De zoektocht is opvallend, omdat SupplyIT in de markt is gezet op initiatief van de auto-importeurs. “We willen natuurlijk ook zoveel mogelijk merkoriginele onderdelen blijven leveren, maar we moeten ook kijken naar de vraag in de markt”, zegt Van der Linden. “Steeds meer opdrachtgevers willen, vooral bij oudere auto’s, een universeel alternatief. We zien nu bijvoorbeeld dat het plaatwerk wel via SupplyIT wordt besteld, maar de koplampen elders. Op lange termijn tast dit het bestaansrecht van het platform aan.”

Matching quality
SupplyIT is in 2007 gelanceerd en concurreert met Partsplan, dat een jaar daarvoor werd geïntroduceerd door Achmea en Athlon. Een belangrijk verschil tussen beide was dat via Partsplan ook matching quality delen kunnen worden besteld (via Geevers), terwijl SupplyIT alleen bedoeld was voor onderdelen van de aangesloten importeurs. Nu het via dit platform ook mogelijk wordt om origineel gelijkwaardige onderdelen (ook wel matching quality genoemd) te bestellen, gaat het nog meer concurreren met Partsplan, dat nog altijd in de etalage staat. “Maar een nog belangrijker verschil is dat wij onafhankelijk van opdrachtgevers werken”, vindt Van der Linden.

Onafhankelijk
Onder meer Pon, Renault, Opel, Mercedes, Fiat, Peugeot en Ford en schadeketens, ASP, AHGN en AAS gebruiken het platform. “Inmiddels is SupplyIT uitgegroeid tot onafhankelijk platform, gebouwd op de nieuwste techniek en met de mogelijkheid om te koppelen met externe systemen”, aldus Van der Linden. “Hiermee is SupplyIT klaar om uitgerold te worden als brancheoplossing. Dit betekent ook dat er op het platform, onder voorwaarden, ruimte ontstaat voor andere leveranciers dan de OEM-leveranciers.” Volgens Van der Linden zijn er nog geen gesprekken gaande met andere leveranciers.

Het uiteindelijke doel is om “in overleg met alle betrokken partijen SupplyIT als marktstandaard platform in de schademarkt te zetten”. Van der Linden erkent dat sommige aangesloten importeurs – op zijn zachtst gezegd – moeten wennen aan het idee. “Dat is begrijpelijk. Maar het toont wel het ondernemerschap van deze partijen dat ze er over nadenken.”

De zoektocht is opvallend, omdat SupplyIT in de markt is gezet op initiatief van de auto-importeurs. “We willen natuurlijk ook zoveel mogelijk merkoriginele onderdelen blijven leveren, maar we moeten ook kijken naar de vraag in de markt”, zegt Van der Linden. “Steeds meer opdrachtgevers willen, vooral bij oudere auto’s, een universeel alternatief. We zien nu bijvoorbeeld dat het plaatwerk wel via SupplyIT wordt besteld, maar de koplampen elders. Op lange termijn tast dit het bestaansrecht van het platform aan.”

Matching quality
SupplyIT is in 2007 gelanceerd en concurreert met Partsplan, dat een jaar daarvoor werd geïntroduceerd door Achmea en Athlon. Een belangrijk verschil tussen beide was dat via Partsplan ook matching quality delen kunnen worden besteld (via Geevers), terwijl SupplyIT alleen bedoeld was voor onderdelen van de aangesloten importeurs. Nu het via dit platform ook mogelijk wordt om origineel gelijkwaardige onderdelen (ook wel matching quality genoemd) te bestellen, gaat het nog meer concurreren met Partsplan, dat nog altijd in de etalage staat. “Maar een nog belangrijker verschil is dat wij onafhankelijk van opdrachtgevers werken”, vindt Van der Linden.

Onafhankelijk
Onder meer Pon, Renault, Opel, Mercedes, Fiat, Peugeot en Ford en schadeketens, ASP, AHGN en AAS gebruiken het platform. “Inmiddels is SupplyIT uitgegroeid tot onafhankelijk platform, gebouwd op de nieuwste techniek en met de mogelijkheid om te koppelen met externe systemen”, aldus Van der Linden. “Hiermee is SupplyIT klaar om uitgerold te worden als brancheoplossing. Dit betekent ook dat er op het platform, onder voorwaarden, ruimte ontstaat voor andere leveranciers dan de OEM-leveranciers.” Volgens Van der Linden zijn er nog geen gesprekken gaande met andere leveranciers.

Het uiteindelijke doel is om “in overleg met alle betrokken partijen SupplyIT als marktstandaard platform in de schademarkt te zetten”. Van der Linden erkent dat sommige aangesloten importeurs – op zijn zachtst gezegd – moeten wennen aan het idee. “Dat is begrijpelijk. Maar het toont wel het ondernemerschap van deze partijen dat ze er over nadenken.”