Tijdens het derde Global Automotive Forum in Chengdu lieten topmannen van grote Chinese fabrikanten als Dongfeng, Great Wall en Geely weten dat de doorbraak van Chinese auto’s in ontwikkelde markten nog vele jaren gaat duren. Reden: de kwaliteit van de auto’s is nog onvoldoende en er is nog veel te weinig geïnvesteerd in het ontwikkelen van een verkoop- en servicenetwerk in bijvoorbeeld Europa.

Bijvelds is ervaringsdeskundige als het gaat om Chinese merken die expansie in West-Europa zoeken. In 2005 knalde zijn eerste Landwind-project uit elkaar toen de auto niet door een chrashtest kwam. In 2010 werd een tweede poging ondernomen. Na uitgebreide testprogramma`s kreeg de Landwind CV9 deze keer wel twee Euro-NCAP sterren.

Geen registraties
Bijvelds sprak de verwachting uit dat er in 2011 duizend Landwinds in Nederland verkocht zouden worden, maar hij bleef steken op 12 in 2011 en dit jaar staat het merk op 24 registraties. “Het is nog niet geworden wat we ervan gehoopt hadden. En met de veranderende CO2-klassengrenzen is de auto weer een stuk duurder geworden. Daarnaast concurreren we in een markt waar importeurs kapitalen uitgeven om auto’s de markt in te duwen. Wij hebben dat marketingbudget niet.”

De Landwind-dealers hebben tot nu toe weinig plezier gehad van hun investering. Toch zijn ze volgens Bijvelds nog enthousiast. “Wij houden ze warm. Er gaan meer en betere auto’s komen. Maar dat ze nu nog weinig aan Landwind gehad hebben, dat klopt.”

Kwestie van tijd
In Chengdu stelden de Chinese topmannen dat ze tot nu toe te weinig geïnvesteerd hebben. Ook Bijvelds financiert de Europese uitrol van Landwind voor het grootste deel zelf. En door de tegenvallende verkopen moest de importeur afscheid nemen van een aantal krachten waardoor de opbouw van een netwerk vertraging oploopt. “Als je onvoldoende auto’s verkoopt, moet je de kosten zo laag mogelijk houden. Maar we gaan gewoon door. Het is een project van de lange adem”, aldus Bijvelds.

Bijvelds vindt niet dat de moeders van Landwind, Jianling en Chang`an, meer moeten investeren in het Europese succes. Bijvelds: “De Chinese fabrikanten moeten investeren in r&d en productiefaciliteiten, zodat ze betere auto’s kunnen bouwen die toegesneden zijn op de Europese markt. Maar ik zie dat ze enorme stappen maken. Wij hebben inmiddels al een nieuw, kleiner model in Nederland dat nu we nu gebruiken voor testen (bij het Landwind r&d centrum op de High Tech Automotive Campus in Helmond, red). Die auto, waarover ik verder nog weinig kan zeggen, laat voor ons al zien dat ze snel vooruit gaan. Voor mij is het geen kwestie van of er Chinese merken doorbreken, maar wanneer ze doorbreken.”

In de nieuwe Automotive staat een verslag van het Global Automotive Forum in Chengdu. Abonnees kunnen het verslag online lezen. Vrijdag verschijnt de printversie. 

Tijdens het derde Global Automotive Forum in Chengdu lieten topmannen van grote Chinese fabrikanten als Dongfeng, Great Wall en Geely weten dat de doorbraak van Chinese auto’s in ontwikkelde markten nog vele jaren gaat duren. Reden: de kwaliteit van de auto’s is nog onvoldoende en er is nog veel te weinig geïnvesteerd in het ontwikkelen van een verkoop- en servicenetwerk in bijvoorbeeld Europa.

Bijvelds is ervaringsdeskundige als het gaat om Chinese merken die expansie in West-Europa zoeken. In 2005 knalde zijn eerste Landwind-project uit elkaar toen de auto niet door een chrashtest kwam. In 2010 werd een tweede poging ondernomen. Na uitgebreide testprogramma`s kreeg de Landwind CV9 deze keer wel twee Euro-NCAP sterren.

Geen registraties
Bijvelds sprak de verwachting uit dat er in 2011 duizend Landwinds in Nederland verkocht zouden worden, maar hij bleef steken op 12 in 2011 en dit jaar staat het merk op 24 registraties. “Het is nog niet geworden wat we ervan gehoopt hadden. En met de veranderende CO2-klassengrenzen is de auto weer een stuk duurder geworden. Daarnaast concurreren we in een markt waar importeurs kapitalen uitgeven om auto’s de markt in te duwen. Wij hebben dat marketingbudget niet.”

De Landwind-dealers hebben tot nu toe weinig plezier gehad van hun investering. Toch zijn ze volgens Bijvelds nog enthousiast. “Wij houden ze warm. Er gaan meer en betere auto’s komen. Maar dat ze nu nog weinig aan Landwind gehad hebben, dat klopt.”

Kwestie van tijd
In Chengdu stelden de Chinese topmannen dat ze tot nu toe te weinig geïnvesteerd hebben. Ook Bijvelds financiert de Europese uitrol van Landwind voor het grootste deel zelf. En door de tegenvallende verkopen moest de importeur afscheid nemen van een aantal krachten waardoor de opbouw van een netwerk vertraging oploopt. “Als je onvoldoende auto’s verkoopt, moet je de kosten zo laag mogelijk houden. Maar we gaan gewoon door. Het is een project van de lange adem”, aldus Bijvelds.

Bijvelds vindt niet dat de moeders van Landwind, Jianling en Chang`an, meer moeten investeren in het Europese succes. Bijvelds: “De Chinese fabrikanten moeten investeren in r&d en productiefaciliteiten, zodat ze betere auto’s kunnen bouwen die toegesneden zijn op de Europese markt. Maar ik zie dat ze enorme stappen maken. Wij hebben inmiddels al een nieuw, kleiner model in Nederland dat nu we nu gebruiken voor testen (bij het Landwind r&d centrum op de High Tech Automotive Campus in Helmond, red). Die auto, waarover ik verder nog weinig kan zeggen, laat voor ons al zien dat ze snel vooruit gaan. Voor mij is het geen kwestie van of er Chinese merken doorbreken, maar wanneer ze doorbreken.”

In de nieuwe Automotive staat een verslag van het Global Automotive Forum in Chengdu. Abonnees kunnen het verslag online lezen. Vrijdag verschijnt de printversie.