen. Bij de Golf waren die op peil, maar Frankrijk en Zweden streven Wolfsburg nu voorbij. 

Inflatie

De inflatie bedroeg tussen 2000 en 2017 in totaal 36 procent. Dat is gemiddeld zo’n 15 euro bij een maandbedrag van 40 euro aan kosten.

Geplaatst in rubriek:
Paul van den Bogaard
Paul van den Bogaard

Paul ('77) werkt sinds 2011 bij Automotive en richt zich in het bijzonder op Automotive Werkplaats. In zijn vrije tijd sleutelt hij aan klassiekers.