BPM-Stichting hekelt rekenmethode Belastingdienst

Redactie Redactie
• Laatste update:

Sinds 1 mei hanteert de douane een regel waarbij de bpm over invoerauto’s wordt berekend op basis van de formule 0,88 x (nieuwwaarde auto – 500 euro). Over het bedrag dat uit deze formule komt, wordt de rest-bpm betaald.

Consument de dupe
Er wordt dus niet uitgegaan van de handelswaarde van de betreffende auto in Nederland, die vaak lager ligt. “In feite wil de Belastingdienst dat er bpm wordt betaald op basis van de consumentenprijs in plaats van over de handelswaarde op het moment van invoer. Op die manier int de overheid meer bpm, ten koste van de consument”, vertelt Hans Hoogsteen, oprichter van de stichting en eigenaar van importbedrijf Gooische Auto Mediair.

Volgens Hoogsteen legt het ministerie van Financiën met haar werkwijze de uitspraak van de Hoge Raad op 10 juli 2009 naast zich neer. Die oordeelde dat de bpm moet worden geheven over de inkoopwaarde voor de handel, in plaats van over de verkoopwaarde aan particulieren. “Dat scheelt de overheid zo’n duizend euro per auto aan bpm.”

De Stichting is in afwachting van een afspraak met het Ministerie van Financiën over de kwestie. “Tot nu toe ziet de beleidsmedewerker ons gelijk niet in. Als na een gesprek het beleid niet wordt aangepast, gaan we over tot het nemen van juridische stappen”, aldus Hoogsteen.

Ministerie: `t klopt wel
Volgens een woordvoerder van het Ministerie van Financiën deugt de nieuwe rekenmethodiek wel. “We hebben het juist in werking gesteld naar aanleiding van de uitspraak van de Hoge Raad. Vroeger werd de bpm berekend aan de hand van het verschil tussen de dagwaarde en de cataloguswaarde. Nu hebben we, na vergelijkend onderzoek, een formule opgesteld waarmee we de bpm berekenen aan de hand van inkoopwaarde nieuwstaat. Iedereen die van mening is dat de berekening in een specifiek geval niet representatief is, kan bezwaar maken.”

BPM-Stichting hekelt rekenmethode Belastingdienst | Automotive Online

BPM-Stichting hekelt rekenmethode Belastingdienst

Redactie Redactie
• Laatste update:

Sinds 1 mei hanteert de douane een regel waarbij de bpm over invoerauto’s wordt berekend op basis van de formule 0,88 x (nieuwwaarde auto – 500 euro). Over het bedrag dat uit deze formule komt, wordt de rest-bpm betaald.

Consument de dupe
Er wordt dus niet uitgegaan van de handelswaarde van de betreffende auto in Nederland, die vaak lager ligt. “In feite wil de Belastingdienst dat er bpm wordt betaald op basis van de consumentenprijs in plaats van over de handelswaarde op het moment van invoer. Op die manier int de overheid meer bpm, ten koste van de consument”, vertelt Hans Hoogsteen, oprichter van de stichting en eigenaar van importbedrijf Gooische Auto Mediair.

Volgens Hoogsteen legt het ministerie van Financiën met haar werkwijze de uitspraak van de Hoge Raad op 10 juli 2009 naast zich neer. Die oordeelde dat de bpm moet worden geheven over de inkoopwaarde voor de handel, in plaats van over de verkoopwaarde aan particulieren. “Dat scheelt de overheid zo’n duizend euro per auto aan bpm.”

De Stichting is in afwachting van een afspraak met het Ministerie van Financiën over de kwestie. “Tot nu toe ziet de beleidsmedewerker ons gelijk niet in. Als na een gesprek het beleid niet wordt aangepast, gaan we over tot het nemen van juridische stappen”, aldus Hoogsteen.

Ministerie: `t klopt wel
Volgens een woordvoerder van het Ministerie van Financiën deugt de nieuwe rekenmethodiek wel. “We hebben het juist in werking gesteld naar aanleiding van de uitspraak van de Hoge Raad. Vroeger werd de bpm berekend aan de hand van het verschil tussen de dagwaarde en de cataloguswaarde. Nu hebben we, na vergelijkend onderzoek, een formule opgesteld waarmee we de bpm berekenen aan de hand van inkoopwaarde nieuwstaat. Iedereen die van mening is dat de berekening in een specifiek geval niet representatief is, kan bezwaar maken.”