Eric Tak: alle seinen op rood
400 miljoen
“Dealers kunnen nu niet zonder de premies die ze van importeurs krijgen. Die zorgen ervoor dat het rendement nog positief is. Maar dat is geen structurele oplossing”, aldus Tak. Wel hield de voorzitter zijn gehoor van 1.100 aanwezigen voor dat er volop kansen zijn, waarvan de leasemarkt een van de grootste is. “Er gaat meer dan 400 miljoen euro om in leaseonderhoud. Om daar een groot deel van binnen te halen en houden, moeten dealers investeren.”
Volgens Tak moeten dealers goed in de gaten houden of ze zaken doen met een grote of juist met een kleine leasemaatschappij. “Bij de kleinere leasemaatschappijen speelt de dealer een veel centralere rol, vanuit de visie dat de klant het best gediend is met het one stop shopping-concept dat de dealer kan aanbieden.”
Doodlopende weg
De acht grootste leasemaatschappijen, goed voor 60 procent van de totale leasevloot, sturen steeds vaker naar bepaalde dealers of dealergroepen, eigen servicecentra of universele partijen. Hans Bresser, manager van Bovag Autodealers: “Het gevolg daarvan is helder: wanneer je ook in de toekomst onderhoud en reparatie aan leaseauto’s wilt uitvoeren, zul je samen met de leasemaatschappij moeten optrekken, een partnership aangaan met als doel de berijder aan dat partnership te binden. Dat kan bijvoorbeeld door haal- en brengservice of een customer service center. Een ding is duidelijk: de laagste prijs of de hoogste korting is op termijn een doodlopende weg.”
Volgens Bresser moeten dealers scherpe keuzes maken in hun strategie en krijgen ze daarbij te maken met een aantal dilemma`s. “Als je verder gaat automatiseren moet je eerst kosten maken. Ga je de SLA scherper maken dan kost het marge. Kortom, de uitdaging is om de juiste beslissingen te nemen.”